maandag 19 november 2012

The Sickness unto death (De ziekte tot de dood)


The sickness unto death
De ziekte tot de dood
Jeremia 9:20-25

Wij leven, net als Jeremia, in een 'gefragmenteerde' cultuur, waarin geen consensus is over grote levensvragen. Daarom kunnen de preken van Jeremia ons helpen.
Hoe vorm je je identiteit in zo'n cultuur? In een meer traditionele cultuur, de samenhangende cultuur waarin alles veel meer vast ligt, ligt je identiteit ook veel meer vast, je rollen zijn bepaald. Je identiteit vorm je door de  rol te vervullen die van je verwacht wordt.

In onze cultuur moet je je eigen identiteit kiezen. Er zijn geen vaste rollen. Je kiest je doelen en je identiteit wordt bepaald door of je je doelen bereikt.
Dat geeft je gevoel van eigenwaarde.

Elke cultuur heeft zijn eigen uitdagingen om een inspirerend persoon te worden. Van Jeremia kunnen we leren dat er iets nogal fout zit in de manier waarop we onze identiteit vormen.

Hij leert ons 4 dingen:
1. How identities are formed (hoe je identiteit wordt gevormd)
2. Why there is something sick about them (waarom er iets helemaal fout zit in je identiteit, de ziekte ervan)
3. A glimpse at a cured identity (een glimp van een genezen, gezonde identiteit)
4.
The medicine that can do it (het medicijn dat dat kan bewerken)

1.
Hoe je identiteit wordt gevormd.
Kijk in vs 22: de rijke moet niet vertrouwen op zijn rijkdom, de sterke niet op zijn kracht, de wijze niet op zijn wijsheid.
Het Hebreeuwse woord 'hallelu' staat hier. Dat lijkt op ‘halleluja’, dat betekent: prijs de Heer. ‘Hallelu’ betekent ‘prijs’. Dus staat er eigenlijk: prijs de rijkdom, de wijsheid en de kracht niet. In de originele werkwoordsvorm staat er dat je niet moet proberen geprezen te worden om je wijsheid, rijkdom, kracht.
De mensen die genoemd worden in dit vers proberen applaus te krijgen. Ze willen applaus krijgen, liefde, waardering vanwege wat ze hebben. Daarom zijn ze iets. Dat is hun identiteit.
They need praise.

Iedereen wil applaus. Niemand wil, na het geven van een concert, een presentatie oid, boe-geroep of grote stilte. We willen applaus, groot applaus. Dat hebben we nodig.
Herken je dat? Dat je op een zodanige manier wil optreden dat er wel applaus moet volgen. Daardoor probeertje je identiteit te krijgen.

2. Jeremia laat zien dat er iets helemaal fout zit in de manier waarop we onze identiteit vormen.
Vs. 22 en 23 zijn erg bekend. Ze worden wel uit het hoofd geleerd door kindertjes op de zondagschool. Maar waarom niet de hele passage, niet ook de verzen ervoor?

Zie vers 20 en 21:
De dood is door onze vensters geklommen
Hij is onze paleizen binnen gedrongen
Hij maait de kinderen neer in de straten
Roeit de jeugd uit op de pleinen.
Dit zegt de Heer:
De lijken liggen als mest op het land
Als halmen achter de maaiers
Door niemand opgeraapt.

Dat is wel de context van die mooie en bekende verzen daarna!
Waarom staan ze in deze context?
Het is een profetie die Jeremia uitspreekt. Er zullen zoveel doden vallen door de vijand die binnen trekt, dat er niet voldoende levenden zullen overblijven om de doden te begraven. En dan zegt de Heer: laat niet de wijze, de rijke, de sterke prijzen.....
Waarom? Hij zegt: waarom heeft de hoogste klasse van Israel steeds meer nodig, hebben de rijken meer rijkdom nodig om geprezen te worden, de wijzen, de sterken meer en meer nodig? De reden waarom ze steeds meer nodig hebben en waarom dat (vs. 20, 21) allemaal gaat gebeuren, komt door de manier waarop hun identiteit is gevormd. Omdat donderende applaus te krijgen ga je naar plaatsen waar je geen echte bevrediging vindt.

Kierkegaard (19e eeuwse Deense theoloog en filosoof) schreef één boek dat Keller kon begrijpen (The sickness unto death/ De ziekte tot de dood). Hij geeft een definitie van zonde die modern én bijbels is, dat is knap! Hij legt een verband tussen vers 21 en 22.
Geloof definieert hij als: ‘when the self wants to be itself, grounded transparently in God’ (als ‘het zelf’ van de mens zichzelf wil zijn, transperant gefundeerd in God).
Zonde definieert hij als: ‘trying to become a self without God’ (proberen jezelf te worden zonder God).Als je dat doet is je identiteit als een koning zonder land. Als je je identiteit bouwt op iets, een ding, iets dat is geschapen, dan heb je een instabiele identiteit.

Heb je ooit een staande ovatie gehad, dan weet je dat dat hetgene is waar je in het diepst van je ziel naar hunkert, maar ook dat het geen stand houdt, dat je altijd blijft afvragen of je wel waardig bent dat applaus, de liefde, de aandacht te ontvangen.
Applaus dat je vanuit de buitenwereld krijgt, is niet het applaus waar je binnenwereld zo naar verlangt, daarom beklijft het niet. Het is nooit genoeg.

3. We krijgen een glimp van de genezen identiteit.
Vs. 23: wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich erop beroemen dat hij mij kent.
In traditionele culturen wordt gedacht dat de oorzaak van misdaad is dat mensen een te hoge pet op hebben van zichzelf. In moderne culturen is het juist tegenovergesteld: misdadigers hebben een te laag zelfbeeld. Wie heeft gelijk? Niemand, laat Jeremia ons zien.

Jeremia zegt dat de Heer je iets kan geven dat het roemen waard is. In het voorgaande vers willen mensen geprezen worden om HUN wijsheid, kracht, rijkdom. Jeremia zegt dat de Heer je een identiteit kan geven, maar die is op geen enkele manier gebaseerd op iets van jouw prestaties. Dat heeft dus niks te maken met een goed of een laag zelfbeeld!

Paulus: maakt het expliciet. Hij haalt deze verzen aan op verschillende plaatsen. Hij laat zien dat de nieuwe identiteit die Jeremia beschrijft mogelijk is, kijk naar zijn eigen leven. 1 Cor 4: Paulus maakt zich er niet druk om als hij door mensen wordt veroordeeld, de Heer spreekt recht over me.
Hij maakt zich niet druk over wat mensen vinden van zijn optreden. Daar haalt hij zijn tevredenheid niet uit. En ook niet uit wat hij er zelf van vindt, wat voor moderne mensen zo belangrijk is. Maar ook dat werkt niet. Paulus maakt het dus ook niet uit wat hij zelf over zichzelf denkt. Het gaat hem om de mening van God over hem.
Daar gaat het om! Jij hebt het donderende applaus van God nodig! Dat is het enige dat jou ego kan vullen, dat is het enige applaus waar je naar op zoek bent.

4. Het medicijn dat die genezing kan bewerken.
Hoe krijg je zo’n identiteit? Jeremia vertelt het. Dit kun je krijgen als je God persoonlijk leert kennen, een relatie met Hem krijgt.
Vs. 23: God geeft liefde. Het woord dat daar staat betekent ' unfailing love (onuitputtelijke liefde), covenantal love (liefde van het verbond) , liefde zonder voorwaarden'. God kan en wil je applaus geven, ongeacht je optreden, prestaties. En dat is waar de mens ten diepste naar op zoek is.

Paulus vat het in één zin samen in Galaten 6:14, een herschrijving van wat Jeremia zegt: ‘God voorkomt dat ik me op iets anders laat voorstaan (beroem) dan op het kruis van Jezus Christus’.
In Jezus leven gebeurde dit: the greatest somebody became a nobody (de grootste Iemand, werd Niemand). Degene die in zijn leven juist alle applaus verdiende werd bespuugd.
Jezus hoorde diep in zijn hart dat hij weg moest uit de aanwezigheid van God; wij horen nu diep in ons hart, ziel dat wij het goed gedaan hebben en trouwe dienaren zijn.
Jezus kreeg het vonnis dat wij verdienden en wij kregen het applaus dat hij verdiende.

Paulus zegt dat we ons op het kruis moeten beroemen. Dat is de sleutel tot een radicaal nieuw zelfbeeld. Dan gebeurt er dit:
Stel je Abraham voor die Isaak moet offeren, maar dan de stem van God hoort: ‘nu weet ik dat je van me houdt, omdat je je enige zoon voor mij wilde geven.’
Stel je Abraham voor bij het kruis. Hij zou daar gezegd hebben: ‘nu weet IK dat u van MIJ houdt, want u onthield mij niet UW enige zoon!’

Hoe meer je je beroemt in het kruis en je je verbaast over wat Hij voor je heeft gedaan, hoe meer je je realiseert hoe waardevol je bent. Dat is juist zo ironisch. Hoe meer je hem prijst om wat hij voor je gedaan heeft, hoe meer je ziet hoeveel hij van je houdt.

Heb je het idee dat je wel gelooft, maar het je identiteit niet verandert, beroem je in het kruis! En dat heeft gevolgen voor je ego, voor je identiteit. Als je er absoluut zeker van bent dat je een donderend applaus van God krijgt, wat maak je je dan nog zorgen over wat mensen van je vinden?

Als je een hoog of een laag zelfbeeld hebt, dan heb je ook je eigen kritiek nodig op andere mensen om jouw plekje zeker te weten. Maar als je weet dat je voor God waardevol bent, dan hoeft dat niet meer en heb je ruimte om naar de ander te luisteren.
Wil je die vrijheid? Die is te bereiken!

Christen zijn betekent dus niet een set regels of doctrines volgen om de hemel te bereiken. Het is een hele andere manier van mens worden, van jezelf worden. Dat betekenen de laatste 2 verzen uit Jeremia 9: onbesneden zijn van hart.
Dwz rijkdom, religieuze vormen etc. doen er niet toe. Je hebt een nieuwe geboorte nodig. Je hart moet besneden worden. Je hebt de Heilige Geest nodig om je te verlichten en te zien dat christen zijn iets anders is dan regeltjes volgen. A hole new way of knowing God, een heel nieuwe manier om God te leren kennen.

Je hebt nu je oude en je nieuwe identiteit nog. Maar hoe beter je God leert kennen, hoe meer je het applaus van God ervaart, hoe meer het kruis iets existentieels wordt in je hart, hoe beter het je lukt om te mediteren, te bidden, hoe dieper je God gaat leren kennen.
Je nieuwe identiteit groeit en je oude identiteit wordt steeds kleiner, die brandt weg.
Wil je dat niet?
God verhoedde dat ik me in iets anders beroem dan in het kruis van Jezus Christus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten