maandag 20 mei 2013

Een nieuwe gemeenschap

Een nieuwe gemeenschap
A New Community
Handeling 2: 40-47
Tim Keller
Gehouden op 8 oktober 1995
Te beluisteren in het Engels op: http://sermons2.redeemer.com/sermons/new-community

Samenvatting
Dit Bijbelgedeelte gaat over waarheid en liefde als tekenen van nieuw leven. De preek gaat over liefde. Daardoor verandert je houding. De eerste christenen kwamen elke dag bij elkaar. Ze konden geen genoeg van elkaar krijgen! Ze hadden geen aansporing nodig om elkaar te ontmoeten. Een teken van nieuw leven! Het bijzondere is dat elk ras, elke cultuur, elke klasse en elk temperament in deze gemeenschap vertegenwoordigd is. Er was iets verbazingwekkend aantrekkelijks aan de inclusiviteit van het christendom dat mensen over alle raciale, culturele, economische, intellectuele en filosofische grenzen heentrok. Een diep eenheid ontstaat door gemeenschappelijke verbondenheid aan Christus.
Als ze bij elkaar waren hielden ze zich bezig met Leren, Liefhebben en Liturgie, zowel in grote als kleine groepen. Altijd weer, elke dag. Het resultaat daarvan was een gemeente die heel vrijgevig was én die dagelijks groeide.
De reden dat ze bij elkaar kwamen was dat ze God wilden loven en prijzen. Dat was de kracht die erachter zat. Iets was je heel mooi vindt, móet je wel prijzen!

Bijbelgedeelte
40 Ook op nog andere wijze legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: ‘Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht!’
41 Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. 42 Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.
43 De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag. 44 Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. 45 Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. 46 Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. 47 Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.

Preek
Inleiding
Dit Bijbelgedeelte gaat over het laatste gedeelte van de preek van Petrus die hij op de eerste Pinksterdag hield. Tot op deze dag waren er 120 gelovigen en in dit Bijbelgedeelte staat dat er die dag na deze preek drieduizend mensen tot geloof kwamen. Als je verder leest in het boek Handelingen zul je zien dat zich nog tweeduizend mensen bij de gemeente voegden. Dat was een explosieve kerkgroei!

In eerdere preken over voorgaand Bijbelgedeelte zagen we dat dat kwam door de kracht van de Geest die in de boodschap aanwezig was. De preek van Petrus was prima, maar het was niet de meest welbespraakte preek die er ooit in de wereld was gehouden. Door de kracht van de Geest werden de mensen erdoor in het hart geraakt. Het was het nieuwe leven dat de toehoorders zo raakte. Toen ze aan Petrus vroegen wat ze moesten doen, zei hij dat ze zich moesten bekeren en dat de Heilige Geest dan in hen zou komen. Ze werden dus in hun hart geraakt, waardoor de Heilige Geest in hen kon komen wonen. Ze kregen nieuw leven in zich.

Een tijdje geleden hadden we een bezoeker hier in de kerk die het laatste deel van de dienst mee maakte. We zongen toen het lied ‘You raised me up’. Na de dienst kwam hij naar mij toe en vroeg waar wij in geloofden. Ik vroeg hem: ‘Waarom wilt u dat weten?’ Hij zei: ‘Ik ben wel vaker in kerken geweest, maar heb nog nooit gezien dat de mensen zo glommen als ze aan het zingen waren. Er was een glans op hun gezicht. Ik heb mensen nog nooit zo betrokken gezien.’ Wat hij zag was waar het in dit Bijbelgedeelte over gaat: mensen zijn in hun hart geraakt. En ik geloof dat wat die man zag echt was.

Maar in de bijbel zul je nooit lezen dat je kunt zien dat het nieuwe leven aanwezig is in een kerkgemeenschap of in een gemeente aan de glimmende en glanzende gezichten van de mensen. Dat zul je in de bijbel nooit lezen. Waarom niet? Het is waar dat je gezicht gaat stralen als je een nieuw leven ontvangt. Maar het is niet zo dat als je gezicht glanst, dat je dan een nieuw leven hebt ontvangen. Want er zijn heel veel dingen die je gezicht kunnen laten glanzen.

Dus ook al zag deze man iets van de realiteit, toch is de vraag hoe wij kunnen weten of het nieuwe leven hier aanwezig is. Hoe weten we dat we in ons hart geraakt zijn door het nieuwe leven? Dit Bijbelgedeelte is gevuld met tekenen van het nieuwe leven. Je kunt er gemakkelijk zo een lijst van maken met 10 à 15 kenmerken. En sommige mensen doen dat ook. Maar ik wil ze allemaal onderbrengen onder twee punten. Vorige week heb ik er al een van besproken en de tweede komt in deze preek aan de orde. Het gaat om waarheid en liefde. Door de waarheid krijg je een hele nieuwe houding, een andere instelling, zagen we vorige week. En ook door de liefde krijg je een andere houding.

Ik wil je laten zien wat dit teken van liefde betekent en welke vragen er dan opkomen.

We kijken eerst in vers 44. Daar staat: ’…ze bleven bijeen…’ Ik wil je de kracht hiervan laten zien. Verderop, in vers 46 gaat het er over dat ze elkaar ontmoetten, maar hier staat: ‘ze bleven bijeen’. Ik wil je uit leggen waarom dit zo’n kracht heeft.

Waar ontmoetten ze elkaar? Overal. In de tempel, maar ook in hun huizen. Ze ontmoetten elkaar overal. Wanneer ontmoetten ze elkaar? Continu. Steeds weer. Elke dag.

Wat betekent dit? De christenen ontmoetten elkaar voor de dingen die ze deden, steeds weer. En wat ze deden zal ik zo vertellen. Christenen kwamen elke dag bij elkaar in de tempel om te aanbidden en andere dingen die ze wilden doen. Daarna konden ze nog niet genoeg van elkaar krijgen en gingen ze samen verder in hun huizen. Ze gingen naar de tempel en naar hun huizen en gingen steeds door met hun bezigheden. Kijk maar in vers 46:

Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde.

Wat betekent dit? Deze mensen kregen maar niet genoeg van elkaar. Deze mensen kwamen steeds maar weer bij elkaar. Ze waren hongerig naar elkaar. Het gewone, reguliere leven werd ervaren als een onderbreking. Ze wilden niet van elkaar gescheiden zijn. Daarom zegt het woord ‘bijeen’ niet direct iets over wat ze aan het doen waren, maar over hoe ze op elkaar gericht waren. Daarom staat er ‘ze bleven bijeen’. Niet alleen: ‘ze kwamen bijeen’ of ‘ze ontmoetten elkaar’. Ze waren echt samen. Ze kwamen in een heel andere manier van bestaan terecht. Zie je hoe radicaal deze verandering is? Eerst waren ze uit elkaar, nu blijven ze samen. Eerst waren ze individuen, nu blijven ze bij elkaar. En weet je wat zo interessant is? Als je regelmatig in de kerk komt, zul je ook regelmatig te horen hebben gekregen van predikanten zoals ik, dat je vaker in de kerk moet komen dan alleen met kerst en Pasen. ‘Waarom kom je niet naar alle bijeenkomsten? Waarom kom je niet hierheen en daarheen?’ Het bijzondere is dat je daarover niets leest in het boek Handelingen. Ik zeg niet dat het verkeerd is om mensen aan te sporen, maar ik zie het hier de apostelen niet doen. Zij zeggen nooit: ‘Waarom kom je niet wat vaker?’ Nee, ze konden de mensen niet stoppen! De mensen wilden zelf. Ze waren hongerig! En weet je waarom? Het is een teken van het nieuwe leven.

Een baby vertel je niet dat hij moet huilen. ‘Kom op, ga eens huilen!’ Dat zeg je niet. Als de baby leeft, dan huilt hij. Je hoeft mensen die een nieuw leven hebben niet te vertellen dat ze samen moeten komen. Ze komen niet bij elkaar als reactie op een opdracht. En ook niet omdat dat in de traditie wordt voorgeschreven. Nee, ze komen als een reactie op het leven. Dezelfde reden waarom een kind huilt. Dat is het teken. Dat is radicaal. Dat is nieuw. Het is een teken van leven.

Wat leren wij hiervan? Velen van ons zullen onmiddellijk erkennen dat dit teken niet heel duidelijk aanwezig is in ons eigen leven. Als een teken als dit niet als duidelijk bewijs in ons leven aanwezig is, of helemaal niet aanwezig is, dan is het mogelijk dat je geen christen bent. En als het er wel is geweest, maar heel zwak is geworden, dan zul je moeten zeggen: ‘Heer, ik heb meer nodig van uw nieuwe leven. Want als dit een teken is van nieuw leven, dan moet het meer te zien zijn in mij en het is aan het verdwijnen.’

Laten we wat preciezer kijken naar wat dit teken inhoudt. Ik wil je drie vragen stellen.

  1. Wie kwamen bij elkaar?
  2. Wat deden ze als ze bij elkaar waren?
  3. Waarom kwamen ze bij elkaar?
Ik ga deze vragen kort bij langs, maar ik wil de verschillende facetten van de diamant op verschillende manieren ronddraaien en laten glimmen voor je ogen.

1.    Wie kwamen er bij elkaar?
Wie waren die mensen die maar niet genoeg konden krijgen van elkaar? Ze waren elke avond bij elkaar in huis, ze breken samen het brood, ze verheugen zich in elkaar. Je ziet blije harten. Ze waren vervuld met ontzag. Als ze bij elkaar waren, waren ze zich bewust van Gods aanwezigheid en er was grote intimiteit. Wie waren deze mensen die steeds bij elkaar waren?

De enige manier om daar achter te komen is door terug te kijken en je voor de geest te halen wat er eerder in het hoofdstuk staat vermeld. En dit is iets wat Amerika hard nodig heeft om te horen! Wie hier aanwezig waren, waren niet de normale mensen die Jeruzalem bevolkten. De dag dat de apostelen het evangelie begonnen te verkondigen was dat niet aan het normale publiek in Jeruzalem. Het was de tijd van het Pinksterfeest en er waren mensen vanuit de hele wereld in Jeruzalem. En in hoofdstuk 2 vers 5 staat letterlijk:

In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde.

Letterlijk staat er ‘vanuit elke natie onder de hemel’. Dat betekent dat er een ongelooflijke diversiteit aan mensen was daar. Wie waren er in de menigte? Joden en heidenen:  

…Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië…

Er zijn mensen die zeggen te weten wat mensen religieus maakt. ‘Religie is een uiting van je temperament.’ En sommigen van jullie zullen zeggen: ‘Ja, je hebt religieuze typen. Er bestaat zoiets als een religieuze persoonlijkheid. Het heeft met psychologie te maken. Sommige mensen houden daar van en hebben het nodig. Mensen houden ervan om naar kerkdiensten te gaan. Maar ik niet. Ik ben niet zo’n type. Ik vind religie iets privé’s. Het is een kwestie van temperament en psychologie.’ Maar hoe kan dat zo zijn, als je ziet dat hier, in Jeruzalem, elke soort mens aanwezig is?

En er is nog iets. Veel mensen zeggen: ‘Religie is een uitdrukking van je cultuur. Als je Italiaan bent, ben je katholiek. Als je Jood bent, hang je het joodse geloof aan. Ben je Arabier, dan volg je de Islam. Ben je Schot, dan ben je Presbyteriaan. Enzovoort. Het is iets dat bij je cultuur hoort.’ Maar dat klopt hier in dit Bijbelgedeelte niet. Want elke cultuur is hier aanwezig! Elk ras, elke klasse, elk temperament. En wat zo verbazingwekkend is, is dat al die mensen zo weinig gemeenschappelijk lijken te hebben. Ze hebben niet dezelfde cultuur, niet dezelfde persoonlijkheid, niet hetzelfde temperament en komen niet uit dezelfde sociale klasse. En toch zijn dit de mensen die onmiddellijk bij elkaar in huis komen. Elke avond. “Ze bleven bijeen”! Je kon ze gewoon niet bij elkaar vandaan houden. Hoe kon dat zo? Daarom is het ook zo goed als we in Amerika dit horen.

In Amerika leeft de gedachte dat we een gescheiden natie zijn. We worden gescheiden door rassen en klassen en andere factoren. ‘We hebben geen gezamenlijk doel. We kunnen niet met elkaar praten.’ En toch hebben we hier in dit Bijbelgedeelte te maken met mensen die veel meer gescheiden van elkaar zijn. Maar ze werden onmiddellijk één.

Dit zijn historische feiten. Er is door historici veel geschreven over waardoor het nou kwam dat de christenen zo succesvol waren binnen het Romeinse rijk. Er waren veel meer godsdiensten in die tijd. Maar waardoor hadden de christenen zo’n invloed? Dat is een vraag die historici moeten beantwoorden. Een historicus uit Yale, Kenneth Scott Latourette [http://en.wikipedia.org/wiki/Kenneth_Scott_Latourette]  heeft deze verklaring:

‘Het succes van het christendom is terug te voeren op haar absolute inclusiviteit. Meer dan enige andere religie trok het christendom alle rassen en klassen aan. De heidense goden, bijvoorbeeld, waren vaak gebonden en beperkt tot bepaalde regio's en landen. Zelfs in de dagen dat het Jodendom het meest actief was in haar activiteiten om tot bekering te brengen, heeft het nooit haar raciale grenzen overschreden omdat zijn bekeerlingen cultureel joods moesten worden. Het Christendom deed haar oproep aan Jood, heiden, Afrikaan en Barbaar.

Aan de andere kant deden de filosofen van Griekenland en Rome alleen een beroep op de opgeleide mens en konden zo nooit de massa’s winnen. Het was één van de aanklachten tegen het christendom dat het de nederige en ongeletterde menigte trok en haar leer was zo eenvoudig dat iedereen die kon begrijpen. Toch ontwikkelde het christendom ook een filosofie die een aantal van de grootste geesten in de samenleving heeft beïnvloed. Binnen het christendom waren ook meisjes en vrouwen actief, terwijl binnen de twee belangrijkste concurrerende religies bijna uitsluitend mannen actief waren en zijn. Tot slot, de mystieke kant van de religies was vooral voor de rijken weggelegd en initiatie was erg duur. Er was geen andere religie waarbij alle groepen en alle lagen van de samenleving aansluiting vond.

De enige houdbare verklaring waarom het christendom als eerste en enige die absolute inclusiviteit heeft, ligt waarschijnlijk in haar leer. In de leer van de uniciteit van Jezus Christus. Want Jezus was niet alleen maar een leraar die een weg naar het heil verkondigde, maar de Zoon van God zelf die redding heeft volbracht. Dat heeft mensen van beide geslachten en van alle rassen, geleerde en eenvoudige mensen, van hoge en lage afkomst in staat gesteld om te delen in de verlossing die mogelijk is gemaakt in Christus.’

Waar heeft deze historicus het over? Hij heeft het over een feit dat echt is gebeurd. Wat wij als maatschappij graag willen, dat iedereen meedoet, gebeurt hier dus echt. En bij geen enkele andere religie gebeurt dat.

In de jaren 40 en 50 was er een dominee, Lloyd Jones, [http://nl.wikipedia.org/wiki/Martyn_Lloyd-Jones] die hier heel welsprekend over kon vertellen. Hij is nu al enige jaren gestorven, maar ik heb tapes van hem waar hij hier over spreekt. Hij heeft over deze passage een preek gemaakt. Hij was een doctor uit Wales die naar Londen kwam en daar tijdens de Tweede Wereldoorlog predikant werd. In de Tweede Wereldoorlog waren er soldaten van over de hele wereld gestationeerd in Londen. Ze kwamen uit allerlei plaatsen in de wereld, allerlei soorten maatschappijen, culturen, klassen. En soms, na de kerkdienst, bleven ze nog om met hem te praten en het verbaasde hem te merken dat ze hem kenden en dat hij hen kende. En hij bedoelde niet dat hij hen eerder had ontmoet of dat ze dezelfde families of kennissen deelden. Hij realiseerde zich dat zij iets gemeenschappelijks hadden dat dieper ging dan nationale of raciale banden, dieper dan biologische of politieke banden.

Lloyd Jones werd christen in de jaren twintig. De Britse maatschappij was toen veel gelaagder dan Amerika ooit is geweest. Hij onderkende direct iets, wat hem bovenmate interesseerde. Hij kwam zelf uit de hogere klasse, hij had gestudeerd. Hij werd eerst predikant in een kleine stad in Wales. Hij zei: ‘Ik merkte dat ik liever de hele dag over de Heer praatte met een nederige oude vissersvrouw, dan dat ik in de club zat met mijn sociale gelijkgezinden, in het gezelschap van de hoogste kringen die Hem niet kennen. Ik voel me een met de mensen die niet van mijn klasse zijn.’

Kijk ook eens naar Paulus, de apostel. Hij kwam uit de hoogste intellectuele kringen en toch schreef hij brieven aan slaven en ongeletterde mensen in kerken zoals die van Korinte en hij zei: ‘Ik verlang ernaar om bij u te zijn.’

Hier zijn intellectuele reuzen die bij de ongeschoolden gaan zitten en die hun leven en hun hart met hen delen. En ze verlangen er zelfs naar om dat te doen! Betekent dat, dat een man die de Griekse en Romeinse dichters kende, die zo hoogopgeleid was en die een goed gesprek zou kunnen voeren met mensen van zijn eigen intellectuele niveau, dat die man wist dat dat niet de echte gemeenschap was? Hij kende het verschil tussen echte eenheid en echt delen en zinloze gesprekken. Ken jij dat verschil?

Er was een man, die hier in de kerk tot bekering is gekomen. Hij had een liberale, artistieke achtergrond. Hij vertelde dat voor hem het meest verbazingwekkende in de wereld was dat de beste vriend die hij nu heeft, sinds hij christen is, een christen is die bankier is op Wallstreet. Hij zei: ‘Hij was van het soort mensen dat ik verachtte. Hij doet alles anders dan ik, wij hadden niets gemeenschappelijk.’ Het was verbijsterend voor hem te ontdekken dat de dingen die hen leken te scheiden helemaal wegvielen. Natuurlijk zijn ze verschillend en hebben ze gesprekken over hun verschillen. Maar er is nu gesprek mogelijk over hun politieke voorkeur, doordat er iets is dat veel dieper gaat dan politiek.

Ik wil je een vraag stellen. Heb jij een lijstje van zulke mensen? Ken jij mensen met wie jij een hechte band hebt dankzij het evangelie, mensen die je anders zou hebben geminacht? Mensen met een heel ander temperament dan jij hebt? Een temperament dat jij eerst haatte en nu ben je opeens boezemvrienden. Zwart, wit. Liberaal, conservatief. Heb jij zulke mensen in jouw vriendenkring?

2.    Wat deden ze als ze samen waren?
We willen niet alleen weten wie er bij elkaar kwamen, maar ook wat ze dan deden. En ze deden altijd deze dingen: ik kan je een hele lijst van dingen geven en over elk punt kun je makkelijk een preek houden. Of ze nou in een grote of een kleine groep waren, altijd deden ze dezelfde dingen. Laten we eens zorgvuldig kijken.

In vers 42 lees je drie dingen die ze altijd deden. In het Engels kun je er drie woorden met een L van maken: Learning, Loving, Liturgy en dat kan in het nederlands ook: Leren, Liefhebben, Liturgie. Ik zal het uitleggen.

Altijd als ze bij elkaar waren bestudeerden ze het onderwijs van de apostelen. Ze wijdden zich daar helemaal aan toe. Een echt Nieuw Testamentische bezigheid!

In de tweede plaats hielden ze van elkaar. Er staat dat ze met elkaar een gemeenschap vormden. Ze wijdden zichzelf toe aan de gemeenschap. Wat betekent dat? Ze hadden iets heel groots gemeenschappelijk: het nieuwe leven. En daar gingen ze mee aan de slag.

Als je een bakje chocoladechips hebt, moet je dat wel naar binnen werken. Je hebt ze al wel, maar je moet ze nog opeten. Zo heb je wel gemeenschap, maar je moet er wel mee aan het werk. Je moet er aan werken, je moet er mee werken. Dat deden ze als ze elkaar ontmoetten. Ze droegen elkaars lasten. Ze vertelden elkaar eerlijk over hun zonden, op een manier waarop ze er daarvoor nooit over spraken met andere mensen.

Voor de wereld gelden daarin andere maatstaven. Daar denken mensen dat je het gaat maken in je leven als je je problemen en zonden juist verbergt voor anderen en hen nooit iets laat zien van waar jij mee worstelt. Laat de mensen vooral denken dat jij overal controle over hebt. Dat is de manier van de wereld. Daar beken je je zonden niet. Daar heb je geen gemeenschap met elkaar. Daar zeg je niet: ‘Hier ben ik.’

Maar als jij samen bent met iemand die het evangelie in zijn leven werkelijkheid wil laten worden, dan kun je jezelf nederig maken, dan geef je toe dat je niet alles doet wat het evangelie vraagt en dat je een Redder nodig hebt. Dat geeft een totaal andere situatie! Dan durf je naakt en beschaamd te staan voor iemand anders. Aan die gemeenschap werkten ze, als ze bij elkaar waren.

In de derde plaats wordt er gesproken over liturgie: ze braken het brood en wijdden zich aan gebed, staat er. Iedereen die deze tekst in het Grieks kan lezen kan hier opmerken dat er niet staat dat ze brood braken in de zin van dat ze samen gingen eten. Maar er staat: hét breken van het brood, wat betekent dat het hier over de maaltijd van de Heer gaat. Op die manier werd er over gesproken: ‘Dit is de maaltijd van de Heer’. En wat ze deden was: aanbidden. Ze braken het brood om aan de dood van de Heer te denken. Om te denken aan degene die voor hen was gestorven, in gezamenlijke aanbidding.

Dus er werd daar geleerd, ze hadden elkaar lief en ze aanbaden God. Learning, Loving, Liturgy. En dat deden ze in kleine en grote groepen. Ze deden dat in de tempelhof en in de huizen. Er wordt ons ook verteld wat het resultaat daarvan is. Lees maar in vers 44:

Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk.

Eén van de resultaten was dus een diepgaande bediening [deep ministry].
En nog een ander resultaat in vers 47 kun je ‘werken aan de bediening’ noemen [ Engels: work ministry]:

Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.

Diepgaande bediening betekent, kijk maar in vers 44, dat ze zo vrijgevig met hun goederen omgingen, dat er geen armoede onder hen was. En we weten van kerken die ook zo vrijgevig zijn naar mensen buiten de kerk. Een van de dingen die gebeurde, hoe meer ze deden aan Leren, Liefhebben en Liturgie, was dat ze heel vrijgevige mensen werden.

Maar dan, in de tweede plaats, wordt ons verteld dat de kerk dágelijks groeide. Er staat:

De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.

Waarom? Omdat ze in de gunst stonden bij alle mensen. En dat betekent dat ze geen grote bekeringsprogramma’s opzetten, maar dat hun leven zo aantrekkelijk was en dat hun gemeenschap zo aantrekkelijk was waardoor mensen nieuwsgierig werden naar wat er gaande was.

Ik kan je vertellen dat de enige keer in mijn leven dat ik zelf heb meegemaakt dat een groep christenen groeide zoals hier wordt beschreven, met mensen van 15 tot 101 jaar, was toen ik net een jaar echt christen was geworden, in 1970 in een kleine universiteitsgemeenschap. Wij hadden geen dominee en geen programma’s die we volgden. Wat we wel hadden was dat we opgewonden waren over ons nieuwe leven. Ik zat in een kleine groep die elkaar twee uur per dag ontmoette, ’s morgens voor we naar college moesten. We spraken met elkaar over wat God had gedaan tijdens je stille tijd, je bijbelstudie en gebed. We spraken hierover, we baden met en voor elkaar en aten samen. En een avond in de week ontmoetten we elkaar voor dezelfde dingen als die ik net noemde: Leren, Liefhebben en Liturgie. En weet je wat er gebeurde? Het leek wel een explosie! We hadden een aantal van deze groepen die deze dingen samen deden en dat aantal groeide. Ze deden altijd hetzelfde. De mensen versterkten elkaar. Ze leerden samen. Ze aanbaden. Er was een diepe bediening. Ze kwamen samen en als je een van deze elementen weg zou halen, zou alles instorten. Het zijn tekens van nieuw leven!

Je moet goed naar jezelf kijken. Het is zo compleet hoe het hier beschreven staat! Heb jij steun aan grote en kleine groepen in je leven? Zijn beide aanwezig: leervraagstukken waar je je over buigt en relaties waar je je aan scherpt? Of bestudeer je echt de bronnen die er zijn, de theologie die er is, maar houd je niet van andere mensen doordat je een meer cognitief ingesteld persoon bent en relationeel niet zo sterk bent? Of ben je juist meer met relaties bezig en zeggen al die leerstukken je niet zo veel? Haat je al dat dogmatische gedoe? Let op: de tekenen van het nieuwe leven gaan over alle aspecten samen! Die dingen versterken elkaar juist.

3.    Waarom kwamen ze bij elkaar?
We hebben gezien wie er bij elkaar kwamen en wat ze dan deden. Maar er was een kracht en een energie die hen aandreef. Dat zie je aan het einde van de tekst en het is heel belangrijk om te zien. In vers 46, 47 staat:

Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. 47 Ze loofden God…

Ze loofden God. En dat was wat ze eigenlijk aan het doen waren als ze het onderwijs van de apostelen bestuurden. Dat waren ze aan het doen als ze elkaar liefhadden en anderen vertelden over het goede nieuws. Het loven en prijzen van God is de energie hierachter en ik zal je vertellen waarom.

C.S. Lewis heeft hier heel boeiende dingen over gezegd:
‘Ik denk dat we het heerlijk vinden om de lof te zingen op wat ons verheugt want de lof drukt niet alleen iets uit, maar voltooit juist het genot, het is de aangewezen manier om het te voltooien. Als geliefden elkaar blijven vertellen hoe mooi ze elkaar vinden, is dat niet om de ander te complimenteren; de vreugde daarover is niet compleet totdat er uitdrukking aan is gegeven.’

Dit gaat heel diep, maar we herkennen het allemaal. Als je een muziekstuk ontdekt dat je echt heel mooi vindt, als je een kunstwerk vindt waar je veel van houdt, als je iets heel moois ziet, dan, zegt Lewis, is er aan dat hele mooie iets eigens dat maakt dat je er iemand anders aan zijn haren bij wil slepen: ‘Kijk! Luister!’ Je moet wel. Weet je waarom? Lewis zegt: ‘Mooie voorwerpen vragen zelf om lof.’ Elk mooi voorwerp vraagt erom om geprezen te worden. En de vreugde, de blijdschap die een mooi voorwerp je kan geven, moet je uiten. Het moet zichzelf als het ware bevrijden in lofprijzing! Je moet er wel mooie woorden over zeggen. “Kijk eens hoe mooi dat is!’ Je bent het voorwerp aan het loven. Je moet wel. En jouw vreugde erover is pas compleet als je er uiting aan hebt gegeven en iemand anders ook zegt: ‘Wow, mooi!’

Snap je wat Lewis bedoelt? Hij zegt dat je niet gewoonweg je vreugde tot uitdrukking brengt, maar je maakt je vreugde compleet als je het voorwerp van vreugde prijst. Als je dit niet begrijpt, dan snap je niet veel van de dingen die christenen doen als ze bij elkaar zijn.

Weet je waarom we bij elkaar zijn en wel bij elkaar moeten komen? Hoe mooier een voorwerp, hoe groter de vreugde is die je er over hebt en hoe groter de drang om die vreugde naar buiten te laten komen door lofprijzing. En hoe meer contact je wilt hebben met mensen die er ook mooie dingen over willen zeggen. Een mooie poes is één ding, maar een mooi mens is een heel ander ding. Hoe hoogstaander het voorwerp van lof, hoe groter je waardering ervoor wordt. Het zet je aan tot lofprijzing.

En dat is wat we doen als we in gemeenschap zijn met andere mensen, die dezelfde schoonheid zien en zeggen: ‘Kijk nou toch eens.’ En zo wordt de manier waarop je lof brengt steeds beter.

Wat denk je dat ik hier elke week sta te doen? Hoe komt het dat je mij soms wat geagiteerd en gestrest naar voorbeelden hoort zoeken, naar mooie en duidelijke manieren om iets uit te leggen. Wat denk je dat ik dan aan het doen ben? Ik probeer uitdrukking te geven aan wat ik wil zeggen. Ik zie iets moois en er gebeurt hetzelfde als jij je vrienden dwingt te luisteren naar een nieuwe cd die je hebt gekocht en zegt: ‘luister hiernaar!’ Want hoe mooier een voorwerp, hoe meer je pogingen en moeite doet om je lof daarover naar buiten te brengen. En hoe beter je in staat bent je lof te verwoorden, hoe meer plezier je dat geeft. Het vraagt erom om geprezen te worden.

En dat doen we als we samen zijn. Christenen komen niet bij elkaar omdat ze het ze leuk vinden om bij elkaar te komen en omdat het zo leuk is om gelijkgezinden te ontmoeten. Dat is absoluut de reden niet. Dat was ook niet de reden dat mensen elkaar elke dag wilden ontmoeten in Jeruzalem.

Waarom ontmoetten die mensen elkaar dan elke dag? Weet je wat gemeenschap is? Hoe troost je elkaar? Dan zeggen we: ‘Prijs degene die gestorven is voor jou. Het komt goed. We prijzen degene die zelf gebroken is. Daarom breken we steeds het brood met elkaar.’

Hoe confronteren we elkaar met onze fouten? We zeggen: ‘We prijzen degene die zo heilig was dat hij wilde sterven voor onze zonden. Hoe kun je dit dan toch doen?’

Hoe confronteren we elkaar? Door met elkaar God te prijzen. Hoe troosten we elkaar? Door samen God te prijzen. Hoe helpen we mensen tot heling? Door samen God te prijzen om zijn genade en heiligheid.

Voor mensen die hier buiten staan, is het onmogelijk om dit te begrijpen. Mensen zeggen dan bijvoorbeeld dat ze het niet goed vinden dat je probeert andere mensen te bekeren. Maar alles wat we doen is proberen uiting te geven aan onze vreugde. Of ze zeggen: ‘Het is mooi voor jou, maar je moet er andere mensen niet mee lastig vallen.’ Waar heb je het over? We zien God niet als iets leuks voor onszelf, maar als Iemand van absolute schoonheid. En natuurlijk moeten we daar gevoelig voor worden. Maar dit heeft niet te maken met een kwestie van smaak, zoals je dat bij een schilderij wel kunt hebben. Dat kun je mooi vinden of niet. Iemand met een zondig hart zal niet veel geven om de schoonheid van de Heer. Hij moet er gevoelig voor worden. En dat is wat we aan het doen zijn. Dat is de reden waarom we het doen. En dat is wat ons drijft en hoe je werkt aan gemeenschap.

Ben jij toegewijd aan de gemeenschap? Wil jij zo toegewijd zijn dat je één wordt met mensen die christenen zijn? Hoe doe je dat dan?

Sommige mensen zijn verbitterd over andere christenen. Hoe wijd je je dan toe aan de gemeenschap? Dan prijs je de Heer die zich gebroken heeft voor jou. Ontdoe je van je verbitterdheid. Dat past niet bij de gebroken Heer.

Sommige mensen zijn onverschillig. Je kijkt rond en je constateert dat sommige mensen wel bij je passen, het is jouw soort mensen, maar anderen zijn dat totaal niet. Je kunt het offer van Christus niet prijzen en gelijktijdig iemand een kopje kleiner maken omdat hij niet jouw soort mens is. Je kunt zijn offer niet prijzen en tegelijkertijd onverschillig staan ten opzichte van andere mensen. Je kunt wel wéten dat Hij aan het kruis is gestorven, maar daar hebben we het niet over. Echte gemeenschap is dat je Hem ervoor prijst dat hij dat heeft gedaan. Je kunt er met vreugde over zingen. Als jij je bitter voelt in je hart over een andere gelovige, of over wie dan ook, komt dat doordat je Jezus niet prijst voor wat hij aan het kruis heeft gedaan voor jou. Wat zou er gebeuren als hij dat niet had gedaan voor jou? Wat als hij jou niet zou hebben vergeven? Je kunt niet zijn vergeving ontvangen en tegelijk zelf iemand anders vergeving onthouden. Kijk naar hem! Dat zal alle barrières van cultuur, ras en temperament verbreken. Dat verbreekt alle barrières die er zijn ontstaan door jouw geschiedenis, ongeacht wat men met jou heeft gedaan. Onverschilligheid, gevoeligheden, boosheid, gekwetste gevoelens, passiviteit…doe het allemaal weg. Want we prijzen degene die gebroken is voor jou en mij. Wees toegewijd aan de gemeenschap. Ondersteun de gemeenschap in jouw kerk.

Laten we bidden.

Geef ons, o Vader, een vleugje van wat deze vroege christenen hadden. Als we  degene die is gebroken voor ons prijzen, laat ons dan ervaren dat de gebrokenheid onder de mensen geheeld kan worden. Hoe meer we zien hoe gebroken hij werd voor ons, hoe minder gebrokenheid er zal zijn in onze relaties. Heer, ieder die deze preek leest, heeft wel iets waar hij mee moet leren omgaan. Sommige mensen vinden het niet fijn om met andere soorten mensen om te gaan, ook al zijn het christenen. Sommigen hechten aan hun privacy, anderen willen hun geld niet aan anderen weggeven. Sommigen worstelen met haat tegen andere rassen, anderen met klassenverschillen of met hun temperament. Weer anderen koesteren hun gewonde gevoelens. O Heer, help ons om toegewijd te zijn aan de gemeenschap, om daar mee aan het werk te zijn. Want daarmee prijzen we en verheugen we ons in de schoonheid van degene die gebroken is voor ons. In zijn naam bidden we dit.
Amen.

 

 

 

 

 

donderdag 9 mei 2013

De Hemelvaart


De Hemelvaart
The Ascension
Tim Keller
Handelingen 1:1-12
Te beluisteren in het engels op:

Samenvatting
Hemelvaart is het logische gevolg op alles wat Jezus daarvoor heeft gedaan. Eerst begrijpen de discipelen de kracht van de Hemelvaart nog niet. Ze staren naar de hemel en missen Jezus als leider. Maar door de zachte berisping van de engelen valt het kwartje: nu Jezus naar de hemel is gegaan, is hij juist méér aanwezig dan dat hij op aarde was gebleven.
De aard van de hemelvaart is dat Jezus, in plaats van binnen onze tijd en ruimte te blijven, waar hij maar op één plek te gelijk kon zijn, daaruit weg is gegaan. Hij heeft nu de positie waarin hij alles kan zijn wat hij was en wat hij deed op aarde: hij is onze herder, hij is onze plaatsvervanger, onze bemiddelaar, ons offer.
De betekenis van Hemelvaart is dat Jezus nu in de hemel profeet, priester en koning is. Zo is hij opgestegen en zo zal hij terugkomen. Wij zijn nu zijn vertegenwoordigers. Dat betekent voor ons dat wij nu op aarde profeet priester en koning zijn. Als jij christen bent en je vertelt iemand anders over Jezus Christus, dan horen ze de stem van Jezus Christus door jou heen. Jij bent de leraar, de profeet. Wij hebben diezelfde bevrijdende kracht.

Handelingen 1:1-12
1 In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, 2 vanaf het begin tot aan de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen, nadat hij de apostelen die hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. 3 Na zijn lijden en dood heeft hij hun herhaaldelijk bewezen dat hij leefde; gedurende veertig dagen is hij in hun midden verschenen en sprak hij met hen over het koninkrijk van God.
4 Toen hij eens bij hen was, droeg hij hun op: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan. 5 Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.’ 6 Zij die bijeengekomen waren, vroegen hem: ‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ 7 Hij antwoordde: ‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. 8 Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’
9 Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. 10 Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. 11 Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’
12 Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem. Deze berg ligt vlak bij de stad, op een sabbatsreis afstand.

Preek
Inleiding
Aan het eind van het evangelie van Lucas, beschrijft Lucas de Hemelvaart van Christus. En hier, aan het begin van het boek Handelingen, dat ook door Lucas is geschreven, vermeldt hij de Hemelvaart nog een keer.

Er zijn drie momenten uit het leven van Jezus waar heel veel aandacht aan wordt gegeven in de kerk en de maatschappij, namelijk bij zijn geboorte, zijn dood en zijn opstanding. En op die dagen heeft bijna iedereen vrij: met Kerst, met Goede Vrijdag en met Pasen. Als je naar een kaartenwinkel gaat vind je kaarten die passen bij deze drie feestdagen.

Je zult echter veel moeite moeten doen om een Hemelvaartskaart te vinden. Ik heb het geprobeerd. Hemelvaart valt in het kerkelijk jaar veertig dagen na Pasen, maar in die tijd heb ik geen Hemelvaartskaart kunnen ontdekken. En dat terwijl het zo’n belangrijke gebeurtenis was! Ik zal je uitleggen waarom.

Net als dat het belachelijk is om een prachtig huis te bouwen als er niemand in gaat wonen; net als dat het lachwekkend is om een heerlijke maaltijd te bereiden als niemand ervan gaat eten, zo hebben de geboorte, het sterven en de opstanding van Jezus geen enkele nut als er geen Hemelvaart op volgt. Hemelvaart is het logische gevolg op alles wat Jezus daarvoor heeft gedaan. Alles wat Jezus op aarde was en alles wat hij op aarde deed, liet hij de wereld en jouw leven binnenkomen, met alle genezende kracht die dat in zich had.

Laten we eens gaan kijken naar

  1. de kracht van de Hemelvaart
  2. de aard van de Hemelvaart
  3. de betekenis van de Hemelvaart
1.    De kracht van de hemelvaart
Zodra Jezus naar de hemel was gegaan, kwamen er engelen naast de apostelen staan. Zij zeiden, vers 11:

‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’

Hoezo vragen die engelen: ‘Waarom sta je daar te kijken?’ Ze geven de apostelen een zachte berisping. Waarom? Voor de apostelen had de Hemelvaart de betekenis dat Jezus nu afwezig was. Ze waren zijn leiderschap kwijt, de intimiteit met hem en de bescherming die hij hun gaf. Daardoor stonden ze daar, verdrietig, ontdaan. Maar de engelen zeggen echter: ‘Als jullie niet vervuld zijn met heerlijke activiteiten en zelfvertrouwen, als je daar maar blijft staan en als je vastzit aan inactiviteit, dan begrijp je de essentie van Hemelvaart niet. Dan is het kwartje nog niet gevallen.’ De reden dat de engelen bij de discipelen komen staan is dat de doctrine van de Hemelvaart nog niet door hen is begrepen.

Het boeiende voor ons is dat wij zowel het boek Handelingen als Lucas hebben. Want hier, in Handelingen staat:

Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem.

Maar in Lucas, in de allerlaatste verzen, Lucas 24: 52 en 52, lezen we:

Ze brachten hem hulde en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem, waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden.

Lucas beschrijft hóe ze terugkeerden naar Jeruzalem. Toen was het kwartje dus wel gevallen! Ze gingen de wereld in alsof ze ‘Thunderbolts’ waren [letterlijk vertaald: ‘bliksemschichten’. Bedoeld wordt: met ontzettend veel energie en kracht]. Zo moeten wij ook worden, ook na de zondag. Wij moeten ook gevuld met die vreugde de wereld in, als ‘Thunderbolts’. Zo niet, dan hebben ook wij het nog niet te pakken.

Hemelvaart laat zien waarom Jezus al het andere heeft gedaan. Hemelvaart werkt juist het tegenovergestelde uit van wat de apostelen verwachtten. Hemelvaart betekent niet dat Jezus afwezig is. Het vergroot juist de aanwezigheid van Christus. Het betekent niet het verlies van zijn leiderschap, zijn intimiteit en zijn bescherming, maar juist de vergroting, de oneindige vergroting ervan.

Dit is ook een geestelijke waarheid. Tenzij jij begrijpt wat Hemelvaart betekent, tenzij je goed zicht hebt op Jezus Christus die opgenomen is naar de hemel en nu aan de rechterhand van God in de hoge zit, zul je omhoog blijven staan staren. En de engel zegt dat dat volkomen ongepast is.

Deze uitspraak die iemand deed: ‘Als je hart niet minstens één keer per dag breekt door wat je in het leven tegenkomt, laat dat een gebrek aan voorstellingsvermogen zien’, is zo waar. Maar wat kun je dan gaan doen? Er zijn maar twee dingen die je kunt doen: je kunt je verbeelding stopzetten, je kunt ophouden met nadenken. Of anders kun je naar de bron gaan van glorievolle vreugde, die je hart niet verdooft en die je niet verblindt voor de gebrokenheid in de wereld, maar die je omhoog tilt boven die gebrokenheid. En daar heb je de Hemelvaart voor nodig. Je moet het bij wijze van spreken in je bezit krijgen. Je moet de kracht ervan inzien. Dat is ons eerste punt.
 
2.    De aard van de Hemelvaart.
Wat is Hemelvaart eigenlijk? Wat is de aard ervan? Wat bedoelen we als we zeggen dat Jezus is opgevaren? Het is goed om je eerst te realiseren dat het woord ‘omhoog geheven/ opstijgen/ opvaren’ [in het engels ‘ascended’] een dubbele betekenis heeft.

Ergens in Engeland staat een troon, waar elke koning/ koningin op plaats neemt als hij/ zij gekroond is. Die moet ergens staan, al weet ik niet precies waar. Maar er is een troon van Engeland. Kijk, ze zullen je het niet toestaan, maar technisch gezien zou jij de trappen kunnen beklimmen en de troon kunnen bestijgen. Dat is feitelijk wat het woord ‘ascends’ betekent: ‘de trappen op lopen en de troon bestijgen’. En iedereen hier kan dat in feite doen, als je de veiligheidsmensen kunt omzeilen. Dan kun je de troon van Engeland bestijgen. Aan de andere kant weet je ook wel dat als jij daar eenmaal op die troon zou zitten, dat helemaal niets zou uitmaken. Want het woord ‘bestijgen’ beschrijft iets dat dieper gaat dan ‘op een troon zitten.’ ‘De troon van Engeland bestijgen’ betekent dat jouw relatie met alle mensen van Engeland verandert. En jouw relatie met alle andere landen verandert. Het gaan ‘zitten op de troon’ is beeldspraak.

Nu terug naar de Hemelvaart van Christus. Het heeft niets te maken met een ruimtereis. De eerste kosmonaut, Yuri Gagarin, de eerste mens die de ruimte in ging, zei bij terugkomst op aarde dat hij geen spoor van een hemel of van God had gezien.

Uit de bijbel weten we dat God niet in de hemel [‘heavens’] woont. Dat woord betekent in de bijbel: de lucht. Er wordt niet de atmosfeer of de stratosfeer mee bedoeld, maar het universum. Bijbels gezien is de relatie tussen God en ons niet zoals die tussen iemand die in een penthouse woont en de mensen op de eerste verdieping. De relatie tussen God en ons is eerder te vergelijken tussen die van een toneelschrijver met de personages, de karakters in zijn nieuwe toneelstuk. Een toneelschrijver creëert een nieuwe wereld. En de enige manier waarop de personages ook maar iets van hem en van zijn karakter te weten kunnen komen is als hij zichzelf ook een rol geeft in het stuk. Hij leeft in een heel andere werkelijkheid. En hij creëerde de werkelijkheid van het toneelstuk. De spelers kunnen alleen dat van hem weten wat hij zelf bekend wil maken. Dat lukt niet door als toneelspeler rondjes te gaan rennen over het podium of door achter de gordijnen, backstage, te gaan kijken.

De oorzaak waardoor wij iets over God te weten zijn gekomen, is doordat hij zichzelf in het stuk heeft binnengeschreven. De auteur schreef zichzelf in in het spel: Jezus Christus. Maar als Jezus Christus naar de hemel vaart, betekent dat niet dat hij naar een ander deel van het toneel gaat. Hij gaat niet naar een andere ruimte of een ander deel van het universum. Er staat niet dat hij opgenomen werd in de hemelen, de ruimte. Kijk maar in vers 2:

de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen

[In het engels staat er niet ‘heavens’, maar ‘heaven’.]

Dat betekent dat hij niet verder leeft in een ander deel van het universum, maar dat hij nu in een nieuwe verhouding staat tot het universum. Hij koos er zelf voor om een lichaam aan te nemen. Hij werd een mens, waardoor hij begrijpt hoe het is om een mens te zijn. Hij leefde perfect, in onze plaats. Hij voldeed aan alle voorschriften en eisen die God in zijn wet aan alle mensen had gesteld. Hij stierf en stond weer op uit het graf, wat betekent dat hij nu de dood heeft verslagen! In plaats van binnen de tijd en de ruimte te blijven, waar hij maar op één plek tegelijk kan wezen en maar op één tijdstip ergens kan zijn, ging hij uit onze tijd en ruimte weg. Hij is niet opgenomen in de ‘hemelen’ [heavens], maar in de hemel [heaven]. De bijbel probeert dat bij elkaar te krijgen door te zeggen dat hij nu op de troon zit. Dat betekent dat hij nu de positie heeft waarin hij alles kan zijn wat hij was en wat hij deed: hij is onze herder, hij is onze plaatsvervanger, onze bemiddelaar, ons offer. En nu is zijn verhouding met ons dat hij alles kan geven en in ons leven kan toepassen wat hij voor ons bewerkt heeft, alle heerlijkheden en gaven van wat hij heeft gedaan. Overal. En dat kan hij over de hele wereld doen, waar dan ook!

Denk even terug aan Paasmorgen. Toen Maria van Magdela Jezus zag, hield ze hem vast. Wat zei Jezus toen? In Johannes 20: 17 staat:

‘Houd me niet vast. Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader.’

Als je dit voor het eerst leest kun je denken dat Jezus zegt: ‘Maria, raak me niet aan.’ Het lijkt een taboe om hem aan te raken. Bij eerste lezing kan het een soort hocus pocus lijken. Er is iets aan Jezus dat je hem niet aan moet raken, omdat hij naar de Vader moet opstijgen. Maar dat staat er niet. Kijk maar in Lucas 24 en Mattheüs 28, waar vrouwen hem ook stevig vast houden, maar waar hij dan niets van zegt. Hij lijkt dat goed te vinden. En tegen Thomas zegt hij zelf met zoveel woorden: ‘Kom en raak me aan’. Dus dat aanraken kan het probleem niet zijn met Maria. Wat dan wel?

Wat Jezus probeert duidelijk te maken is: ‘Maria, je begrijpt het niet. Je bent bang om mij te laten gaan. Laat me gaan. Laat me naar de hemel varen. En als jij me naar de hemel laat gaan, zul je me nooit meer kunnen verliezen. Maria, als ik hier blijf, kan ik maar op één plaats in de tijd te gelijk zijn. Maar Maria, luister, als ik naar de hemel ga, als ik opstijg, zullen ze nooit, nooit, nooit de mogelijkheid hebben om mij van jou af te pakken. Ze kunnen je vastketenen en opsluiten in de diepste kerker, ze kunnen de deur barricaderen, maar ik zal dichter bij je kunnen zijn dan ik ooit ben geweest. Maria, als ik opstijg, dan wordt wat ik nu ben explosief verdeeld over de hele wereld. Als jij me laat gaan zodat ik kan opstijgen, zul je me nooit meer kwijtraken.”

Hemelvaart betekent dus niet dat hij naar een andere plaats in de hemelen is gegaan. Hij is de hemel binnen gegaan zodat alles wat hij was en is beschikbaar is voor de hele wereld.

3.    De betekenis van de Hemelvaart
In het tweede punt zagen we dat Jezus Christus nu op de troon van God zit. Je kunt zeggen: ‘Dat klinkt spannend en ook wel een soort van krachtig, maar wat betekent dat nu dan?’Dat wil ik je graag vertellen. Wat betekent de Hemelvaart?

In vers 11 leggen de engelen de betekenis uit van Hemelvaart. Zij zeggen:

‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’

‘Dezelfde Jezus als jullie hebben zien weggaan, komt terug. Hij komt terug zoals hij is weggegaan.’ Waarom? Waar hij nu is, is hij hetzelfde als hij hier net nog was. Ken je dat lied dat we soms zingen van John Newton, waarin we in één zin zingen:

‘Jezus, mijn broeder, herder, vriend,
Mijn profeet, priester, koning.’

In de traditie zijn alle dingen die Jezus heeft gedaan en waar de bijbel over spreekt samengevoegd tot de taken van profeet, priester en koning. Zo hebben wij dat georganiseerd. We zeggen: ‘Hij was een ongelooflijke leraar, een ongelooflijke profeet. Hij bracht ons de waarheid die ons in de vrijheid zette. Hij was een ongelooflijke priester, want als mensen naar hem toegingen, ontmoetten ze God. Hij opende de weg naar God. En hij is een geweldige koning, want hij is de leider die ons heeft bevrijd’. En nu zie je, nu hij naar de hemel vaart, dat zijn priesterschap, zijn koningschap en zijn leraarschap kosmisch wordt. Ze worden beschikbaar voor iedereen en kunnen overal worden toegepast. Men probeert hier mee te zeggen dat Jezus nog steeds een profeet, priester en koning is. Maar nu is het wel veranderd: wat Jezus heeft bewerkt wordt vrijgegeven, het explodeert, het wordt uitvergroot.

Laat me je uitleggen wat dat voor ons betekent.

  1. Jezus is profeet.
Deze tekst uit Handelingen laat ons in het bijzonder zien wat Hemelvaart betekent voor het feit dat Jezus een profeet is. Het boek Hebreeën laat zien wat Hemelvaart betekent voor het feit dat Jezus een priester is. En de brief aan de Efeziërs laat ons zien wat Hemelvaart betekent voor het feit dat hij koning is. Ik wil je praktisch laten zien wat dit betekent.

Jezus is weg, onze leraar is weg. Dat is verschrikkelijk! Jezus was een heel goede leraar. Niemand sprak met zoveel wijsheid. Niemand sprak met zoveel autoriteit. Zijn autoriteit werd steeds genoemd. Maar bovenal sprak niemand ooit eerder over de waarheid die bevrijdde. In Johannes 8, 31 zegt Jezus:

‘Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’

Hij zegt: ‘Blijf bij mijn woord. Blijf in mijn waarheid. De schoonheid, de wijsheid en de autoriteit van mijn waarheid zal je bevrijden.’ Zie je dat Jezus woord een koninklijk woord is? Als mensen het recht op zelfbeschikking opgeven en onder Jezus woord komen, worden ze bevrijd! Ze ervaren bevrijding. Net als een trein niet vrij is als hij in het water wordt gelaten, maar alleen als hij op het spoor rijdt waar hij voor is gebouwd. Net als een vis niet vrij is als hij op de wal ligt, maar in het water, want daar is hij voor gemaakt.

Dus als je onder de kracht komt van het onderwijs en het woord van Christus, ervaar je wat in een oud gebedenboek wordt gezegd: de dienst aan hem is perfecte vrijheid. Dat is bevrijding, dat is ongelooflijke bevrijding.

Maar Jezus is weg! Daar gaat hij! Hoe kan nu ooit zijn onderwijsbediening voortgang vinden!? Sommige mensen zeggen: ‘Daar hebben we de bijbel voor.’ Ja, zeker! En ik hoop niet dat iemand hoopt dat ik ga zeggen: ‘Dat is niet genoeg.’ Maar dat is niet de manier waarop God werkt. De onderwijsbediening van Jezus gaat door. Dat kun je zien! Allereerst moet je eens in vers 1 kijken:

In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven…

Lucas herinnert Theofilus eraan dat hij al een ander boek heeft geschreven. Eerst schreef hij het evangelie volgens Lucas en nu schrijft hij het boek Handelingen. Zegt hij nu tegen Theofilus dat hij in het boek Lucas beschreef wat Jezus deed en zei en dat hij nu in het boek Handelingen gaat beschrijven wat de kerk doet en zegt? Nee. Wat zegt hij? ‘In mijn eerste boek heb ik beschreven wat Jezus begon te doen en te onderwijzen.’ En dat moet betekenen dat Lucas zegt dat hij in het boek Handelingen, beschrijft waar Jezus door de kerk heen mee doorgaat in zijn daden en zijn onderwijs.

De kracht van wat ik je probeer te vertellen, de kracht van deze bijbelse boodschap is zo sterk dat er soms vertalers zijn die het je dat niet laten zien in hun vertaling. Ze denken dat als je het leest je je te zeer zou verbazen en het je in verwarring zou kunnen brengen. Dit klinkt vaag, maar laat het me je uitleggen.

Bijvoorbeeld in Efeziërs 4: 20 en 21

Maar zo hebt u Christus niet leren kennen! U hebt toch over hem gehoord, u hebt toch onderricht over hem gekregen?(NBV)

[In de Herziene Statenvertaling komt het woord ‘waarheid’ voor, zoals ook in de engelse vertaling die Keller gebruikt:

Maar u hebt Christus zo niet leren kennen als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is.]

Paulus zegt tegen de Efeziërs: ‘Jullie hebben over hem gehoord en er is over hem gesproken volgens de waarheid die in Jezus Christus is.’ Hij verwijst naar het feit dat er gepredikt werd, dat daar naar werd geluisterd. In de oorspronkelijke Griekse tekst wordt hier niet gezegd: ‘U hebt over hem gehoord.’ Er staat: ‘U hebt hem gehoord.’ U hoorde hem! [Zie ook HSV.]

Kijk ook eens in Efeziërs 2:17, waar Paulus aan dezelfde mensen schrijft:

Vrede kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: dankzij hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.

Jezus Christus was nooit in Efeze of in Azië! Hoe kan Paulus dan zeggen dat Jezus naar hen toekwam en het woord aan hen kon prediken? Hoe kan hij zeggen in Efeziërs 4: ‘U hoorde hem?’ De vertalers zetten er vaak een voorzetsel voor waardoor er komt te staan: ‘U hoorde over hem’. Want ze denken dat als iemand het zou lezen zonder voorzetsel hij in verwarring zou kunnen worden gebracht. Maar de bijbel noemt dat woord niet.

Als jij christen bent en je vertelt iemand anders over Jezus Christus, de Jezus Christus uit de bijbel, dan horen ze de stem van Jezus Christus door jou heen. Jij bent de leraar. Wij zijn de leraren. Wij hebben diezelfde bevrijdende kracht. In vers 6 zeggen de apostelen:

‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’

Ze vragen: ‘Gaat ú het koningschap herstellen?’ Maar wat zegt Jezus in vers 8?

‘…Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’

‘Júllie zullen mijn getuigen zijn.’

In vers 6 hebben de apostelen het over ‘gaat ú’, maar Jezus zegt: ‘Nee, nee, nee, júllie gaan…Jullie zijn mijn vertegenwoordigers, jullie zijn mijn getuigen, jullie zijn de leraren.’

Nou kan iemand zeggen: ‘Hoe kan dat nou zo zijn?’ Mag ik je nog een klein duwtje geven? Ken je die plek waar Jezus Christus zegt (Mat 11:11):

Ik verzeker jullie: er is onder allen die uit een vrouw geboren zijn nooit iemand opgetreden die groter was dan Johannes de Doper; maar in het koninkrijk van de hemel is de kleinste nog groter dan hij.

Jezus zegt: ‘De grootste profeet in de geschiedenis van de wereld was Johannes de Doper. Er is nooit een groter profeet geweest dan hij. De minste, de kleinste in het koninkrijk van God, is groter dan hij.’

Dit kan veel dingen betekenen, maar het betekent tenminste het volgende. Ben jij christen? Misschien zeg je: ‘Ik ben een vrij zwakke christen.’ Dat maakt dus niet uit. Want Jezus zegt: ‘De minste, kleinste in het koninkrijk van God.’ Iemand moet de minste, de kleinste zijn in het koninkrijk van God. Dat kan niet anders, één iemand is dat. Daar kun je allerlei grapjes over maken. Iemand is het kleinst, het domst…Maar Jezus zegt: ‘Dat maakt niet uit. Je bent een grotere profeet dan Johannes de Doper!’ Waarom? Toen Jezus Christus verscheen op aarde, liet hij de mensen voortdurend iets zien. Weet je wat? Dat was het evangelie. Hij hield hen voortdurend de bijbel voor. Hij opende de bijbel en zei: ‘Het ging allemaal over mij!’ Toen hij met de twee discipelen sprak op weg naar Emmaüs

‘….verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.’ (Luc. 24:27)

Toen hij de discipelen ontmoette in de bovenkamer, aan het eind van Lucas 24:

‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’

Het ging allemaal over hem. Hij gebruikte er na zijn opstanding veertig dagen voor om hen te laten zien wat Johannes de Doper niet wist. En wat niemand weet tot de profetische bediening van Jezus Christus aan de rechterhand van God jou raakt.

Totdat Jezus Christus bij de discipelen kwam dachten ze dat de bijbel over henzelf ging. Ze lazen de verhalen van David en zeiden: ‘David doodde de reus Goliath. Zo moet ik ook zijn!’ Zie je? En dat geldt voor elk verhaal. ‘Mozes, zo zou ik ook moeten zijn! Kijk naar deze profeet, deze priester, deze koning. Zo zou ik moeten zijn.’

Je kunt op twee manieren de bijbel lezen. Je kunt de bijbel lezen alsof het allemaal over jou gaat. Elk deel van de bijbel gaat over jou. Hoe jij zou moeten leven. Hoe jij moet bidden als je wilt dat God jouw gebeden beantwoordt en jou een plezier gaat doen. Of anders!

Jezus zegt: ‘Nee, nee, nee. Jij moet begrijpen dat ik de echte David ben. Ik ben de echte profeet en de echte priester en de echte koning. Alles in de bijbel gaat over mij. Ik ben de ware held. Het evangelie is niet: ‘Doe je best om volgens deze regels te leven en dan zal God je een plezier doen.’

Het evangelie is dat Jezus Christus kwam en het leven leefde dat jij zou moeten leven. Hij stierf de dood die jij had moeten sterven. En hij maakte de weg naar hem zelf open, zodat als je vertrouwt op hem, je helemaal geaccepteerd zult worden door de Vader. En als je dat begrijpt dan zie je opeens dat de hele bijbel niet over jou gaat, maar over hem!

En als jij dat weet, weet jij iets wat Johannes de Doper nog niet wist. En dat verandert alles! Als jij het evangelie begrijpt, en niet alleen de bijbel, maar ook alles waar het evangelie invloed op heeft in je leven, verandert het hele leven door het evangelie. Dan heb je niet alleen de profetische bediening van Jezus Christus ontvangen waardoor hij je geest verlicht, maar dan keer je je ook om naar andere mensen om het aan hen door te geven. En dat bevrijdt mensen! ‘Jullie zijn mijn getuigen, jullie zijn mijn vertegenwoordigers’. Jezus Christus profetische bediening gaat dus voort door ons.

Wat zijn de gevolgen daarvan? Ik zal er slechts een paar noemen. Ik kan nu niet veel vertellen over de implicaties daarvan voor het priester en koning zijn, ik wil nu vooral één van de ongelooflijke gevolgen uitleggen van de Hemelvaart van Jezus Christus.

Als Jezus Christus naar de hemel is gevaren en als wij nu de profetische bediening hebben gekregen, als hij dat nu door ons heen doet en wij zijn getuigen zijn, spreekt hij dus nog steeds tot mensen. Als wij mensen over het goede nieuws vertellen, horen ze de stem van Jezus. Dat is wat de bijbel steeds maar weer zegt. Onze profetische bediening is groter dan die van Johannes de Doper.

Betekent dit dat jij en ik betere mensen zijn dan Johannes de Doper? Dat we moediger zijn dan hij? Welbespraakter zijn dan hij? Absoluut niet! Niemand is welbespraakter dan Johannes de Doper. Zelfs niet een man die een microfoon in handen heeft. Dat komt er zelfs niet in de buurt. Maar dat betekent niet dat jij niet een grotere profetische bediening hebt dan Johannes de Doper had. Dat heb je wel. Wat zijn de gevolgen daarvan?

  1. We kunnen beter maar enorm nederig zijn. Realiseer je je wat het betekent vertegenwoordigers te zijn? Jezus Christus zei niet alleen: ‘Houd van andere mensen.’ Hij was een groot profeet omdat hij zelf de belichaming was van het houden van andere mensen. Hoe doen jij en ik dat? De discipelen kwamen naar Jezus toe en zeiden: ‘Gaat u….’ En Jezus zei: ‘Nee, nee, jullie gaan….’ Jullie zijn mijn getuigen. Jullie zijn mijn vertegenwoordigers.

De mensen bij jou op kantoor, zeggen zij dit over jou: ‘Zij zegt dat ze een christen is. Maar weet je wat het is? Als er iets fout gaat op kantoor, zorgt zij ervoor dat iedereen gaat denken dat haar collega er verantwoordelijk voor was. Haar collega’s krijgen de schuld. Als er iets met iemand aan de hand is, gaat zij er niet even voor zitten om er over te praten. Als zij iets verkoopt, vertelt ze de klant niet alles wat hij zou moeten weten. Ze is net zo als wij zijn.’ Zeggen ze dat over jou? Kijk, dit zou je klein moeten maken tot je in het stof bijt. Jouw vraag aan Jezus: ‘Wanneer gaat u…..’ ‘Nee, nee, nee,’ zegt Jezus, ‘ik ben opgevaren. Nu ben jij mijn handen en voeten.’ En als jij moreel gezien lelijk in elkaar zit, vertel je de wereld dat híj moreel lelijk is. Want Hemelvaart betekent dat wij degenen zijn door wie hij nu de wereld wil bereiken. Dat zou ons nederig moeten maken.

  1. Maar in de tweede plaats zou het ons juist ook op moeten tillen. Want wij hebben autoriteit. Wij hebben iets dat alles en iedereen kan veranderen. Weet je, toen Kathy, mijn vrouw, en ik nog jonge christenen waren, waren we typisch jonge christenen,  intellectuele snobs wat betreft allerlei dingen. Maar we waren onder de indruk van Billy Graham. We vonden hem een soort goeroe. Twintig, vijfentwintig jaar geleden zaten we nog op de universiteit en hij kwam daar spreken. En wij stonden versteld over de autoriteit waarmee hij sprak. Als hij sprak, sprak hij met autoriteit en wij stonden er helemaal versteld van. Een van mijn helden is George Whitefield, een groot prediker uit de 18e eeuw. Op een dag was hij aan het preken en het viel hem op dat hij de aandacht van de mensen aan het kwijtraken was. Hij zag zelfs iemand die in slaap was gevallen. Hij tilde zijn voet op en liet hem stampend neer komen. Die man werd wakker en George Whitefield zei: ’Het was mijn bedoeling om u wakker te maken. Als ik hierheen kom in mijn eigen naam en met mijn eigen boodschap, dan kun je je gemakje ervan nemen. Maar ik kom niet met mijn eigen boodschap en ik kom niet in mijn eigen naam, maar ik kom in de naam van Heer en daarom moet ik gehoord worden.’ Daar spreekt autoriteit uit.
Hoezo hebben George Whitefield of Billy Graham die autoriteit? Hoe zit het met jou en mij? Zit het in hun welsprekendheid? Nee, dat is het punt niet. Als Jezus zegt dat wij groter dan Johannes de Doper zijn, kan dat onmogelijk betekenen dat wij welbespraakter zijn. Wij hebben de waarheid! Wij hebben de waarheid die bevrijdt! En dat geeft autoriteit. Daarom moeten we onze mond open doen en niet bang zijn. Maar daarbij zullen we ons wel nederig opstellen want we weten dat we representanten zijn en dat we moeten belichamen wat we zeggen. Dus gelijktijdig grote autoriteit en grote nederigheid en bescheidenheid. Als je de een wel hebt en de ander niet begrijp je de Hemelvaart niet. Dan snap je het voorrecht niet dat Jezus dit heeft over gedragen aan ons toen hij wegging. En je snapt de kracht en de uitdaging ervan niet. Is het niet verbazingwekkend?

  1. Nog een ander gevolg van de Hemelvaart wil ik je vertellen. Een van de dingen die mij het meest stoort en jou misschien ook wel, en die het moeilijk maakt om als christen te leven, is het idiote en dwaze gedrag van andere mensen die christen zijn, of die zeggen christen te zijn. Elke week lees je wel iets in de krant van iemand die zegt christen te zijn, en waardoor jij denkt dat jij het dan maar niet meer wilt zijn. Je zou je geloof en de kerk er voor vaarwel zeggen. Je wilt daar niets mee te maken hebben. En weet je wat het is? Iemand zei eens dit: ‘De wolken vertellen donderend dat het Huis van de Heer over de hele aarde zal worden gebouwd, en deze kikkers zitten in hun moeras en kwaken - 'Wij zijn de enige echte christenen.’ Wat hij bedoelde was dat er een enorm en groot gevaar is als mensen naar andere delen van de kerk kijken, naar mensen die ook christen zijn. En daar zie je dwaasheid en idioterie en dan zeg je: ‘wij zijn niet zoals zij. Wij zijn de echte christenen. Alleen wij maar. Wij zeggen geen gekke dingen. Wij zijn dit niet, wij zijn dat niet…Wij zijn niet liberaal, wij zijn niet conservatief, daar houden we allemaal niet van.’
Luister,  niemand zou zo’n reputatie hebben als mensen zouden handelen zoals Jezus Christus het deed. Niemand is meer onrecht aangedaan door de miskleunen van zijn volgelingen dan Jezus Christus zelf. Maar toen hij vertrok zei hij: ‘Jullie zijn mijn vertegenwoordigers.’ Hij was niet bang om tegen ons te zeggen: ‘ik wil dat jullie mijn naam dragen.’ En als hij niet bang is om geïdentificeerd te worden met ons, hoeven wij niet bang te zijn om ons te identificeren met mensen die in naam van christenen dwaze dingen zeggen. Wij mogen heel geduldig zijn met de idioterie van christenen. We hebben het nodig dat we zeggen: ‘Dit zijn mijn broeders en zusters’ omdat Jezus dat deed! Kijk eens in vers 6. Jezus heeft veertig dagen lang de apostelen onderwezen over zijn vertrek en zij zeggen:

‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’

Dit laat vooral zien dat zij een politiek en Joods koningschap voorzagen. Maar Jezus zegt in vers 8 dat hij denkt over Jeruzalem, Judea, Samaria en de hele aarde. ‘Ik heb het niet over één culturele groep waar ik koning zal zijn, maar over alle mensen overal.’ Dus na veertig dagen onderwijs maken zij nog steeds grote fouten. En hoe reageert Jezus daarop? Zegt hij: ‘Ik blijf en ga het zelf wel doen.’ Nee! Luister, als Jezus Christus het onvolmaakte mensen toevertrouwt om zijn boodschap uit te dragen en als hij geïdentificeerd wil worden met hen, dan moeten wij dat ook. We moeten geduld hebben met elkaar.

Nou kan iemand zich afvragen waarom Jezus dat doet. C.K. Chesterton heeft daar iets over gezegd: ‘het belangrijkste bewijs tegen de waarheid van het christendom is het leven van christenen’. Het leven van christenen! Verreweg en sterkste argument tegen God, tegen christelijk geloof, tegen Jezus Christus is ons eigen leven. Waarom zou Jezus dat toelaten en het zo doen? Kijk, je kunt het op die manier bekijken en ik houd echt van C.K. Chesterton, maar hij heeft het hier mis, in zekere zin. Want Paulus zegt: ‘Wij hebben een schat in aarden vaten.’ Dit zegt hij om te laten zien dat de schat niet van onszelf is. De kerk groeit, de kerk is groter dan zij ooit is geweest. De kerk is het grootste instituut in de wereld en verspreidt zich in sommige delen van de wereld zo snel en is op sommige plaatsen sterker dan ze ooit is geweest. En toch zijn christenen soms dwaas. Dat zijn we. Het is het bewijs dat de Hemelvaart echt is gebeurd. Ondanks onze dwaasheid heeft de hel niet overwonnen.

Snap je nu wat het betekent dat wij nu een profetische bediening hebben omdat hij is opgevaren? Dat betekent dat wij ook naar Jeruzalem, Judea en alle delen van de wereld moeten gaan. We worden verondersteld geduld te hebben met andere christenen en nederig te zijn. We moeten naar onze levens kijken. We moeten ons realiseren wat een autoriteit en macht we hebben. Is dat niet verbazingwekkend?
 
  1. Jezus is priester
Nog twee andere dingen wil ik wat dichter bij je brengen. Ga het boeken Hebreeën lezen en let eens op wat de gevolgen van de Hemelvaart zijn voor het priesterschap van Jezus. Vooral Hebreeën 9 vertelt ons dat hij nu in de tegenwoordigheid van God staat. Jezus Christus is een priester. Maar toen hij naar de hemel ging…dat was wat!

In Handelingen 7 wordt Stefanus gedood, geëxecuteerd. Als dat op het punt staat te gebeuren is dat de ultieme test voor je karakter. Hoe kun je de dood vol vrede tegemoet treden? Hoe kun je de dood tegemoet treden zonder helemaal te flippen? Weet je hoe Stefanus dat deed? Er staat dat hij omhoog keek en plotseling de majesteit van God zag. Vers 55, 56:

Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond, en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’

Stefanus kreeg een glimp van de Hemelvaart van Jezus te zien. Hij raakte er helemaal enthousiast van en zei dat hij de glorie van God zag en Jezus die aan Gods rechterhand stond. Daarna werd hij gestenigd. En terwijl hij werd gestenigd riep hij:

‘Heer, reken hun deze zonde niet aan!’

Hij viel op zijn knieën en zei:

‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’

Toen stierf hij. Waar kreeg hij dit soort kracht vandaan? Waar haalde hij die vrede vandaan? En die vergevingsgezindheid? Ik zal het je vertellen. Intellectueel gezien kon hij hebben geweten dat Jezus een soort Redder was, maar toen kreeg hij zicht op de Hemelvaart, op de opgevaren priester Jezus Christus, zijn advocaat die bij de Vader stond. Wat de Vader nu ziet is de schoonheid van Jezus en wij in hem. Op aarde zeiden ze tegen Stefanus dat hij slecht was. Maar hij wist beter.  Omdat Jezus Christus zijn advocaat was, was hij mooi voor God. Op aarde zeiden ze tegen hem dat hij vervloekt was, maar hij wist wel beter. Want daarboven werd hij helemaal geaccepteerd en vond de Vader hem prachtig.

Ik wil je een vraag stellen en dit praktisch maken. Voel jij je nu lelijk? Heb je gefaald? Voel je je afgewezen? Ben je christen? Geloof je in de Hemelvaart? De mate waarin jij begrijpt dat het vonnis daarboven geldig is, de mate waarin jij begrijpt dat Jezus Christus daar staat als jouw advocaat voor de Vader en dat jij daardoor perfect bent in Hem, in die mate zullen vonnissen hier onbelangrijk en onbeduidend zijn. Wat mensen denken en zeggen zal niet belangrijk zijn. Het zal niet mogelijk zijn dat mensen het er naar maken dat jij ze gaat haten. Mensen zullen je niet naar beneden kunnen trekken.

Ja, het kan gebeuren dat je wordt gedood. Bedenk hoe opgewonden Stefanus raakte. Hij ervoer de waarheid van het evangelie. Het feit dat hij werd gedood kwam op de tweede plaats. Ik wil niet zeggen dat we allemaal soortgelijke gezichten krijgen zoals Stefanus ze kreeg. Maar tot op zekere hoogte krijg je het wel, anders zul je niet in staat zijn als een ‘Thunderbolt’ de wereld in gaan. Dan zal je hart elke dag worden gebroken.
 
  1. Jezus is koning
In de laatste plaats is Jezus Christus de opgevaren Koning. Want hij zit aan de rechterhand en daar heeft de Hemelvaart alles mee te maken. De rechterhand was de plaats waar de grootvizier of de premier zat. En dat waren de personen die er verantwoordelijk voor waren dat alles goed liep. Hier kunnen we dit uit weten: Jezus Christus is een mens. Hij is nu nog steeds een mens. Hij is daar dezelfde Jezus als toen hij naar de hemel ging. Hemelvaart betekent dus dat een mens het hele universum regeert. Vraag me niet wat daar alle implicaties van zijn, maar ik weet wel dit: Hij kent je, hij houdt van je. Hij weet hoe jij je voelt. Er wordt ons in Efeze 1: 22 vertelt dat sinds  hij  aan de rechterhand van de Vader zit, alles voor jou regeert.

Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult.

Voor jou! Hij regeert over alles voor mij. Omdat mijn priester en mijn profeet ook mijn koning is en hij heerst. Want hij is opgevaren. Dat betekent dat alles wat er gebeurt, voor mij gebeurt. O zeker, dat begrijpen we nu helemaal niet. Veel van jullie zullen zeggen: ‘nou, dat lijkt me niet. Er gaan zoveel dingen fout.’ God zou dat allemaal aan jou uit kunnen leggen. Maar als hij dat al zou doen, zou je het niet kunnen bevatten en begrijpen. Wat jij verondersteld wordt te doen is je te realiseren dat Romeinen 8:28 waar is:

En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.

En dit is waar doordat de Hemelvaart van Jezus heeft plaatsgevonden. Dit vers zou zonder betekenis zijn zonder de Hemelvaart.

Wat het echt betekent is ‘Ga naar Dotan’. In Genesis 37 zit Jozef in de put en gaat verkocht worden als slaaf. En hij bidt daar: ‘Heer, red mij!’ Maar de Heer doet niets en hij wordt verkocht als slaaf. En dan gaan we naar 2 Koningen 6, ook naar Dotan. De stad is omsingeld en lijkt vernietigd te gaan worden door de Syriërs. Elisa gaat bidden en God zendt vurige wagens en op wonderlijke wijze wordt Elisa gered. Ik kan hier niet bij. Twee gebeden op dezelfde plek met in de basis het zelfde soort probleem. En wat gebeurt er? In het ene geval stuurt God vurige wagens en in het andere geval doet hij niets. Tenzij je naar Genesis 50:20 gaat. Nadat Jozef na zijn gevangenschap en slavernij het tot eerste minister heeft geschopt zegt hij tegen zijn broers:

Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd…

En als hij dat al wist, hoeveel te meer moeten wij het dan weten? Hoeveel te meer zou jij het leven tegemoet kunnen treden met de wetenschap dat degene die over de wereld heerst, dat voor ons doet?

Begrijp je de Hemelvaart? Zie je de opgevaren Christus? Ontdoe je van de grijze muis-achtige plaatjes van Jezus Christus die je in je kinderbijbels hebt zien staan. Doe die weg. Paulus was een vervolger van gelovigen. John Newton [schrijver van het lied ‘Amazing Grace’] is een slavenhandelaar geweest. So what! Nou en? Als Jezus Christus zijn scepter opheft vallen alle muren om, worden harde harten zacht, want Christus is een opgevaren Christus.

Zie je het? Denk daarover na tot je de vreugde daarover voelt.
 
Laten we bidden.

We vragen u, Heer, of u ons wilt helpen iets te mogen zien van wat in Handelingen 7 wordt beschreven, iets van het visioen dat Stefanus had. Laat ons alstublieft zien wat het betekent u te zien aan de rechterhand van de Vader. Help ons nederig te zijn. Help ons autoriteit te hebben. Help ons met geduldig zijn. Help ons vreugdevol te zijn. Help ons vertrouwen te hebben. Help ons vrede te hebben. Help ons alles onder ogen te zien in dit leven en in de geschiedenis. Help ons uw Zoon te zien, zittend aan de rechterhand van de troon in de hoge. Wij bidden u dit in Jezus naam.

Amen.