Preek van Tim Keller (27 oktober 2002) gehouden in Redeemer Presbyterian Church New York.
Bijbellezing: Drie tekstgedeelten uit Exodus
Exodus 19,2-8
2 Ze waren vanuit Refidim verder
getrokken en in de Sinaiwoestijn gekomen. Daar sloegen de Israëlieten hun kamp
op, vlak bij de berg. 3 Mozes ging de berg op, naar God.
De HEER
riep hem vanaf de berg toe: ‘Zeg tegen het volk van Jakob, laat de kinderen van
Israël weten: 4 “Jullie hebben gezien hoe ik ben
opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je
hier bij mij heb gebracht. 5 Als je mijn woorden ter harte
neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij
zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe. 6 Een
koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Breng deze woorden aan
de Israëlieten over.’ 7 Mozes ging terug, riep de oudsten
van het volk bijeen en deelde hun alles mee wat de HEER hem had
opgedragen. 8 En het
hele volk antwoordde als uit één mond: ‘We zullen alles doen wat de HEER
heeft gezegd.’ Mozes bracht het antwoord van het volk aan de HEER over.
Exodus 20,1-3
1 Toen sprak God deze woorden: 2 ‘Ik
ben de HEER, uw God, die u uit
Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. 3 Vereer naast mij geen andere goden
Exodus 24,7-11
7 Vervolgens nam hij het boek van het verbond en
las dit aan het volk voor, en zij zeiden: ‘Alles wat de HEER gezegd heeft zullen we ter harte nemen.’ 8 Toen
nam Mozes het bloed en besprenkelde daarmee het volk. ‘Met dit bloed,’ zei hij,
‘wordt het verbond bekrachtigd dat de HEER
met u heeft gesloten door u al deze geboden te geven.’
9 Hierna
ging Mozes de berg op, samen met Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van
het volk, 10 en
zij zagen de God van Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel
van saffier, helder stralend als de hemel zelf. 11 Deze
vooraanstaande Israëlieten werden niet door God gedood: zij zagen hem, en zij
aten en dronken.
Samenvatting
De wet helpt ons om te ontdekken hoe we uit ons zelf er op
gericht zijn om God en de hemel te verdienen door onze eigen inspanning.
Tegelijk maakt de wet ook duidelijk hoe God het totaal anders heeft bedacht:
Hij redde ons eerst uit onze reddeloze situatie en geeft ons daarna pas zijn
wet. Het begint er mee dat Hij ons naar zich toetrekt om ons te maken tot een
nieuwe samenleving in de wereld om ons heen. Hoe meer je de wet begrijpt en inziet
hoe je eigen hart ten diepste functioneert, des te meer word je naar het offer
van Christus gedreven die de vloek voor ons droeg zodat wij de zegen kunnen
ontvangen. Hij maakt ons tot een heilig volk: een hemelse samenleving binnen de
wereldse samenleving. Met Zijn wet leert hij ons Zijn heilig volk te zijn,
waaraan ook anderen kunnen zien hoe God is.
Inleiding
Het gelezen tekstgedeelte komt uit een belangrijk deel van
Exodus waarin beschreven is hoe God de wet aan zijn volk geeft. Met
indrukwekkende verschijnselen ontvangt het volk de 10 geboden vanaf de berg
Sinaï. De gemiddelde moderne mens vindt dit maar een lastig onderwerp. In onze
tijd zouden we het punt voorbij moeten zijn dat er religies zijn die gebaseerd
zijn op een wet. Angstaanjagende donder vanaf de berg Sinaï, dat zouden we toch
inmiddels achter ons moeten hebben gelaten. Vandaag de dag hebben we meer
behoefte aan religies die gebaseerd zijn op liefde, in plaats van op een wet!
Men zegt dan: ‘Het Christelijk geloof is toch gebaseerd op liefde?’. En dan
wordt dat ook nog eens als een retorische vraag gesteld. Het punt is dat zo’n
redenering gebaseerd is op een simplistische kijk op de wet. In onze moderne
tijd kun je grofweg twee soorten religies onderscheiden: enerzijds religies
waarbinnen mensen hoofdzakelijk bezig zijn met het houden van wetten en voorschriften
en anderzijds religies waarbinnen wetten en regels geen enkele rol lijken te
spelen. In beide gevallen wordt de wet gezien als ‘het middel waardoor je gered
wordt’. De een wil gered worden en goddelijke zegen ontvangen en probeert zich
uit alle macht aan wetten en regels te houden. De ander hoeft juist niet gered
te worden en vindt dus ook dat hij zich op geen enkele manier aan wetten hoeft
te houden. Beiden denken dus dat een wet centraal staat in het geloof en hebben
geen weet van de werkelijke spirituele betekenis van de wet zoals God die aan
ons heeft gegeven. De wet is zo genuanceerd en kent zoveel facetten. Op basis
van de gelezen Bijbelgedeelten kun je vijf punten onderscheiden in deze preek waaruit
je leert waarom God ons de wet gegeven heeft en wat de rol van de wet in jouw
leven behoort te zijn. (Misschien denk je ‘vijf punten?..!’ maar Billy Graham
zei dan altijd ‘Maak je geen zorgen, de bussen wachten wel op jullie…’).
Voordat we met die vijf bedoelingen van de wet beginnen,
kijken we eerst wat onze tekst zegt over wat de wet niet beoogt. In vers 4 en 5 zegt God: “Jullie hebben gezien hoe ik
ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en
je hier bij mij heb gebracht. Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan
het verbond met mij houdt…”. Wacht even! Heb je wel gelezen wat er eerst
gebeurde en wat daarna? Hij droeg ons op
adelaarsvleugels. God schildert zichzelf af als een machtige adelaar. Let
eens op het werkwoord wat wordt gebruikt en vraag je af: wat hebben de
Israëlieten zelf bijgedragen aan die redding en bevrijding? Ze vluchten niet
zelf weg, ze renden niet weg, ze werden uit Egypte gedragen. Dat betekent dat ze niets
bijdroegen aan hun bevrijding. God zegt dus: “Ik heb jullie al gered en
gedragen op adelaarsvleugels. En nu: gehoorzaam…”. Dit is dus de manier hoe God
werkt: hij accepteert ons voor de volle honderd procent en dus: gehoorzaam!
Terwijl elke andere religie op de aarde en ieder mens op aarde, inclusief jij,
uitgaat van het tegenovergestelde principe: ‘ik doe het goede en ik leef op de
juiste manier en daarom word ik geaccepteerd en gezegend’. Deze twee principes
staan tegenover elkaar: wij denken ‘ik gehoorzaam à ik word gered’ terwijl God
zegt ‘Ik red je à
gehoorzaam me nu’. Hij bevrijdt het volk Israël eerst en geeft ze daarna pas de
wet. Het doel van de wet is dus niet dat je een manier hebt om in de hemel te
komen, of een manier om God van je te laten houden.
Het bewijs dat élk menselijk hart, dus ook dat van jou, zo
werkt dat je de wet als doel ziet om Gods zegen te ontvangen, is dat je
(wellicht) zult denken: als het zo is dat God redt en daarna pas gehoorzaamheid
vraagt, waarom zou ik dan gehoorzamen? … Het feit dat je die vraag stelt laat
zien dat je hart op een fundamenteel
niveau God niet begrijpt. Zijn liefde gaat tegen ons gevoel in en vanuit ons
zelf begrijpen wij God niet.
Samengevat: de wet is niet gegeven om er door gered te worden.
Laten we nu eens kijken welke vijf redenen onze tekst
aanreikt waarom God wél de wet heeft gegeven.
- Om een intieme relatie met God te krijgen
- Om je deel te maken van een radicaal en nieuw, heilig volk
- Om je het licht van de wereld te laten zijn
- Om je ten diepste te laten zien hoezeer jouw hart uit zichzelf niet op God gericht is
- Om je naar het bloed van Jezus Christus te drijven omdat daar alleen onze redding ligt.
1. God gaf ons de wet: om een intieme relatie met Hem te krijgen
De eerste reden waarom God ons Zijn wet gaf is dat Hij ons tot
Zijn geliefde wil maken. Exodus 19,5
zegt “Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt,
zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken –
want de hele aarde behoort mij toe”. Natuurlijk was Gods liefde voor het volk
er al, anders had Hij het niet uit Egypte verlost. Maar hier zegt God dat Hij
het volk tot zijn ‘kostbaarste bezit’ wil maken. Ter vergelijking: als je echt
verliefd wordt op iemand, dan wil je alles over die persoon weten. Ik bedoel
niet dat je zijn of haar dossier bij de geheime dienst opvraagt, maar je gaat
op zoek om er achter te komen wat die persoon fijn vindt. We zeggen dat niet
zo, maar eigenlijk ben je op zoek naar de wil
van die persoon – naar wat de dingen zijn die hij of zij ten diepste verlangt.
En dan probeer je dat te geven. Dat is niet verplicht of gebeurt niet onder
dwang, want in een relatie waarin sprake is van echte liefde leg je als het
ware jouw geluk in het geluk van de ander.
Anders gezegd: zijn of haar geluk maakt jouw gelukkig. En daarvoor moet je
uitzoeken wat die ander graag wil. Want hoe meer je de ander ziet genieten, hoe
meer het jou vervult. Zie je wel wat God in deze tekst doet? Als God zegt: ‘Ik
wil dat je Mij gehoorzaamt zodat je mijn kostbaarste bezit zult zijn, zegt hij
dus niet: ‘zodat ik je kan redden’. Wat betekent dat?
Let eens op hoe de wet begint in Exodus 20. Het begint niet
met ‘vereer geen andere goden, maak geen beelden etc.’ maar het begint zo: “Ik ben de HEER, uw God, die u
uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd”. God laat weten: ‘Ik heb mijn deel
gedaan; Ik heb geluisterd naar de diepste verlangens van jullie hart; Ik heb je
horen schreeuwen en huilen onder de verdrukking van de slavernij en ik ben naar
jullie toegekomen. En nu: beantwoord mijn Liefde. Wat Ik je laat zien in de wet
is wat Mij verheugt: ik verheug me in eerlijkheid, rechtvaardigheid en liefde.
Stel nu jouw vreugde in mijn vreugde – maak het jouw vreugde om mijn vreugde te
zoeken. Doe dat op deze manier: (en dan volgt de wet). Zo word je mijn
kostbaarste bezit (in het Engels ‘treasure’, denk ook aan ‘schat’ of
‘sierraad’). Het Hebreeuwse woord dat voor ‘kostbaarste bezit’ wordt gebruikt
heeft een speciale betekenis. Het gaat echt om de persoonlijke weelde. In die tijd was het zo dat absolute vorsten
álles bezaten. Zodra zij de macht hadden, waren het hele land, alle mensen,
alle bezittingen voor hem. Als het hem zo uitkwam kon hij ze zelfs doden en verder
kon hij overal mee doen wat hij wilde (denk bijvoorbeeld aan de denkwijze van
Izebel als ze Achab er op wijst de wijngaard van Naboth af te pakken). Waar
gaat het dan om bij deze persoonlijke schatten? Het gaat over speciale schatten
met een bijzondere waarde voor de vorst zelf. Ze behoren tot zijn lievelingseigendommen
die hij in zijn privéverzameling bewaart. Denk bijvoorbeeld aan juwelen die hij
zo mooi vindt of die zoveel voor hem betekenen en waar hij zoveel vreugde in heeft,
dat hij ze altijd bij zich draagt, of op een speciaal plekje in zijn
slaapvertrekken voor zichzelf bewaardt. Wat
God zegt is: ‘de hele wereld is van mij, maar jullie zijn mijn lievelingseigendommen. Ik heb jullie aan
mijn privé bezit toegevoegd en heb vreugde in jullie. En nu: beantwoord mijn
liefde.’ God wil dat wij zijn liefde beantwoorden door Hem te gehoorzamen zodat
we een intieme relatie met Hem kunnen hebben. Een relatie die Hij begonnen is
uit liefde door ons te bevrijden uit slavernij. Als we God gehoorzamen, zullen
we de vreugde ontdekken die Hij in en over ons heeft en dat zal ons de diepst
mogelijke vreugde geven.
Terugblikkend is de eerste reden waarom God zijn wet geeft:
om ons tot wederzijdse geliefden te maken. Maar er is nog meer: God stopt niet
als Hij ons tot zijn persoonlijke lievelingseigendom heeft gemaakt.
2. God gaf ons de wet: om je deel te maken van een radicaal en nieuw, heilig volk
God wil van ons een ‘heilig volk’ maken (vers 6). Dat
betekent: hij wil ons omvormen tot een radicaal nieuwe samenleving. Dat kun je
zo beter begrijpen: toen God zijn volk de wet gaf, liet Hij ze hun kamp opslaan
rond een berg. Toen dat gebeurde was dat voor het volk niet vreemd. Uit
historisch en archeologisch onderzoek is gebleken dat in die tijd in
Mesopotamië de eerste nederzettingen ontstonden die later steden werden
genoemd. Zulke steden ontstonden altijd rond een berg of een heuvel. Op die
heuvel of berg, vormde een verhoogde tempel het middelpunt van de stad: een
Ziggoerat. [Ziggoerat betekent ‘bouwen op een verhoogd gebied’. Zie hier voor illustraties]. De
reden waarom men deze steden maakte was dat de bewoners de berg op konden gaan
naar ‘hun god’ om offers te brengen en gezegend te worden bij het werk dat ze
(weer omlaag gegaan) moesten doen. Er werd dus eerst geofferd om de goden
gunstig te stemmen en zo hun zegen over zich af te roepen. Met andere woorden:
het bekende principe van zo’n stad was dat de bewoners als houding hadden: ‘ik
wil opstijgen, ik wil mijn zegeningen bij de goden kunnen halen, ik wil me zelf
bewijzen’. Dat was ook wat de bouwers van de toren van Babel beoogden (Gen 11):
een toren tot aan de hemel zodat ze beroemd konden worden. En nu zegt God tegen
zijn volk: ik ga van jullie een heilig volk maken, dat wil zeggen: een compleet
ander volk. Het verschil is direct al te zien: menselijke steden waren gebouwd
rond een menselijke hoogte, maar dit volk wordt gevormd rond een door God
gemaakte berg. In de menselijke steden was een tempel gemaakt op een berg die mensen hadden uitgekozen om de goden aan
te trekken. God echter, verzamelt dit volk rond Zijn berg, die Hij gekozen heeft en trekt hen daarmee
naar zich toe. De verschillen tussen deze twee steden maken het principiële
verschil tussen religies duidelijk waarover de inleiding van de preek al sprak:
in de menselijke stad gaat het om ‘ik kom naar god, ik stijg op en bereik
daarmee zelf mijn god en daarmee wordt ik gezien door mijn god. Bij God werkt
het echter juist omgekeerd: God komt omlaag naar mensen die het niet verdiend hebben en
zichzelf niet bewezen hebben; naar verdrukte, gekwelde mensen. En God zegt dan
dat een samenleving die door Hem gebouwd is op deze berg, een heel andere
samenleving is dan die op al die andere bergen en heuvels gesticht zijn. De
grote tegenstelling is dus dat God naar de mens toe komt in plaats van dat de
mens reikhalzend zelf omhoog probeert te stijgen om de goden voor zich in te
palmen. God stelt dat in het centrum van deze nieuwe stad iets staat dat
radicaal verschilt van andere steden. Dit wordt een heilig volk, waarbij heilig betekent: apart gezet, afgezonderd. Het
gaat dus om meer dan alleen een stad: God zet Zijn eigen complete volk apart
omdat Hij het lief heeft.
Het basisprincipe van je hart moet dus 180 graden omdraaien!
In plaats van dat jij God probeert voor je te winnen, mag je ten diepste gaan
beseffen dat je gered wordt uit genade. Dat je geaccepteerd wordt zoals jij
bent. Als je in die stad ‘thuis’ komt - die stad waar je niet jezelf hoefde te
bewijzen, maar waar God jou een plek geeft – dan word je een heel andere burger
dan de burgers van de aardse stad. Mensen die bij die heilige hemelse stad
horen gedragen zich totaal anders. In de aardse stad geldt: ‘hoe kan ik jou
gebruiken om er beter van te worden’, terwijl in de hemelse stad geldt: ‘hoe
kan ik dat wat ik gekregen heb inzetten ten gunste van jou’. Als God ons een
heilig volk wil maken, wil dat zeggen
dat je in alle aspecten van je leven
anders zult zijn: quaomgang met geld, met je vaardigheden, met je gezinsleven
etc. De manier waarop je zult omgaan met
geld, macht en seks zal totaal anders zijn. God trekt mensen niet alleen als
losse personen naar zich toe, Hij creëert een nieuwe samenleving binnen de ‘gewone’ samenleving. Gods
samenleving functioneert op basis van fundamenteel andere principes dan de
wereldse samenleving. En dát is waar de wet over gaat: over die hemelse manier
waarop God een samenleving wil laten functioneren. Als je hoofdstuk 20 tot 24
leest, niet met de bril op van ‘hoe kan een mens gered worden?’, maar met de
bril op van ‘hoe ziet de hemelse samenleving er uit die God ontworpen heeft?’, dan ga je pas de
schoonheid van de wet zien. Geld, macht en seks worden in Gods stad op een
compleet andere manier gebruikt dan in
de aardse stad: niet destructief, niet om de ander te misbruiken, niet om er
verslaafd aan te worden etc.
Je kunt dat in de wet zelf zien, kijk maar naar een paar
voorbeelden uit hoofdstuk 20 tot 24:
- Seks: dit was de eerste cultuur in de menselijke historie waarin overspel niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen als fout werd gezien.
- Geld: dit was de eerste cultuur waarin ook dochters konden erven. Als je de wetten over geld leest zul je zien dat er niet alleen 10% per jaar werd gegeven, maar bovendien elk 3e jaar nog een extra bijdrage waardoor de Israëliet per jaar zo’n 23% weg gaf. Vind je dat te genereus? Vraag je dan eens af of je wel bij een heilig volk wilt horen. Misschien wil je wel een persoonlijke relatie met God, maar je hebt dan het punt gemist dat God Zijn volk vormt in onderlinge verbondenheid.
- Macht: als er vreemdelingen bij het volk woonden moesten ze alle rechten en privileges krijgen die de rest van het volk ook had. Waarom? Omdat men zelf ook als vreemdeling in Egypte had gewoond.
Er was tot het moment dat God de nieuwe samenleving
uittekende geen enkele samenleving die er zo uit zag.
3. God gaf ons de wet: om je het licht van de wereld te laten zijn
We zagen als eerste punt al dat God zijn wet geeft om een
intieme relatie met ons te creëren; als tweede punt is nu duidelijk gemaakt dat
God zijn wet geeft om een radicale, unieke, nieuwe ‘stad in elke stad’ te
formeren. De mensen die de wet liefhebben en die proberen het hart te
verblijden van Hem die hen gered heeft, horen bij die nieuwe samenleving die
God formeert. En dat brengt ons direct bij het derde punt. Waarom wil God
gehoorzaamd worden, we zijn toch al gered? De reden is dat God ons een
koninkrijk van priesters wil maken (19,6). Dat klinkt raar! Hoe kun je nu een
compleet volk van priesters hebben? Denk er eens over na: wat was de taak van
een priester? Om mensen te helpen in de nabijheid van God te komen. Een
priester had een bemiddelende rol om te laten zien wie God is. Een koninkrijk van priesters wil dus zeggen: het hele volk
heeft als doel om de wereld te laten wie God is. Misschien heb je zelf niet
door dat dat ook jouw levenstaak is, maar Jezus leert ons dat ook. Lees maar
eens mee met wat Jezus zegt in Matteüs 5 vers 14-16: “Jullie zijn het licht in
de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men
steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten,
nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis
is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden
zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.” Normaal wordt dit uitgelegd
als: ‘als ik een goed leven leid en goede werken doe, dan zullen mensen zien
hoe goed God is’. Dat is natuurlijk waar, maar wat Jezus werkelijk bedoelt gaat
een laag dieper: mensen zullen God prijzen als ze jullie als een stad zullen
zien. In je eentje kun je geen stad zijn. Jezus leert ons een andere manier van
omgaan met elkaar, zodanig dat buitenstaanders
kunnen zien dat er in de christelijke wereld heel anders wordt omgegaan
met geld, macht en seks. Ook in Johannes
17 gaat het over die eenheid van christenen met elkaar en met Jezus als Hij
bidt tot God, de Vader: “Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en
ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt
gezonden” (Joh. 17,21). Als de wereld ziet hoe christenen omgaan met elkaar en
liefde tonen naar elkaar en naar anderen, dan zullen ze weten wie God is. Met
andere woorden: jullie allemaal samen zijn het licht van de wereld. En dat is
het derde doel van de wet wat we nu hebben gezien: God geeft ons de wet om een
unieke nieuwe ‘stad in een stad’ te zijn opdat
de wereld kan zien wie God is en hoe God is.
4. God gaf ons de wet: om je ten diepste te laten zien hoezeer jouw hart uit zichzelf niet op God gericht is
Het vierde doel waarom God ons de wet geeft is dat de wet
ons laat zien hoe de gerichtheid van ons hart ten diepste is. Laten we eens
kijken hoe de wet begint: (Ex 20,2) “Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte
uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden.” Misschien
denk je: ‘dat is nog maar het eerste gebod, hoe zit het met de rest?’. Laat ik
je dit zeggen: het is maar de vraag of je de rest wel nodig hebt… Ik bedoel
dit: Maarten Luther begon jaren geleden de 10 geboden te bestuderen (en hij is
aanzienlijk intelligenter dan ik ben) en Luther kwam tot deze conclusie: God
bracht alles wat Hij zijn volk te zeggen had onder in 10 geboden. Dat is nog
eens een staaltje samenvatten!... Maar aan die 10 geboden ligt slechts 1
goddelijk principe ten grondslag: voor de lijst die gaat over diefstal,
hebzucht, overspel etc., komt het gebod ‘maak geen andere goden’. Ons
fundamentele probleem is dat wij dingen belangrijker laten worden dan God in
ons leven. Elke andere zonde in ons leven komt voort uit díe gerichtheid.
Luther zegt: dit eerste gebod is het probleem achter elk probleem - de zonde onder elke zonde. Elk probleem dat
je in je gedrag zult zien of in je verkeerde verlangens en gedachten, is het
gevolg van deze fundamentele zonde. Los van wat je zegt of denkt of doet op
zo’n moment, is er iets anders al
belangrijker dan God op dat moment.
Een paar voorbeelden: stel dat je problemen hebt met je
tijdsbesteding. Je hebt het altijd druk en bent eigenlijk nooit echt klaar en
als je al tijd hebt om aan anderen te besteden, staat het altijd op gespannen
voet met alle andere dingen die je wilt doen. Je hebt al van alles geprobeerd
met zelfhulpboekjes over timemanagement, persoonlijke levensplanners, elektronische
agenda’s etc. Het fundamentele probleem achter het ‘altijd maar te
druk’-probleem is dat je geen nee kunt zeggen en iets anders belangrijker vindt
dan God: de waardering van andere mensen. Dat het belangrijker is wat anderen
van je vinden dan wat God van je vindt.
Een ander voorbeeld: je bent gierig en je zegt: ‘ja, eigenlijk
zou ik vrijgeviger moeten zijn’. Maar: dat is niet het diepste probleem. Zolang
geld voor jou zo belangrijk is dat je je er veilig door voelt in deze wereld
met al haar wisselvalligheden en onzekerheden, zolang je geld nodig hebt om je
zekerder over de toekomst te voelen en geld je meer zekerheid geeft dan God,
zul je niet in staat zijn om écht te geven aan anderen. Dus onder de zonde van
gierigheid ligt de zonde van afgoderij: geld biedt jou een zekerheid die je bij
God moet zoeken.
Nog een voorbeeld: als je liegt weet je soms niet eens
waarom je dat doet. Je vindt het misschien wel verwerpelijk dat je dat gedaan
hebt en je denkt: ik heb tegen een van de geboden gezondigd. Daaronder gaat
mogelijk iets heel anders schuil: je liegt omdat je bang bent om de waarheid te
vertellen, omdat je daarmee iets zou verliezen dat belangrijk voor je is: geld,
of je aanzien etc. Kortom: er is iets anders dan Jezus dat belangrijker voor je
is dan Hij.
Een laatste voorbeeld: je verbreekt de band met iemand die
je lief hebt. Je bent er wel kapot van, zelfs jaren lang. Je raakt helemaal
vastgezogen in gevoelens van schuld, zelfmedelijden of verbittering. Maar dit
is wat er gebeurt: afgoderij maakt gevoelens zo intens dat ze een vernietigende
uitwerking gaan hebben terwijl je er maar geen afscheid van kunt nemen, sterker
nog: je blijft er op een ziekelijke manier aan gehecht.
5. God gaf ons de wet: om je naar het bloed van Jezus Christus te drijven omdat daar alleen onze redding ligt.
Pas wanneer je de wet van God hebt en écht doorgrondt, zul
je begrijpen wat er omgaat in je eigen hart. Christenen hebben de wet altijd
gehad om te leren zien wat hun diepste beweegredenen zijn. Misschien zeg je nu
wel: ‘dat is mooi om te weten, maar ik voel me er niet beter door. Het is mooi
om te horen hoe God centraal in ons leven staat, maar hoe kan ik dat nu
concreet maken in mijn leven? Het
voelt als weer een onhaalbaar gebod’. Geef niet op! Er is nog een vijfde reden
waarom God zijn wet gaf. Je ontdekt het als je het einde van hoofdstuk 24 leest. Vers 7: “Vervolgens
nam hij het boek van het verbond en las dit aan het volk voor, en zij zeiden:
‘Alles wat de HEER gezegd heeft
zullen we ter harte nemen.’” Dwazen! Ze hadden ook anders kunnen reageren door
bijvoorbeeld te zeggen: “We zullen gehoorzamen! (zo vaak als het lukt)” of “Zo
vaak als het maar mogelijk is zullen we gehoorzamen”. Maar nee: ze zeggen dat
ze alles zullen gehoorzamen. Wat doet
Mozes? Hij besprenkelt het volk met bloed. Bloed? Dat klinkt voor ons nogal
raar. Wij zijn gewend een handtekening onder een contract te zetten, maar in
die cultuur was het gebruikelijk om bij het vastleggen van een contract de boete
in geval dat de ander het zou verbreken, uit te beelden. Je kon bijvoorbeeld
een dier in twee stukken snijden en er tussendoor lopen waarmee je zei: ‘Als ik
me niet houd aan de afspraak, dan mag je met mij doen wat ik met dit dier deed:
in stukken snijden’. Mozes besprenkelt het volk met bloed. Hij zegt daarmee:
‘als we de wet overtreden mag ons bloed worden vergoten’. Wat er vervolgens gebeurt, is dat de leiders
van Israël worden meegenomen naar boven,
de berg op, om God te zien. Zien ze Hem echt? Nee, want niemand kan God
zien en blijven leven, maar toch komen ze zo dicht in zijn nabijheid dat
ze zijn voeten kunnen zien. Wat ze zagen was zo bijzonder dat ze er moeilijk
woorden voor konden vinden: onder zijn voeten zagen ze ‘iets als een plaveisel
van saffier, helder stralend als de hemel zelf’. Ze waren zo dicht bij God ‘en
ze aten en dronken.’ ‘Eten’ is de cultuur van dat moment de ultieme manier om
iemand gastvrijheid, vriendschap en verbondenheid te tonen. Dit hoort ook bij
het verbond: God nodigt ze dicht bij Hem en behandelt hen als zijn kostbaarste
bezit. Misschien denk je ‘betekent dit dan dat mensen, als ze alles gehoorzamen,
bij God mogen komen?’. Maar hoe kunnen mensen alles gehoorzamen? We hebben
immers al gezien dat de gehele mensheid zich niet houdt aan alleen al het
eerste gebod: vereer geen andere goden. Maar hoe kunnen ze dan wel in de
nabijheid van God komen en daar echt blijven wonen? Het antwoord is eeuwen
later door Jezus gegeven. De avond dat hij werd verraden nam hij een beker en
sprak tot de discipelen: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het
nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt’ (Luc 22,20). Wat betekent
dat precies? Hebreeën 10,22 zegt dat wij God mogen naderen nu ons hart
gereinigd is, we gewassen zijn met zuiver water en van een slecht geweten
bevrijd zijn. En Johannes 1,18: “Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige
Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen
kennen.” Aan het kruis is het bloed van Jezus Christus vergoten. Dat betekent:
Hij ontving de vloek zodat wij de zegen konden ontvangen. Hij ziet en kent God
en Hij gehoorzaamt God absoluut en volledig, zelfs nu Hem dat deze vloek
oplevert. Wij verdienen het om die vloek te ontvangen, maar Hij neemt die over
zodat wij de zegen kunnen ontvangen. Niet alleen kómen we door genade in het
verbond, maar ook dat we er in mogen blíjven is puur genade.
Je hoeft niet bang te zijn voor de wet. Integendeel: je kunt
jezelf nu vormen tot een glorieuze nieuwe gemeenschap. Natuurlijk kun je nog
vallen en kan het mislukken om goede dingen te doen, maar je hoeft niet meer
bang te zijn voor de wet omdat Jezus de vloek van het verbond op zich nam. En
daardoor kunnen wij, net als zij, tot God naderen. Nog niet helemaal, maar we
kunnen al wel ‘eten en drinken’.
Terugblikkend zagen we vijf doelstellingen van de wet:
- Om een intieme relatie met God te krijgen
- Om je deel te maken van een radicaal en nieuw, heilig volk
- Om je het licht van de wereld te laten zijn
- Om je ten diepste te laten zien hoezeer jouw hart uit zichzelf niet op God gericht is
- Om je naar het bloed van Jezus Christus te drijven omdat daar alleen onze redding ligt.
Als jij denkt dat je God voor je moet winnen en de hemel
kunt verdienen door je aan de wet te houden, is het niet alleen zo dat geen van
bovenstaande uitwerkingen van de wet in jouw leven realiteit zullen worden,
maar je zult ook niet gered worden…! Wees of wordt lid van een kerk, waar ook
maar, die begrijpt wat haar taak is: om als Christenen samen een alternatieve
stad in de stad te zijn; een hemelse samenleving midden in de wereldse
samenleving, zodat iedereen het Licht van de wereld ziet.
Tot slot: het is niet fijn als je misschien nu wel voor het
eerst echt ontdekt dat jouw hart fundamenteel zo werkt: dat je gericht bent op
jezelf; dat je denkt gezegend te worden als jij maar de goede dingen doet. Als
het echt zo met je gesteld is, merk je dan hoe alles in je leven op dat moment
wringt? Je bent misschien wel hard aan het werk, maar het draait om jou. Je
bent vooral druk met jezelf te bewijzen en gebruikt daar alles om je heen voor.
Zonder God is elke mens er op gericht om zichzelf te bewijzen en zijn eigen
bestaan te verzekeren. Als het zo met je gesteld is, zoek dan de enige weg
waarmee je hart omgekeerd gaat werken. Ontdek wat Jezus voor jou heeft gedaan. Bid
tot God dat Hij jou aanneemt alleen maar door het offer van Christus. Weet dan
dat Hij je draagt ‘als op adelaarsvleugels’ en daarmee verandert alles.