maandag 20 mei 2013

Een nieuwe gemeenschap

Een nieuwe gemeenschap
A New Community
Handeling 2: 40-47
Tim Keller
Gehouden op 8 oktober 1995
Te beluisteren in het Engels op: http://sermons2.redeemer.com/sermons/new-community

Samenvatting
Dit Bijbelgedeelte gaat over waarheid en liefde als tekenen van nieuw leven. De preek gaat over liefde. Daardoor verandert je houding. De eerste christenen kwamen elke dag bij elkaar. Ze konden geen genoeg van elkaar krijgen! Ze hadden geen aansporing nodig om elkaar te ontmoeten. Een teken van nieuw leven! Het bijzondere is dat elk ras, elke cultuur, elke klasse en elk temperament in deze gemeenschap vertegenwoordigd is. Er was iets verbazingwekkend aantrekkelijks aan de inclusiviteit van het christendom dat mensen over alle raciale, culturele, economische, intellectuele en filosofische grenzen heentrok. Een diep eenheid ontstaat door gemeenschappelijke verbondenheid aan Christus.
Als ze bij elkaar waren hielden ze zich bezig met Leren, Liefhebben en Liturgie, zowel in grote als kleine groepen. Altijd weer, elke dag. Het resultaat daarvan was een gemeente die heel vrijgevig was én die dagelijks groeide.
De reden dat ze bij elkaar kwamen was dat ze God wilden loven en prijzen. Dat was de kracht die erachter zat. Iets was je heel mooi vindt, móet je wel prijzen!

Bijbelgedeelte
40 Ook op nog andere wijze legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: ‘Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht!’
41 Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. 42 Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.
43 De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag. 44 Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. 45 Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. 46 Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. 47 Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.

Preek
Inleiding
Dit Bijbelgedeelte gaat over het laatste gedeelte van de preek van Petrus die hij op de eerste Pinksterdag hield. Tot op deze dag waren er 120 gelovigen en in dit Bijbelgedeelte staat dat er die dag na deze preek drieduizend mensen tot geloof kwamen. Als je verder leest in het boek Handelingen zul je zien dat zich nog tweeduizend mensen bij de gemeente voegden. Dat was een explosieve kerkgroei!

In eerdere preken over voorgaand Bijbelgedeelte zagen we dat dat kwam door de kracht van de Geest die in de boodschap aanwezig was. De preek van Petrus was prima, maar het was niet de meest welbespraakte preek die er ooit in de wereld was gehouden. Door de kracht van de Geest werden de mensen erdoor in het hart geraakt. Het was het nieuwe leven dat de toehoorders zo raakte. Toen ze aan Petrus vroegen wat ze moesten doen, zei hij dat ze zich moesten bekeren en dat de Heilige Geest dan in hen zou komen. Ze werden dus in hun hart geraakt, waardoor de Heilige Geest in hen kon komen wonen. Ze kregen nieuw leven in zich.

Een tijdje geleden hadden we een bezoeker hier in de kerk die het laatste deel van de dienst mee maakte. We zongen toen het lied ‘You raised me up’. Na de dienst kwam hij naar mij toe en vroeg waar wij in geloofden. Ik vroeg hem: ‘Waarom wilt u dat weten?’ Hij zei: ‘Ik ben wel vaker in kerken geweest, maar heb nog nooit gezien dat de mensen zo glommen als ze aan het zingen waren. Er was een glans op hun gezicht. Ik heb mensen nog nooit zo betrokken gezien.’ Wat hij zag was waar het in dit Bijbelgedeelte over gaat: mensen zijn in hun hart geraakt. En ik geloof dat wat die man zag echt was.

Maar in de bijbel zul je nooit lezen dat je kunt zien dat het nieuwe leven aanwezig is in een kerkgemeenschap of in een gemeente aan de glimmende en glanzende gezichten van de mensen. Dat zul je in de bijbel nooit lezen. Waarom niet? Het is waar dat je gezicht gaat stralen als je een nieuw leven ontvangt. Maar het is niet zo dat als je gezicht glanst, dat je dan een nieuw leven hebt ontvangen. Want er zijn heel veel dingen die je gezicht kunnen laten glanzen.

Dus ook al zag deze man iets van de realiteit, toch is de vraag hoe wij kunnen weten of het nieuwe leven hier aanwezig is. Hoe weten we dat we in ons hart geraakt zijn door het nieuwe leven? Dit Bijbelgedeelte is gevuld met tekenen van het nieuwe leven. Je kunt er gemakkelijk zo een lijst van maken met 10 à 15 kenmerken. En sommige mensen doen dat ook. Maar ik wil ze allemaal onderbrengen onder twee punten. Vorige week heb ik er al een van besproken en de tweede komt in deze preek aan de orde. Het gaat om waarheid en liefde. Door de waarheid krijg je een hele nieuwe houding, een andere instelling, zagen we vorige week. En ook door de liefde krijg je een andere houding.

Ik wil je laten zien wat dit teken van liefde betekent en welke vragen er dan opkomen.

We kijken eerst in vers 44. Daar staat: ’…ze bleven bijeen…’ Ik wil je de kracht hiervan laten zien. Verderop, in vers 46 gaat het er over dat ze elkaar ontmoetten, maar hier staat: ‘ze bleven bijeen’. Ik wil je uit leggen waarom dit zo’n kracht heeft.

Waar ontmoetten ze elkaar? Overal. In de tempel, maar ook in hun huizen. Ze ontmoetten elkaar overal. Wanneer ontmoetten ze elkaar? Continu. Steeds weer. Elke dag.

Wat betekent dit? De christenen ontmoetten elkaar voor de dingen die ze deden, steeds weer. En wat ze deden zal ik zo vertellen. Christenen kwamen elke dag bij elkaar in de tempel om te aanbidden en andere dingen die ze wilden doen. Daarna konden ze nog niet genoeg van elkaar krijgen en gingen ze samen verder in hun huizen. Ze gingen naar de tempel en naar hun huizen en gingen steeds door met hun bezigheden. Kijk maar in vers 46:

Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde.

Wat betekent dit? Deze mensen kregen maar niet genoeg van elkaar. Deze mensen kwamen steeds maar weer bij elkaar. Ze waren hongerig naar elkaar. Het gewone, reguliere leven werd ervaren als een onderbreking. Ze wilden niet van elkaar gescheiden zijn. Daarom zegt het woord ‘bijeen’ niet direct iets over wat ze aan het doen waren, maar over hoe ze op elkaar gericht waren. Daarom staat er ‘ze bleven bijeen’. Niet alleen: ‘ze kwamen bijeen’ of ‘ze ontmoetten elkaar’. Ze waren echt samen. Ze kwamen in een heel andere manier van bestaan terecht. Zie je hoe radicaal deze verandering is? Eerst waren ze uit elkaar, nu blijven ze samen. Eerst waren ze individuen, nu blijven ze bij elkaar. En weet je wat zo interessant is? Als je regelmatig in de kerk komt, zul je ook regelmatig te horen hebben gekregen van predikanten zoals ik, dat je vaker in de kerk moet komen dan alleen met kerst en Pasen. ‘Waarom kom je niet naar alle bijeenkomsten? Waarom kom je niet hierheen en daarheen?’ Het bijzondere is dat je daarover niets leest in het boek Handelingen. Ik zeg niet dat het verkeerd is om mensen aan te sporen, maar ik zie het hier de apostelen niet doen. Zij zeggen nooit: ‘Waarom kom je niet wat vaker?’ Nee, ze konden de mensen niet stoppen! De mensen wilden zelf. Ze waren hongerig! En weet je waarom? Het is een teken van het nieuwe leven.

Een baby vertel je niet dat hij moet huilen. ‘Kom op, ga eens huilen!’ Dat zeg je niet. Als de baby leeft, dan huilt hij. Je hoeft mensen die een nieuw leven hebben niet te vertellen dat ze samen moeten komen. Ze komen niet bij elkaar als reactie op een opdracht. En ook niet omdat dat in de traditie wordt voorgeschreven. Nee, ze komen als een reactie op het leven. Dezelfde reden waarom een kind huilt. Dat is het teken. Dat is radicaal. Dat is nieuw. Het is een teken van leven.

Wat leren wij hiervan? Velen van ons zullen onmiddellijk erkennen dat dit teken niet heel duidelijk aanwezig is in ons eigen leven. Als een teken als dit niet als duidelijk bewijs in ons leven aanwezig is, of helemaal niet aanwezig is, dan is het mogelijk dat je geen christen bent. En als het er wel is geweest, maar heel zwak is geworden, dan zul je moeten zeggen: ‘Heer, ik heb meer nodig van uw nieuwe leven. Want als dit een teken is van nieuw leven, dan moet het meer te zien zijn in mij en het is aan het verdwijnen.’

Laten we wat preciezer kijken naar wat dit teken inhoudt. Ik wil je drie vragen stellen.

  1. Wie kwamen bij elkaar?
  2. Wat deden ze als ze bij elkaar waren?
  3. Waarom kwamen ze bij elkaar?
Ik ga deze vragen kort bij langs, maar ik wil de verschillende facetten van de diamant op verschillende manieren ronddraaien en laten glimmen voor je ogen.

1.    Wie kwamen er bij elkaar?
Wie waren die mensen die maar niet genoeg konden krijgen van elkaar? Ze waren elke avond bij elkaar in huis, ze breken samen het brood, ze verheugen zich in elkaar. Je ziet blije harten. Ze waren vervuld met ontzag. Als ze bij elkaar waren, waren ze zich bewust van Gods aanwezigheid en er was grote intimiteit. Wie waren deze mensen die steeds bij elkaar waren?

De enige manier om daar achter te komen is door terug te kijken en je voor de geest te halen wat er eerder in het hoofdstuk staat vermeld. En dit is iets wat Amerika hard nodig heeft om te horen! Wie hier aanwezig waren, waren niet de normale mensen die Jeruzalem bevolkten. De dag dat de apostelen het evangelie begonnen te verkondigen was dat niet aan het normale publiek in Jeruzalem. Het was de tijd van het Pinksterfeest en er waren mensen vanuit de hele wereld in Jeruzalem. En in hoofdstuk 2 vers 5 staat letterlijk:

In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde.

Letterlijk staat er ‘vanuit elke natie onder de hemel’. Dat betekent dat er een ongelooflijke diversiteit aan mensen was daar. Wie waren er in de menigte? Joden en heidenen:  

…Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië…

Er zijn mensen die zeggen te weten wat mensen religieus maakt. ‘Religie is een uiting van je temperament.’ En sommigen van jullie zullen zeggen: ‘Ja, je hebt religieuze typen. Er bestaat zoiets als een religieuze persoonlijkheid. Het heeft met psychologie te maken. Sommige mensen houden daar van en hebben het nodig. Mensen houden ervan om naar kerkdiensten te gaan. Maar ik niet. Ik ben niet zo’n type. Ik vind religie iets privé’s. Het is een kwestie van temperament en psychologie.’ Maar hoe kan dat zo zijn, als je ziet dat hier, in Jeruzalem, elke soort mens aanwezig is?

En er is nog iets. Veel mensen zeggen: ‘Religie is een uitdrukking van je cultuur. Als je Italiaan bent, ben je katholiek. Als je Jood bent, hang je het joodse geloof aan. Ben je Arabier, dan volg je de Islam. Ben je Schot, dan ben je Presbyteriaan. Enzovoort. Het is iets dat bij je cultuur hoort.’ Maar dat klopt hier in dit Bijbelgedeelte niet. Want elke cultuur is hier aanwezig! Elk ras, elke klasse, elk temperament. En wat zo verbazingwekkend is, is dat al die mensen zo weinig gemeenschappelijk lijken te hebben. Ze hebben niet dezelfde cultuur, niet dezelfde persoonlijkheid, niet hetzelfde temperament en komen niet uit dezelfde sociale klasse. En toch zijn dit de mensen die onmiddellijk bij elkaar in huis komen. Elke avond. “Ze bleven bijeen”! Je kon ze gewoon niet bij elkaar vandaan houden. Hoe kon dat zo? Daarom is het ook zo goed als we in Amerika dit horen.

In Amerika leeft de gedachte dat we een gescheiden natie zijn. We worden gescheiden door rassen en klassen en andere factoren. ‘We hebben geen gezamenlijk doel. We kunnen niet met elkaar praten.’ En toch hebben we hier in dit Bijbelgedeelte te maken met mensen die veel meer gescheiden van elkaar zijn. Maar ze werden onmiddellijk één.

Dit zijn historische feiten. Er is door historici veel geschreven over waardoor het nou kwam dat de christenen zo succesvol waren binnen het Romeinse rijk. Er waren veel meer godsdiensten in die tijd. Maar waardoor hadden de christenen zo’n invloed? Dat is een vraag die historici moeten beantwoorden. Een historicus uit Yale, Kenneth Scott Latourette [http://en.wikipedia.org/wiki/Kenneth_Scott_Latourette]  heeft deze verklaring:

‘Het succes van het christendom is terug te voeren op haar absolute inclusiviteit. Meer dan enige andere religie trok het christendom alle rassen en klassen aan. De heidense goden, bijvoorbeeld, waren vaak gebonden en beperkt tot bepaalde regio's en landen. Zelfs in de dagen dat het Jodendom het meest actief was in haar activiteiten om tot bekering te brengen, heeft het nooit haar raciale grenzen overschreden omdat zijn bekeerlingen cultureel joods moesten worden. Het Christendom deed haar oproep aan Jood, heiden, Afrikaan en Barbaar.

Aan de andere kant deden de filosofen van Griekenland en Rome alleen een beroep op de opgeleide mens en konden zo nooit de massa’s winnen. Het was één van de aanklachten tegen het christendom dat het de nederige en ongeletterde menigte trok en haar leer was zo eenvoudig dat iedereen die kon begrijpen. Toch ontwikkelde het christendom ook een filosofie die een aantal van de grootste geesten in de samenleving heeft beïnvloed. Binnen het christendom waren ook meisjes en vrouwen actief, terwijl binnen de twee belangrijkste concurrerende religies bijna uitsluitend mannen actief waren en zijn. Tot slot, de mystieke kant van de religies was vooral voor de rijken weggelegd en initiatie was erg duur. Er was geen andere religie waarbij alle groepen en alle lagen van de samenleving aansluiting vond.

De enige houdbare verklaring waarom het christendom als eerste en enige die absolute inclusiviteit heeft, ligt waarschijnlijk in haar leer. In de leer van de uniciteit van Jezus Christus. Want Jezus was niet alleen maar een leraar die een weg naar het heil verkondigde, maar de Zoon van God zelf die redding heeft volbracht. Dat heeft mensen van beide geslachten en van alle rassen, geleerde en eenvoudige mensen, van hoge en lage afkomst in staat gesteld om te delen in de verlossing die mogelijk is gemaakt in Christus.’

Waar heeft deze historicus het over? Hij heeft het over een feit dat echt is gebeurd. Wat wij als maatschappij graag willen, dat iedereen meedoet, gebeurt hier dus echt. En bij geen enkele andere religie gebeurt dat.

In de jaren 40 en 50 was er een dominee, Lloyd Jones, [http://nl.wikipedia.org/wiki/Martyn_Lloyd-Jones] die hier heel welsprekend over kon vertellen. Hij is nu al enige jaren gestorven, maar ik heb tapes van hem waar hij hier over spreekt. Hij heeft over deze passage een preek gemaakt. Hij was een doctor uit Wales die naar Londen kwam en daar tijdens de Tweede Wereldoorlog predikant werd. In de Tweede Wereldoorlog waren er soldaten van over de hele wereld gestationeerd in Londen. Ze kwamen uit allerlei plaatsen in de wereld, allerlei soorten maatschappijen, culturen, klassen. En soms, na de kerkdienst, bleven ze nog om met hem te praten en het verbaasde hem te merken dat ze hem kenden en dat hij hen kende. En hij bedoelde niet dat hij hen eerder had ontmoet of dat ze dezelfde families of kennissen deelden. Hij realiseerde zich dat zij iets gemeenschappelijks hadden dat dieper ging dan nationale of raciale banden, dieper dan biologische of politieke banden.

Lloyd Jones werd christen in de jaren twintig. De Britse maatschappij was toen veel gelaagder dan Amerika ooit is geweest. Hij onderkende direct iets, wat hem bovenmate interesseerde. Hij kwam zelf uit de hogere klasse, hij had gestudeerd. Hij werd eerst predikant in een kleine stad in Wales. Hij zei: ‘Ik merkte dat ik liever de hele dag over de Heer praatte met een nederige oude vissersvrouw, dan dat ik in de club zat met mijn sociale gelijkgezinden, in het gezelschap van de hoogste kringen die Hem niet kennen. Ik voel me een met de mensen die niet van mijn klasse zijn.’

Kijk ook eens naar Paulus, de apostel. Hij kwam uit de hoogste intellectuele kringen en toch schreef hij brieven aan slaven en ongeletterde mensen in kerken zoals die van Korinte en hij zei: ‘Ik verlang ernaar om bij u te zijn.’

Hier zijn intellectuele reuzen die bij de ongeschoolden gaan zitten en die hun leven en hun hart met hen delen. En ze verlangen er zelfs naar om dat te doen! Betekent dat, dat een man die de Griekse en Romeinse dichters kende, die zo hoogopgeleid was en die een goed gesprek zou kunnen voeren met mensen van zijn eigen intellectuele niveau, dat die man wist dat dat niet de echte gemeenschap was? Hij kende het verschil tussen echte eenheid en echt delen en zinloze gesprekken. Ken jij dat verschil?

Er was een man, die hier in de kerk tot bekering is gekomen. Hij had een liberale, artistieke achtergrond. Hij vertelde dat voor hem het meest verbazingwekkende in de wereld was dat de beste vriend die hij nu heeft, sinds hij christen is, een christen is die bankier is op Wallstreet. Hij zei: ‘Hij was van het soort mensen dat ik verachtte. Hij doet alles anders dan ik, wij hadden niets gemeenschappelijk.’ Het was verbijsterend voor hem te ontdekken dat de dingen die hen leken te scheiden helemaal wegvielen. Natuurlijk zijn ze verschillend en hebben ze gesprekken over hun verschillen. Maar er is nu gesprek mogelijk over hun politieke voorkeur, doordat er iets is dat veel dieper gaat dan politiek.

Ik wil je een vraag stellen. Heb jij een lijstje van zulke mensen? Ken jij mensen met wie jij een hechte band hebt dankzij het evangelie, mensen die je anders zou hebben geminacht? Mensen met een heel ander temperament dan jij hebt? Een temperament dat jij eerst haatte en nu ben je opeens boezemvrienden. Zwart, wit. Liberaal, conservatief. Heb jij zulke mensen in jouw vriendenkring?

2.    Wat deden ze als ze samen waren?
We willen niet alleen weten wie er bij elkaar kwamen, maar ook wat ze dan deden. En ze deden altijd deze dingen: ik kan je een hele lijst van dingen geven en over elk punt kun je makkelijk een preek houden. Of ze nou in een grote of een kleine groep waren, altijd deden ze dezelfde dingen. Laten we eens zorgvuldig kijken.

In vers 42 lees je drie dingen die ze altijd deden. In het Engels kun je er drie woorden met een L van maken: Learning, Loving, Liturgy en dat kan in het nederlands ook: Leren, Liefhebben, Liturgie. Ik zal het uitleggen.

Altijd als ze bij elkaar waren bestudeerden ze het onderwijs van de apostelen. Ze wijdden zich daar helemaal aan toe. Een echt Nieuw Testamentische bezigheid!

In de tweede plaats hielden ze van elkaar. Er staat dat ze met elkaar een gemeenschap vormden. Ze wijdden zichzelf toe aan de gemeenschap. Wat betekent dat? Ze hadden iets heel groots gemeenschappelijk: het nieuwe leven. En daar gingen ze mee aan de slag.

Als je een bakje chocoladechips hebt, moet je dat wel naar binnen werken. Je hebt ze al wel, maar je moet ze nog opeten. Zo heb je wel gemeenschap, maar je moet er wel mee aan het werk. Je moet er aan werken, je moet er mee werken. Dat deden ze als ze elkaar ontmoetten. Ze droegen elkaars lasten. Ze vertelden elkaar eerlijk over hun zonden, op een manier waarop ze er daarvoor nooit over spraken met andere mensen.

Voor de wereld gelden daarin andere maatstaven. Daar denken mensen dat je het gaat maken in je leven als je je problemen en zonden juist verbergt voor anderen en hen nooit iets laat zien van waar jij mee worstelt. Laat de mensen vooral denken dat jij overal controle over hebt. Dat is de manier van de wereld. Daar beken je je zonden niet. Daar heb je geen gemeenschap met elkaar. Daar zeg je niet: ‘Hier ben ik.’

Maar als jij samen bent met iemand die het evangelie in zijn leven werkelijkheid wil laten worden, dan kun je jezelf nederig maken, dan geef je toe dat je niet alles doet wat het evangelie vraagt en dat je een Redder nodig hebt. Dat geeft een totaal andere situatie! Dan durf je naakt en beschaamd te staan voor iemand anders. Aan die gemeenschap werkten ze, als ze bij elkaar waren.

In de derde plaats wordt er gesproken over liturgie: ze braken het brood en wijdden zich aan gebed, staat er. Iedereen die deze tekst in het Grieks kan lezen kan hier opmerken dat er niet staat dat ze brood braken in de zin van dat ze samen gingen eten. Maar er staat: hét breken van het brood, wat betekent dat het hier over de maaltijd van de Heer gaat. Op die manier werd er over gesproken: ‘Dit is de maaltijd van de Heer’. En wat ze deden was: aanbidden. Ze braken het brood om aan de dood van de Heer te denken. Om te denken aan degene die voor hen was gestorven, in gezamenlijke aanbidding.

Dus er werd daar geleerd, ze hadden elkaar lief en ze aanbaden God. Learning, Loving, Liturgy. En dat deden ze in kleine en grote groepen. Ze deden dat in de tempelhof en in de huizen. Er wordt ons ook verteld wat het resultaat daarvan is. Lees maar in vers 44:

Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk.

Eén van de resultaten was dus een diepgaande bediening [deep ministry].
En nog een ander resultaat in vers 47 kun je ‘werken aan de bediening’ noemen [ Engels: work ministry]:

Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.

Diepgaande bediening betekent, kijk maar in vers 44, dat ze zo vrijgevig met hun goederen omgingen, dat er geen armoede onder hen was. En we weten van kerken die ook zo vrijgevig zijn naar mensen buiten de kerk. Een van de dingen die gebeurde, hoe meer ze deden aan Leren, Liefhebben en Liturgie, was dat ze heel vrijgevige mensen werden.

Maar dan, in de tweede plaats, wordt ons verteld dat de kerk dágelijks groeide. Er staat:

De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.

Waarom? Omdat ze in de gunst stonden bij alle mensen. En dat betekent dat ze geen grote bekeringsprogramma’s opzetten, maar dat hun leven zo aantrekkelijk was en dat hun gemeenschap zo aantrekkelijk was waardoor mensen nieuwsgierig werden naar wat er gaande was.

Ik kan je vertellen dat de enige keer in mijn leven dat ik zelf heb meegemaakt dat een groep christenen groeide zoals hier wordt beschreven, met mensen van 15 tot 101 jaar, was toen ik net een jaar echt christen was geworden, in 1970 in een kleine universiteitsgemeenschap. Wij hadden geen dominee en geen programma’s die we volgden. Wat we wel hadden was dat we opgewonden waren over ons nieuwe leven. Ik zat in een kleine groep die elkaar twee uur per dag ontmoette, ’s morgens voor we naar college moesten. We spraken met elkaar over wat God had gedaan tijdens je stille tijd, je bijbelstudie en gebed. We spraken hierover, we baden met en voor elkaar en aten samen. En een avond in de week ontmoetten we elkaar voor dezelfde dingen als die ik net noemde: Leren, Liefhebben en Liturgie. En weet je wat er gebeurde? Het leek wel een explosie! We hadden een aantal van deze groepen die deze dingen samen deden en dat aantal groeide. Ze deden altijd hetzelfde. De mensen versterkten elkaar. Ze leerden samen. Ze aanbaden. Er was een diepe bediening. Ze kwamen samen en als je een van deze elementen weg zou halen, zou alles instorten. Het zijn tekens van nieuw leven!

Je moet goed naar jezelf kijken. Het is zo compleet hoe het hier beschreven staat! Heb jij steun aan grote en kleine groepen in je leven? Zijn beide aanwezig: leervraagstukken waar je je over buigt en relaties waar je je aan scherpt? Of bestudeer je echt de bronnen die er zijn, de theologie die er is, maar houd je niet van andere mensen doordat je een meer cognitief ingesteld persoon bent en relationeel niet zo sterk bent? Of ben je juist meer met relaties bezig en zeggen al die leerstukken je niet zo veel? Haat je al dat dogmatische gedoe? Let op: de tekenen van het nieuwe leven gaan over alle aspecten samen! Die dingen versterken elkaar juist.

3.    Waarom kwamen ze bij elkaar?
We hebben gezien wie er bij elkaar kwamen en wat ze dan deden. Maar er was een kracht en een energie die hen aandreef. Dat zie je aan het einde van de tekst en het is heel belangrijk om te zien. In vers 46, 47 staat:

Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. 47 Ze loofden God…

Ze loofden God. En dat was wat ze eigenlijk aan het doen waren als ze het onderwijs van de apostelen bestuurden. Dat waren ze aan het doen als ze elkaar liefhadden en anderen vertelden over het goede nieuws. Het loven en prijzen van God is de energie hierachter en ik zal je vertellen waarom.

C.S. Lewis heeft hier heel boeiende dingen over gezegd:
‘Ik denk dat we het heerlijk vinden om de lof te zingen op wat ons verheugt want de lof drukt niet alleen iets uit, maar voltooit juist het genot, het is de aangewezen manier om het te voltooien. Als geliefden elkaar blijven vertellen hoe mooi ze elkaar vinden, is dat niet om de ander te complimenteren; de vreugde daarover is niet compleet totdat er uitdrukking aan is gegeven.’

Dit gaat heel diep, maar we herkennen het allemaal. Als je een muziekstuk ontdekt dat je echt heel mooi vindt, als je een kunstwerk vindt waar je veel van houdt, als je iets heel moois ziet, dan, zegt Lewis, is er aan dat hele mooie iets eigens dat maakt dat je er iemand anders aan zijn haren bij wil slepen: ‘Kijk! Luister!’ Je moet wel. Weet je waarom? Lewis zegt: ‘Mooie voorwerpen vragen zelf om lof.’ Elk mooi voorwerp vraagt erom om geprezen te worden. En de vreugde, de blijdschap die een mooi voorwerp je kan geven, moet je uiten. Het moet zichzelf als het ware bevrijden in lofprijzing! Je moet er wel mooie woorden over zeggen. “Kijk eens hoe mooi dat is!’ Je bent het voorwerp aan het loven. Je moet wel. En jouw vreugde erover is pas compleet als je er uiting aan hebt gegeven en iemand anders ook zegt: ‘Wow, mooi!’

Snap je wat Lewis bedoelt? Hij zegt dat je niet gewoonweg je vreugde tot uitdrukking brengt, maar je maakt je vreugde compleet als je het voorwerp van vreugde prijst. Als je dit niet begrijpt, dan snap je niet veel van de dingen die christenen doen als ze bij elkaar zijn.

Weet je waarom we bij elkaar zijn en wel bij elkaar moeten komen? Hoe mooier een voorwerp, hoe groter de vreugde is die je er over hebt en hoe groter de drang om die vreugde naar buiten te laten komen door lofprijzing. En hoe meer contact je wilt hebben met mensen die er ook mooie dingen over willen zeggen. Een mooie poes is één ding, maar een mooi mens is een heel ander ding. Hoe hoogstaander het voorwerp van lof, hoe groter je waardering ervoor wordt. Het zet je aan tot lofprijzing.

En dat is wat we doen als we in gemeenschap zijn met andere mensen, die dezelfde schoonheid zien en zeggen: ‘Kijk nou toch eens.’ En zo wordt de manier waarop je lof brengt steeds beter.

Wat denk je dat ik hier elke week sta te doen? Hoe komt het dat je mij soms wat geagiteerd en gestrest naar voorbeelden hoort zoeken, naar mooie en duidelijke manieren om iets uit te leggen. Wat denk je dat ik dan aan het doen ben? Ik probeer uitdrukking te geven aan wat ik wil zeggen. Ik zie iets moois en er gebeurt hetzelfde als jij je vrienden dwingt te luisteren naar een nieuwe cd die je hebt gekocht en zegt: ‘luister hiernaar!’ Want hoe mooier een voorwerp, hoe meer je pogingen en moeite doet om je lof daarover naar buiten te brengen. En hoe beter je in staat bent je lof te verwoorden, hoe meer plezier je dat geeft. Het vraagt erom om geprezen te worden.

En dat doen we als we samen zijn. Christenen komen niet bij elkaar omdat ze het ze leuk vinden om bij elkaar te komen en omdat het zo leuk is om gelijkgezinden te ontmoeten. Dat is absoluut de reden niet. Dat was ook niet de reden dat mensen elkaar elke dag wilden ontmoeten in Jeruzalem.

Waarom ontmoetten die mensen elkaar dan elke dag? Weet je wat gemeenschap is? Hoe troost je elkaar? Dan zeggen we: ‘Prijs degene die gestorven is voor jou. Het komt goed. We prijzen degene die zelf gebroken is. Daarom breken we steeds het brood met elkaar.’

Hoe confronteren we elkaar met onze fouten? We zeggen: ‘We prijzen degene die zo heilig was dat hij wilde sterven voor onze zonden. Hoe kun je dit dan toch doen?’

Hoe confronteren we elkaar? Door met elkaar God te prijzen. Hoe troosten we elkaar? Door samen God te prijzen. Hoe helpen we mensen tot heling? Door samen God te prijzen om zijn genade en heiligheid.

Voor mensen die hier buiten staan, is het onmogelijk om dit te begrijpen. Mensen zeggen dan bijvoorbeeld dat ze het niet goed vinden dat je probeert andere mensen te bekeren. Maar alles wat we doen is proberen uiting te geven aan onze vreugde. Of ze zeggen: ‘Het is mooi voor jou, maar je moet er andere mensen niet mee lastig vallen.’ Waar heb je het over? We zien God niet als iets leuks voor onszelf, maar als Iemand van absolute schoonheid. En natuurlijk moeten we daar gevoelig voor worden. Maar dit heeft niet te maken met een kwestie van smaak, zoals je dat bij een schilderij wel kunt hebben. Dat kun je mooi vinden of niet. Iemand met een zondig hart zal niet veel geven om de schoonheid van de Heer. Hij moet er gevoelig voor worden. En dat is wat we aan het doen zijn. Dat is de reden waarom we het doen. En dat is wat ons drijft en hoe je werkt aan gemeenschap.

Ben jij toegewijd aan de gemeenschap? Wil jij zo toegewijd zijn dat je één wordt met mensen die christenen zijn? Hoe doe je dat dan?

Sommige mensen zijn verbitterd over andere christenen. Hoe wijd je je dan toe aan de gemeenschap? Dan prijs je de Heer die zich gebroken heeft voor jou. Ontdoe je van je verbitterdheid. Dat past niet bij de gebroken Heer.

Sommige mensen zijn onverschillig. Je kijkt rond en je constateert dat sommige mensen wel bij je passen, het is jouw soort mensen, maar anderen zijn dat totaal niet. Je kunt het offer van Christus niet prijzen en gelijktijdig iemand een kopje kleiner maken omdat hij niet jouw soort mens is. Je kunt zijn offer niet prijzen en tegelijkertijd onverschillig staan ten opzichte van andere mensen. Je kunt wel wéten dat Hij aan het kruis is gestorven, maar daar hebben we het niet over. Echte gemeenschap is dat je Hem ervoor prijst dat hij dat heeft gedaan. Je kunt er met vreugde over zingen. Als jij je bitter voelt in je hart over een andere gelovige, of over wie dan ook, komt dat doordat je Jezus niet prijst voor wat hij aan het kruis heeft gedaan voor jou. Wat zou er gebeuren als hij dat niet had gedaan voor jou? Wat als hij jou niet zou hebben vergeven? Je kunt niet zijn vergeving ontvangen en tegelijk zelf iemand anders vergeving onthouden. Kijk naar hem! Dat zal alle barrières van cultuur, ras en temperament verbreken. Dat verbreekt alle barrières die er zijn ontstaan door jouw geschiedenis, ongeacht wat men met jou heeft gedaan. Onverschilligheid, gevoeligheden, boosheid, gekwetste gevoelens, passiviteit…doe het allemaal weg. Want we prijzen degene die gebroken is voor jou en mij. Wees toegewijd aan de gemeenschap. Ondersteun de gemeenschap in jouw kerk.

Laten we bidden.

Geef ons, o Vader, een vleugje van wat deze vroege christenen hadden. Als we  degene die is gebroken voor ons prijzen, laat ons dan ervaren dat de gebrokenheid onder de mensen geheeld kan worden. Hoe meer we zien hoe gebroken hij werd voor ons, hoe minder gebrokenheid er zal zijn in onze relaties. Heer, ieder die deze preek leest, heeft wel iets waar hij mee moet leren omgaan. Sommige mensen vinden het niet fijn om met andere soorten mensen om te gaan, ook al zijn het christenen. Sommigen hechten aan hun privacy, anderen willen hun geld niet aan anderen weggeven. Sommigen worstelen met haat tegen andere rassen, anderen met klassenverschillen of met hun temperament. Weer anderen koesteren hun gewonde gevoelens. O Heer, help ons om toegewijd te zijn aan de gemeenschap, om daar mee aan het werk te zijn. Want daarmee prijzen we en verheugen we ons in de schoonheid van degene die gebroken is voor ons. In zijn naam bidden we dit.
Amen.

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten