Een
geest heeft geen vlees en beenderen
A spirit hath no flesh and bonesLucas 24: 37-43
Tim Keller
Gehouden op 12 april 1998
In het Engels te beluisteren op:http://sermons2.redeemer.com/sermons/spirit-hath-not-flesh-and-bones
Samenvatting
Het Paasverhaal vertelt ons over een nieuw begin nadat er iets verschrikkelijks was gebeurd –
het getuigt dat er na de dood leven is.
Als je de opstanding van Jezus
vergeestelijkt, dan geeft dat je wel een comfortabel
gevoel, maar het geeft je niet de waarheid. Veel
mensen vinden het verhaal van Pasen inspirerend. Maar de
boodschap van Pasen is nu juist dat Jezus vlees en botten heeft. De
evangelieschrijvers laten de mogelijkheid helemaal niet open dat je dit verhaal
alleen maar ‘inspirerend’ vindt. Het is óf gelogen, óf de waarheid. En als het
de waarheid is kun je er niet omheen: Jezus is God! Als je aanvaardt dat Jezus
geen geest is, maar iemand met ‘vlees en botten’ verandert dit de
manier waarop je denkt, de manier waarop je leeft, en de manier waarop
je voelt.
Lucas 24:37-43
37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een
geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen:
‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me
aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie
zien dat ik heb.’ 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en
zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden
geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’
42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43
Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.
Preek
Ik
geloof dat deze Bijbeltekst geschreven is voor de gemiddelde New Yorker van
vandaag de dag. Want de gemiddelde New Yorker voelt zich wel lekker en prettig bij
het paasfeest. Hij is er vertrouwd mee. Hij voelt zich vertrouwd met de
boodschap van Pasen.
De
discipelen reageerden echter helemaal niet op een relaxte manier toen ze de echte
boodschap van Pasen hoorden. Kijk maar naar deze woorden in de tekst:
verbijsterd, door angst overmand. Met andere woorden: verontrust, ongeloof,
vreugde, verbazing. De gemiddelde New Yorker heeft geen van deze gevoelens bij
Pasen. Geen één! De gemiddelde New Yorker zegt dit: ‘Het meest houd ik van het
paasverhaal. Het is een prachtig verhaal, heel inspirerend. Het betekent vooral
dat er altijd weer een nieuw begin komt na een ramp. Dat er hoop gloort na
donkere tijden.’
En
ik geloof ook dat er velen zijn die naar aanleiding van dit verhaal zullen
zeggen dat er na de dood weer leven is. ‘We zullen naar het licht gaan.’ Ze
houden dus wel van het paasverhaal, maar zeggen gelijktijdig ook: ‘Ik geloof
niet dat het letterlijk zo is gegaan. Ik geloof niet dat er echt een
lichamelijke opstanding was. Ik geloof dat dit verhaal zo ontstaan is in de
loop van de tijd, doordat christenen mooie spirituele ervaringen hadden hoe de
geest van Jezus, hun leraar, onder hen voortleefde. Zijn leer leefde onder hen
voort. En in de loop der jaren heeft dat de vorm gekregen van verhalen waarin Jezus
lichamelijk op stond. Dat verhaal geloof ik niet letterlijk, maar ik houd wel
van het paasverhaal.’
Ik
ga je vandaag laten zien dat het lijkt alsof Lucas, die deze tekst schreef, al
voorzag dat deze reactie zou komen. Alsof hij dat al verwachtte. Want deze
tekst komt er in wezen op neer dat als je de opstanding van Jezus
vergeestelijkt, als je zegt dat Jezus voortleeft in de geest van de mensen, dat
je dan wel een comfortabel standpunt in kunt nemen, maar dat je de waarheid
niet hebt gevonden. Want Jezus zelf zegt hier duidelijk: ‘Ik ben niet een geest
of een spook. Want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals ik wel heb.
Raak me maar aan. Geef me een vis. Laat me iets eten. Geesten eten niet zoals
ik nu doe!’
Het
punt van deze tekst is dat die recht in gaat tegen de populaire mening. De
tekst zegt: ‘Als jij je geriefelijk voelt bij het Paasfeest, als je niet
angstig wordt of juist helemaal verrukt raakt en gevuld wordt met blijdschap,
dan heb je de boodschap van Pasen vergeestelijkt of je hebt hem niet goed doordacht.’
De
boodschap van Pasen is: Jezus heeft vlees en botten. Jezus heeft nu, op dit
ogenblik vlees en botten. En Jezus zegt: ‘Als jij het begrijpt op de manier
waarop de discipelen het gingen begrijpen, dan zul je óf angstig worden óf
verschrikkelijk blij, maar je zult je niet meer gerustgesteld en geriefelijk
voelen.’
Ik
wil je drie dingen laten zien die we kunnen leren uit het feit dat Jezus vlees
en botten heeft.
Wat voor verschil
maakt dit
- voor
je geest? Het verandert je
manier van denken.
- voor
je wil? Het verandert
de manier waarop je leeft.
- voor
je hart? Het verandert je
gevoelens.
Als Jezus nu nog steeds vlees en botten heeft, betekent dat, dat hij God, dat hij Heer is [in het Engels ‘Lord’]. Dat is een angstaanjagende boodschap! Paulus ging naar Athene en begon daar te preken, staat in Handelingen 17. Hij ging naar de Areopagus, een berg, waar een raad van filosofen bijeen kwam. Hij begon tegen hen te spreken, hij begon een lezing te houden. En in eerste instantie vonden ze het een mooi verhaal. Want hij vertelde dat hij in één God geloofde, die niet in tempels woont, en dat hij geloofde dat alle mensen deze God nodig hebben. Dat vonden ze prachtig! Waarom? Omdat wij allemaal zoeken naar God. Elke religie zoekt naar God en elke religie geeft ons sleutels hoe we het leven kunnen vinden en hoe we om moeten gaan met problemen. En dat is prachtig!
Maar
de stemming verandert opeens. Dat lees je in Handelingen 17:30, 31:
30 God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet
kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, 31 want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een
rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij
voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij
geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.’
En
op dat moment is de lezing voorbij. Er staat:
32 Toen ze hoorden
van een opstanding van de doden dreven sommigen daar de spot mee, terwijl
anderen zeiden: ‘Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen.’
De
reden daarvoor is dat ze zich opeens niet meer comfortabel voelden omdat ze
zich realiseerden dat Paulus zei dat de zoektocht niet meer nodig was. Die was
voorbij. Als Jezus uit de dood is opgestaan, hoeft niemand meer heerlijk om
zich heen te zoeken. Dan is die prachtige zoektocht naar het leven voorbij. Het
wordt tijd voor een beslissing.
De
filosofen wisten dat de opstanding die de christenen claimden iets heel
fundamenteels was. Geen enkele andere religie had dit ooit geclaimd of was zelfs
ooit maar in de buurt geweest van zo’n claim. Hoezo vraag je je af? Waarom maakt de opstanding Jezus uniek?
Hebben andere religies geen verhalen van helden die ook opstonden uit de dood?
En in de Bijbel zijn toch ook andere mensen uit de dood opgestaan? Bijvoorbeeld
die weduwe bij wie Elisa de zoon opwekte? En Lazarus toch ook? Dus waarom zou
de opstanding van Jezus hem uniek maken en zijn religie ook uniek maken?
Het
antwoord is dat niemand ooit eerder was opgestaan zoals Jezus. Kijk maar naar
Lazarus. Bij hem moesten anderen de steen opzij rollen zodat hij uit het graf
kon komen. Ze moesten hem helpen zijn lijkwaden uit te doen, zodat hij zich kon
bewegen. Maar Jezus’ lijkdoeken lagen daar gewoon, in het graf, helemaal intact,
in de wikkels en netjes opgevouwen, omdat zijn lichaam er gewoon uit was
gegaan. En een van de redenen waarom de discipelen zo angstig zijn in de tekst,
vers 37, was niet omdat ze Jezus zagen staan, maar omdat de deuren dicht waren
en hij gewoon door de muur heen binnenkwam. De reden waarom de steen van het
graf was afgerold op die zondagmorgen van het paasfeest, was niet om Jezus
eruit te laten. Denk je echt dat het daarom was? Ja, dat dacht je ;) Nee! Het
was omdat wij dan in het graf konden kijken. Omdat Maria en de discipelen erin
konden gaan. Jezus had dat helemaal niet nodig. Hij was niet opgestaan op de
manier van de andere mensen, maar op een heel andere manier. De dood had zijn
grip op Lazarus verloren. Maar Lazarus is later wel weer gestorven. Jezus
Christus echter verbrak de banden en de tanden van de dood! Hij vernietigde de
dood. Hij doodde de dood, door zijn dood en opstanding. Dat leert de bijbel
ons.
En
als we Jezus door een muur zien heen komen, wat betekent dat dan? Het betekent
dat Jezus Christus nu leeft in een heel nieuwe werkelijkheid, de werkelijkheid van
na het verval, van na de ontbinding en de dood en zelfs van tijd en ruimte.
Jezus laat zien dat hij niet zo is als welke andere grondlegger van welke
religie ook maar. Hij de eerstgeborene uit de doden, hij is de Zoon van God en
hij heeft de dood verbroken.
En
dat is de reden waarom Johannes, als hij Jezus aan het eind van zijn leven
ontmoet, in zijn verslag schrijft, openbaring 1: 17, 18:
17 Toen ik hem zag
viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar hij legde zijn rechterhand op me
en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste. 18 Ik ben degene die
leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels
van de dood en van het dodenrijk.
Zie
je dat Jezus maar niet gereanimeerd is. Hij werd niet levend om later weer te
sterven. Hij stierf om veranderd uit het graf te komen. Hij verbrak de banden
van de dood. En daardoor kan hij zeggen dat hij de levende is die de sleutels
van het leven vast heeft.
Wat
betekent dat voor die filosofen? Wat betekent dat voor jou en mij? Dat betekent
dat de zoektocht voorbij is. De dag van berouw en inkeer is gekomen. Want elke
andere religie, elke filosoof en elke religieuze leider wees altijd naar de weg
van het leven. Maar Jezus Christus zegt: ‘Ik bén het leven! Ik ben niet maar
wéér een andere leider die je sleutels geeft die je kunt gebruiken tijdens je
zoektocht. Ik ben het leven waar alle sleutels naar toewezen. Dat is de reden
waarom Martha tegen Jezus zei: ‘Heer, als u hier was geweest, was mijn broer
niet gestorven. Waarom kon u hier niet op tijd zijn? Nu moeten we wachten tot
we hem weerzien bij de opstanding die gaat komen, aan het eind van de tijd.’ En
Jezus antwoordt: ‘Ik bén de opstanding en het leven. Waar ik ben, daar is
opstanding. Ik ben niet een leraar die wijst naar een opstanding, ik bén de
opstanding waar alle andere leraren naar wezen. En daarom hoef je niet meer te
zoeken.’
Dit
is de reden waarom de opstanding zo dichtbij komt. Dit is de reden waarom de
opstanding zo’n reikwijdte heeft. En dit is ook de reden waarom mensen het
vandaag de dag prettig vinden om de opstanding van Jezus te vergeestelijken. Want
als de opstanding lichamelijk heeft plaats gevonden, dan gaat het over jezelf.
Er
is mij iets opgevallen dat heel ironisch is. De mensen die de grootste hekel
hebben aan snelle, makkelijke antwoorden, leven zelf met het meest makkelijke
antwoord. De gemiddelde mens zegt: ‘Iedereen heeft zijn eigen religie. Iedereen
zoekt naar God. Iedereen probeert de waarheid te vinden en heeft een deel van
de waarheid. En wie weet of hij de waarheid heeft?’ Weet je waarom dat dit een
heel makkelijk antwoord is? Zolang we
allemaal maar zoeken en niemand zeker weet of hij gelijk heeft, kan iedereen aan
zijn eigen religie of filosofie vast blijven houden. Ik kan dan wel zeggen dat
ik met een spirituele zoektocht bezig ben, maar ik kan ondertussen leven op de
manier die ik zelf wil. Want wie weet zeker dat hij de waarheid heeft?
Maar
als Jezus zegt dat hij niet de weg naar de waarheid wijst, maar de waarheid is – ‘ik wijs je niet de weg naar het
leven, maar ik bén het leven; ik houd de sleutels van de dood in handen; ik heb
de dood vernietigd. En de enige manier waarop jij de dood kan passeren, is door
mij’ – dan betekent dat dat de zoektocht voorbij is en dat het nu de tijd is om
een beslissing te nemen.
Dat
is de reden waarom Paulus zegt: ‘De opstanding betekent dat God over de tijd
van onwetendheid heen kijkt en nu roept hij iedereen overal op om tot inkeer te
komen. ‘Kom tot Mij. Kniel neer.’’
Laat
me je dit vertellen. Ik denk dat Lucas precies wist wat hij hier aan het doen
was. Waarom geeft hij aandacht aan zo’n klein detail als ‘een geroosterde vis’?
Wat betekent dat? Als Lucas een legende voor ons aan het opschrijven was en
verhalen voor ons aan het bij elkaar halen was had hij een ander verhaal
geschreven. De enige mogelijke betekenis van dit verhaal is niet dat er na de
dood weer leven kan zijn, dat er na de winter weer een lente komt, dat er na
een ramp een nieuw begin is. De enige mogelijke reden van dit verhaal is om te
laten zien dat Jezus daar letterlijk stond, dat de mensen naar hem keken toen
hij een vis at. Hij vroeg niet om een gebakken visje, maar om een geroosterde
vis, omdat die geroosterd was! Hij vroeg om een geroosterde vis en Lucas laat daarmee
zien dat dit geen legende maar een rapportage is. Het is een verslag! Daarom
zijn er van die onbetekenende details. Zo schrijf je geen legendes. Als je dit
leest weet je dat hier een claim van uitgaat. Dit is geen legende, geen mooi
verhaaltje, geen mythe die ons helpt om voorbij te kunnen kijken aan wat er gebeurd
is. Dit is een claim! En dat is wat zowel Lucas als Johannes aan het doen zijn.
Johannes zegt in 1 Johannes 1:1:
…wat wij met eigen
ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat
verkondigen wij: het Woord dat leven is. 2 Het leven is verschenen, wij hebben
het gezien en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de
Vader was en aan ons verschenen is. 3 Wat wij gezien en gehoord hebben,
verkondigen we ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent.
Wat
Lucas en Johannes aan het doen zijn, en Lucas in deze tekst met Pasen speciaal,
is bekend maken: ‘Wij weten dat het een buitensporige claim is dat Jezus uit de
dood is opgestaan. We weten dat het een pluriforme maatschappij is waarin we
leven en waarin iedereen zegt zijn eigen religie te hebben. We weten dat er nog
nooit iemand een claim als deze heeft neergelegd. We weten dat deze claim
inhoudt dat je deze Man moet vertrouwen óf voor eeuwig moet sterven. We weten
dat het buitenproportioneel is, maar wat kunnen we anders doen? Wij zagen hem
met onze eigen ogen! We hebben hem met onze eigen oren gehoord! We hebben hem
gevoeld met onze eigen handen. Hij zei tegen ons: ‘Raak me maar aan!’ Wat
kunnen we doen?’ zegt Lucas.
Lucas
en Johannes en de andere evangelisten zeggen: ‘Je kunt ons leugenaars noemen.
Zeker. Ja, dat zou je kunnen doen. Het zou een leugen kunnen zijn. Noem ons
gerust leugenaars. Óf geloof ons en kom daardoor in een totaal nieuwe wereld. Maar
haal het niet in je hoofd naar beneden te halen wat wij zeggen. Spreek er niet
kleinerend over. Zeg niet dat het mooie spirituele verhalen zijn. Als je ze
leest kun je weten dat het geen geestelijk verhaal is. Dit is een claim! Dit is
een verslag! Kies of je ons een leugenaar noemt, kies of je ons gelooft, maar
waag het niet te zeggen dat Jezus alleen maar geestelijk is opgewekt en
voortleeft in onze gedachten. Dat het christelijk geloof er maar één van velen
is. Want dat is het niet! Die optie geven we je niet. Wij hebben de levende
gezien! Degene die de sleutels van de dood bezit.
Dat
is het eerste punt. Zie je waarom het beangstigend is? Zie je waarom Pasen geen
comfortabel feest is?
2. Wat voor verschil
maakt het voor je wil? Het verandert de manier waarop je leeft.
Wat
is het tweede gevolg van dat er in de bijbel staat dat ‘een geest geen vlees en
botten heeft’? We hebben gezien dat als Jezus vlees en beenderen heeft, hij God
en Heer moet zijn. Dat zou niet zo zijn als hij alleen geestelijk was opgewekt.
Maar als hij letterlijk vlees en botten heeft is hij God!
Het
tweede punt is dat dat maakt dat jij op een geheel nieuwe manier in relatie
staat met de wereld. Wat bedoel ik daarmee? Het eten van de vis door Jezus
betekent dat jouw toekomst een toekomst is waarin jij lichamelijk aanwezig
bent. Jezus zegt dus niet dat hij jou gaat verlossen van de wereld. ‘Als jij
mijn vertrouwt kun je een mooie toekomst hebben. Als jij sterft kun je elders een
mooie toekomst krijgen met mij. Je laat dan al het lijden achter je. Je leeft
verder en bent heel gelukkig.’ Dat zegt hij dus niet. Wat Jezus zegt met de opstanding
is dit: ‘Deze wereld, deze materiële wereld, is zo belangrijk voor jou en voor
mij, dat ik naar de wereld ben toegekomen om haar te verlossen. En jouw
toekomst zie je nu in mij weerspiegeld. Je hebt dan een lichaam. We gaan de
wereld verlossen. Deze wereld doet ertoe!’
Om
uit te leggen wat dit betekent wil ik je twee citaten voorlezen, omdat het een
prachtige balans creëert in je christelijke leven, waarvan ik denk dat geen
enkele filosofie daar ook maar een beetje bij in de buurt kan komen.
Aan
de ene kant kun je dit leven leven zonder enige spijt, als je gelooft in Pasen,
als jij gelooft in de lichamelijke opstanding, als je gelooft dat we niet slechts
spreken over eeuwig leven als het spirituele leven in een mooie wereld waar je
heen gaat als je sterft. We spreken over opstanding, we spreken over een
verloste nieuwe aarde, een plaats waar je leeft met een lichaam, waar je eet en
drinkt, waar je lief hebt, danst, iemand een knuffel kan geven…als je dat
gelooft, dan kun je aan de ene kant dit leven leven zonder enige spijt.
Ik
denk dat er mensen in New York zijn die niet uitzien naar dit leven, omdat ze
bang zijn dat ze veel te veel zullen gaan missenlopen. Ze zijn bang dat ze een
grote familie zullen mislopen, dat ze fantastische sex zullen mislopen,
prachtige reizen, geweldige ervaringen. En dat willen ze juist zo graag
meemaken. Ze willen seksuele extase, warmte en liefde, lichamelijke schoonheid,
geweldig voedsel, mooie plekjes zien… al die dingen willen ze hebben. En als je
denkt dat je dat allemaal zult mislopen, hoe voel je je dan? Herinner je je die
oude bierreclame: ‘You only go around once in this life, so you have to grab
for all the gusto you can get’, ‘Je leeft maar één keer, dus je moet alle genot
pakken wat je pakken kunt.’
Pasen
zegt: ‘Doe niet zo belachelijk!’ Pasen zegt: ‘Als jij één wordt met Jezus
Christus, loop je helemaal niets mis!’ En daarom: relax, offer, geef je geld
weg, geef jezelf aan andere mensen, laat mensen je gerust iets opleggen. Want je
gaat helemaal niets mislopen als je in de voetenstappen gaat van degene die
zichzelf gaf, die zich voor anderen offerde, die hen diende en hun behoeften
boven die van zichzelf plaatste. En jij kunt rustig achterover gaan zitten. Je
hoeft niet honderd uur per week te werken. Waarom zou je? Je loopt echt niets
mis, hoor!
C.S.
Lewis zei het zo, in zijn prachtige preek ‘The weight of glory’ [http://www.verber.com/mark/xian/weight-of-glory.pdf]:
‘The faint, far-off results of those energies which God’s creative
rapture implanted in physical matter when He made the worlds are what we now
call physical pleasures’. ‘
‘Wat wij nu lichamelijke genoegens noemen, is
een slap aftreksel van de energie die God in creatieve verrukking heeft
geïmplanteerd in fysieke materie.’
Ik
wilde dat ik er de tijd voor had om dit verder uit te werken, dit is zo
belangrijk! Lewis spreekt over het feit dat we uit de bijbel weten dat toen de
Vader en de Zoon de wereld schiepen, ze helemaal in vervoering raakten. Ze
waren verrukt over alles wat ze schiepen. En Lewis werd daardoor gefascineerd.
Wat hij met dit citaat zegt is: als jij iets eet dat echt heerlijk is, als je
iemand omhelst die je heel geweldig vindt, als je muziek hoort die ongelooflijk
subliem is, dan zijn die lichamelijke genoegens slechts een slap aftreksel, een
vage weerspiegeling van de tomeloze energie van verrukking die God in de fysieke
wereld legde bij de schepping. Hij zegt dat de oorspronkelijke lichamelijke
genoegens – en ik vind dit echt geweldig – dat die oorspronkelijke lichamelijke
genoegens zo sterk zijn, dat ze voor ons huidige bestaan gewoon té sterk zijn.
Zelfs hoe we ze nu beleven zijn ze voor ons vaak nog té sterk, terwijl ze al zo
zwak zijn vergeleken hoe God het bedoeld had. ‘Hoe zou het zijn om te proeven uit
deze bron, die waterstroom waarvan je zelfs al bedwelmd raakt als je drinkt uit
een lager gelegen zijstroom? Toch is dat, denk ik, wat ons te wachten staat,’
zegt Lewis verderop in zijn preek.
Wat
probeert Lewis hiermee te zeggen? Hij probeert te zeggen dat de meest geweldige
sex hier op aarde in het niets valt met de ongelooflijke nabijheid die we gaan
ervaren met anderen, in Jezus Christus. Hij zegt dat de beste wijn van het beste
restaurant in New York in het niets valt bij het bruiloftsfeest van het Lam.
Hij zegt dat als jij dansers ziet en jij jezelf te lomp en te dik vindt om ook
te zo te dansen, dat dansen nog niets is
vergeleken met wat er nog komen gaat. Die dansers hebben afgedaan als ze
veertig zijn. Dan zijn ze versleten en hebben ze overal pijn. Maar de Bijbel
zegt in psalm 69 dat als Jezus terugkomt om de wereld te regeren, dat dan zelfs
de bomen zullen dansen! Hoe zouden wij dan wel niet kunnen dansen!
Je
gaat helemaal níets mislopen. Wat maak jij je nou zorgen over foto’s die je op
je volgende reisje wil gaan maken. Dat is helemaal niets vergeleken met wat je
allemaal nog mee gaat maken. Je zult kunnen rennen en wandelen als of het niets
is. Je zult niet terugkijken op vroeger en weer verlangen naar dat je jong en
sterk was. Je zult met helemaal niets te vergelijken zijn met hoe je was.
Vergeleken met hoe je in de toekomst zult zijn ben je nu te vergelijken met
groente!
Heb
geen spijt! Wees niet bang! Maak er geen probleem van om een offer te brengen!
Waarom? Omdat onze toekomst een lichamelijke toekomst is. Onze toekomst is niet
een toekomst zonder lichaam met hoogintelligente wezens, niet een soort Start
Track met hoog ontwikkelde wezens, die rond zweven. Op mijn woord, zo zal het
niet zijn. Je voeten zullen de grond aan kunnen raken in het koninkrijk van
God. We zullen er niet rondzweven. Je zult kunnen lopen, dansen, eten, drinken,
knuffelen, liefhebben. Dus er is niets om je bang over te maken, je hoeft nergens spijt van te
hebben omdat je het gaat missen. Je kunt relaxen! Want Pasen betekent: deze
wereld is niet alles wat er is. Maar…
Aan
de andere kant betekent Pasen ook dat deze wereld ongelooflijk belangrijk is.
Deze wereld is het waard om voor te vechten. Het is niet zo als bij de oosterse
religies die zeggen dat deze wereld een illusie is. Of zoals bij de Griekse
filosofen die materie onderschikt vonden. Materie en de fysieke wereld zouden
je alleen maar naar beneden trekken. Nee! Aan de ene kant is deze wereld niet
alles wat er is. Aan de andere kant zegt Pasen ons juist dat deze wereld
uiterst belangrijk is.
Als
ik een kind zie lijden of een mens in ellende zie leven, ga ik daar iets aan
doen. Want Pasen betekent dat God de wereld niet heeft verlaten maar dat hij
ons gered heeft en dat er een paradijs zal zijn in de toekomst. Hij is in de
wereld gekomen om de wereld te helen, te genezen. Jezus is de eerstgeborene uit
de doden. Hij is het begin van een nieuwe schepping. En hij gaat iedereen
genezen: nieuwe lichamen, nieuwe zielen, nieuwe hemelen, nieuwe aarde. En
daarom vechten wij nu en zorgen wij voor wie zorg nodig heeft. Ik zou je nog
een tweede citaat geven. Hierbij past mooi een citaat van Tom Wright [http://nl.wikipedia.org/wiki/Tom_Wright]:
‘Als
Pasen betekent dat Jezus Christus alleen is opgestaan in geestelijke zin, dan
gaat het met Pasen alleen over mijzelf en over het vinden van een nieuwe
dimensie in mijn persoonlijke geestelijke leven. Maar als Jezus Christus
waarlijk uit de dood is opgestaan, is het christendom goed nieuws voor de hele
wereld – nieuws waarvan ons hart warm wordt, omdat het niet alleen gaat over
het krijgen van een warm hart. Pasen betekent dat, in een wereld waarin
onrecht, geweld en vernedering een wijdverbreid probleem zijn, God niet bereid
is zulke dingen toe te staan en dat we er aan moeten werken. We moeten plannen maken,
met al de energie van God in ons, om de overwinning van Jezus overal bekend te
maken en door te laten werken. Als je Pasen wegdenkt, dan had Karl Marx gelijk
toen hij christenen ervan beschuldigde de materiële problemen van de wereld te
negeren. Als je Pasen wegdenkt, heeft Freud waarschijnlijk gelijk met zijn
uitspraak dat het christendom alleen
wens-vervulling is en Nietzsche had gelijk toen hij zei dat het alleen voor
watjes was.’
Maar
als er wel een Pasen is en als je ermee ophoudt Pasen te spiritualiseren, dan
heb je al het lef, alle vreugde, dan heb je alles wat je nodig hebt om het
belang van deze wereld aan te voelen. Als Jezus vlees en botten heeft, kun je
aan de ene kant relaxen en aan de andere kant vechten voor deze wereld, want
deze wereld doet ertoe!
3. Als Jezus vlees en botten heeft, maakt dat
verschil voor ons hart. Het verandert onze gevoelens.
Als
Jezus vlees en botten heeft, dan kunnen wij deel aan hem hebben. ‘We can have
Him.’ Wat bedoel ik daarmee? Jezus zegt steeds weer: ‘Raak me maar aan.’ Waar
heeft hij het dan over? Als je zorgvuldig leest, dan zie je in Mattheüs 28 dat
de vrouwen hem aanraken, aanklampen en Jezus vindt dat goed. In onze tekst zegt
hij ook: ‘Raak me aan’.
Maar…
als Maria van Magdala hem vastklampt in de tuin, in Johannes 20, zegt Jezus:
‘Raak me niet aan.’ Waar gaat het hier om? Al die aanrakingen – raak me aan,
raak me niet aan – waar gaat dat over? Als je een stapje terug doet en het hele
evangelie doorleest, heel Mattheüs, of Marcus of Lucas of Johannes, helemaal…dan
geeft dat je een ervaring die iedereen af en toe moet hebben. Ik durf te wedden
dat veel mensen die al lang christen zijn dat nog nooit hebben gedaan. Lees het
evangelie eens helemaal door, of twee of drie keer, maar in elk geval één keer
helemaal achter elkaar.
Toen
ik dat deed werden me sommige dingen duidelijk die me voor die tijd nooit
helder voor ogen hadden gestaan. En dat was dat de evangelieschrijvers wilden
dat je verliefd zou gaan worden op Jezus.
Ik
denk dat de meesten van ons wel de ervaring hebben gehad, toen wij jonger
waren, dat we verliefd werden op een bepaald karakter, iemand in een film, op
tv, in een spel. De meesten van ons willen hier helemaal niet over praten, maar
je werd er door verpletterd. Het is een bitterzoete ervaring, want als je die
acteur of actrice, nog los van het feit dat hij ver weg woont, in het echt zou ontmoeten wist je wel dat hij
niet echt het karakter, de personage uit de film was. Je kunt er dus niks mee
doen. Dat is zo bitterzoet van het verliefd worden op een karakter. Je wordt
verliefd op een personage en je zou wensen deel uit te maken van zijn leven,
maar dat kan niet. Degene die er het dichtst bij kwam was de schrijfster Dorothy
Sayers. Zij werd verliefd op een karakter in haar boeken, Lord Peter Wimsey en
ze creëerde een personage dat zij zelf was, Harriet Vane. Maar zelfs dat is
niet echt.
Maar
als jij het evangelie helemaal begint te lezen, zal het je steeds weer overkomen.
Want als je de evangeliën leest, wordt je steeds weer geconfronteerd met de
onvoorspelbare schoonheid van een wijs, absoluut groot, absoluut nederig,
absoluut liefdevol persoon. Met Jezus Christus heb je dé hoofdpersoon - alle
hoofdpersonen, alle helden waar je ooit verliefd op werd – en ze worden
allemaal ingehaald en blijken nietig vergeleken bij Hem. Hij is beauty wiens
kus elk beest kan laten veranderen. Hij is de ridder die elke draak kan
verslaan. Hij is de held die sterft voor zijn beschermeling. Hij is de
schoonheid der schoonheden, de ridder der ridders, de held van alle helden. Je
merkt dat je hart naar hem uitgaat en als je aan het eind van het verhaal komt
zegt elke evangelieschrijver iets wat je aan het eind van geen enkel ander
verhaal kunt zeggen: deze persoon kun je wel krijgen! Je kunt hem aanraken.
Maria
omklemde Jezus omdat ze daar iets mee wilde zeggen. Ze zei ermee: ‘Van
vrijdagnacht tot zondagmorgen was u alleen maar een voorbeeld voor mij. Van
vrijdag tot zondagmorgen was u een heel inspirerend voorbeeld. In geloofde in u
in het algemeen. Ik werd geïnspireerd door het voorbeeld dat u gaf. Maar dat is
niet genoeg. Maar nu wil ik u helemaal hebben. Ik wil u omhelzen. Ik wil uw
aanwezigheid voelen. Ik wil uw liefde voelen in mijn hart. Ik wil u in mijn
armen hebben.’
Het
is niet goed genoeg als Jezus alleen een inspirerend persoon voor je is, iets
vaags dat jou boven het leven uit tilt. ‘Ik wil niks vaags, ik wil u!’ En als
Jezus tegen haar zegt: ‘Raak me niet aan want ik wordt naar mijn Vader
gezonden’ betekent dat niet ‘Ik ben heilig, raak me niet aan anders gebeurt er
iets met je’. Want op andere plekken zegt hij dat ze hem aan mogen raken. Wat bedoelt
hij hier dan?
Hij
begrijpt wat er bij Maria achter zit en zegt tegen haar: ‘Dit is niet de goede
manier. Ik ben opgestaan en ik word weggezonden. Ik leef niet voort in een
geestelijke toestand, in een soort Neverland. Ik word weggenomen, zodat je waar
je ook maar op de wereld bent, in staat zult zijn om mij te hebben. Door het
geloof.’
Waar het
hier om gaat is dat Jezus zegt: ‘Maria, je zult krijgen wat je wilt, en dat is
er voor iedereen!’ Daarvoor hoef je niet hier in de tuin te blijven.
Als
je daar een bewijs voor wilt hebben, of een toelichting op dat feit, dan hoef
je slechts op het historische feit te letten dat de christenen het graf van
Jezus kwijt zijn geraakt. Christenen zijn het graf van Jezus kwijtgeraakt! In
die tijd was het normaal om van het graf van heiligen, profeten en wijzen een
gedenkplaats te maken. Dat deden hun volgelingen. Zij maakten van het graf een
plaats van verering en pelgrimage. En er waren op dat moment minstens vijftien
van zulke graven in Palestina toen Jezus stierf. Toch weten we dat honderd vijftig
jaar later eigenlijk niemand precies wist waar het graf van Jezus was.
Ik
weet dat je vandaag de dag naar Jeruzalem kunt gaan en dat toeristen daar voor
twintig dollar gelukkig worden gemaakt met dat ze het graf van Jezus mogen
zien, maar ze weten niet waar dat graf is! En de reden daarvoor is dat de
christenen vanaf het begin het graf hebben genegeerd en zijn vergeten.
Nou
vraag je je vast af hoe dat nou heeft kunnen gebeuren!? Mijn vrouw heeft het
aan mij uitgelegd, zoals met zo veel dingen ;) Ze zegt: ‘Als onze zonen nog bij
ons wonen, dan is er met hun slaapkamer niets speciaals aan de hand. Je loopt
er naar binnen, je ziet de schoenen, het bed, de kleren en vraagt je af wat er
met je zoon aan de hand is. Waarom kan hij zijn spullen niet gewoon opruimen?
De kamer, de spullen, ze hebben geen speciale betekenis voor je. Maar als hij
uit huis gaat om te studeren, of als hij gaat trouwen, of in het ergste geval
als hij overlijdt, wordt zijn kamer heel belangrijk. Je loopt er naar binnen en
kijkt niet op dezelfde manier naar de schoenen. Je denkt niet ‘waarom ruimt hij
die schoenen niet op’ maar ‘O, dat zijn zijn schoenen. O, daar is zijn bed.’
Als je kind sterft, kun je de kamer zelfs niet aanraken. Je gaat zijn kleren
niet opruimen, je wilt niets aanraken. Als je iemand niet meer bij je hebt,
vereer je die plaats. Zijn spullen en zijn plekje worden een gedenkplek.’ Hoe
komt het dat christenen niet naar de plek gingen van het graf? Waarom hadden ze geen gedenkplaats? Hoe kunnen
ze het graf zijn kwijt geraakt? Dat is heel eenvoudig! Ze hadden Jezus nog! Ze
hadden hem absoluut nog! Ze hadden hem nog zoals Maria hem wilde hebben. En dat
hadden ze allemaal! Ieder van hen! Maria klemde zich aan hem vast en wilde hem
nooit meer kwijt. ‘Ik wil liefde! Ik wil inspiratie! Ik wil passie! Ik wil
gevoel! Ik wil u in mijn armen houden. Ik wil uw liefde in mijn hart. Ik wil
niet iets vaags.’
Ze
wilden hem allemaal en ze kregen hem allemaal. Dat is wat de opstanding
betekent. Hij leefde niet door zoals die andere leraren. Hij leefde niet door
in de geest van zijn onderwijs. Hij is er echt! ‘Raak me aan,’ zei hij, ‘Ik wil
dat je mij aanraakt.’
Heb
jij Jezus Christus op de manier zoals Maria hem had? Zoals de eerste christenen
hem hadden? Of zeg je: ‘Wacht even, ik heb geen idee waar je het over hebt. Ik ervaar
Jezus als een soort inspiratie voor mij.’ Dan heb jij hem niet. Zij hadden hem wel. Maria had hem. En zo
kun jij ook deel aan hem krijgen.
Maar
dan moet je wel bereid zijn eerst door de eerste twee punten van deze preek
heen te gaan, voor je dit derde punt te pakken hebt. Je moet bereid zijn Jezus
absoluut tot je Heer te laten zijn. Laat
hem je Heer zijn! In de tweede plaats moet je hem je leven laten veranderen. Je
moet ermee stoppen hem te vergeestelijken en de implicaties daarvan toegeven.
Maar weet
je wat je vooral moet doen om op Maria te gaan lijken? Waarom was het dat Maria
Jezus kreeg? Waarom was Maria de eerste die Jezus te zien kreeg? Waarom kreeg
Maria Jezus echt? Niet als inspiratiebron of als honing voor de ziel, maar ze
kreeg hem. Ze voelde hem. Waarom? Omdat ze wist dat ze een zondaar was. Ze wist
dat ze een zondaar was die gered was door genade.
En
als jij jezelf niet ziet als iemand die redding nodig heeft, als een zondaar,
als zelfvoldaan en verslaafd aan de afgoden in je leven, als je dat allemaal
niet ziet, dan zal Jezus nooit meer voor je worden dan een inspiratiebron. Dan
zul je hem nooit hebben. Alleen Maria’s zullen hem krijgen. En alleen mensen
die weten dat zij niet beter zijn dan Maria zullen hem hebben. Maria van
Magdalena, de prostitué, zij was de eerste. En alleen Maria’s krijgen hem en
mensen die weten dat ze niet beter zijn dan Maria. Snap je dat? Raak hem aan en
kijk. Hij is Heer! Het zal je leven veranderen. Je kunt hem echt hebben. ‘Omdat
een geest geen vlees en botten heeft en je ziet dat ik dat wel heb. ‘
Laten
we bidden.
Gebed
Vader,
we vragen u of u ons wilt helpen begrijpen wat de beste manier is om ons deze
dingen toe te eigenen in ons leven. Er zijn mensen, wellicht ook in deze zaal,
die met hun verstand niet geloven in de opstanding. Breek alstublieft door die barrière
heen en laat ons zien dat de zoektocht voorbij is. Andere mensen hebben niet
nadacht over de gevolgen van de opstanding. Al geloven ze er wel in, toch
begrijpen ze het niet. Zij hebben Jezus niet echt. Ik bid u, Vader, of iedereen
in deze zaal zich deze veelomvattende leer over de opstanding toe mag eigenen.
Wij bidden u dit in Jezus naam.Amen.