Te beluisteren via http://sermons2.redeemer.com/sermons/meaning-city
Bijbeltekst:
Jeremia 29,4-14
4 ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van
Israël, tegen de ballingen die hij vanuit Jeruzalem naar Babel heeft laten
voeren: 5 Bouw huizen
en ga daarin wonen, leg tuinen aan en eet van de opbrengst, 6 ga huwelijken aan en verwek zonen
en dochters, zoek vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen
en dochters baren. Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen. 7 Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie
weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook
jullie bloei.
8 Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Laat je niet misleiden door je profeten en waarzeggers. Hecht geen geloof aan hun dromen; ze dromen slechts wat jullie wensen. 9 Wat ze jullie in mijn naam profeteren zijn leugens. Ik heb hen niet gezonden – spreekt de HEER.
10 Dit zegt de HEER: Als er in Babel zeventig jaar voorbij zijn, zal ik naar jullie omzien. Dan zal ik mijn belofte gestand doen door jullie naar Jeruzalem te laten terugkeren. 11 Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven. 12 Jullie zullen mij aanroepen en tot mij bidden, en ik zal naar jullie luisteren. 13 Jullie zullen mij zoeken en ook vinden, als jullie mij tenminste met hart en ziel zoeken. 14 Ik zal me door jullie laten vinden – spreekt de HEER – en ik zal in je lot een keer brengen. Ik zal jullie samenbrengen uit alle volken en plaatsen waarheen ik je verbannen heb – spreekt de HEER – en je laten terugkeren naar Jeruzalem, waaruit ik je heb laten wegvoeren.
8 Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Laat je niet misleiden door je profeten en waarzeggers. Hecht geen geloof aan hun dromen; ze dromen slechts wat jullie wensen. 9 Wat ze jullie in mijn naam profeteren zijn leugens. Ik heb hen niet gezonden – spreekt de HEER.
10 Dit zegt de HEER: Als er in Babel zeventig jaar voorbij zijn, zal ik naar jullie omzien. Dan zal ik mijn belofte gestand doen door jullie naar Jeruzalem te laten terugkeren. 11 Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven. 12 Jullie zullen mij aanroepen en tot mij bidden, en ik zal naar jullie luisteren. 13 Jullie zullen mij zoeken en ook vinden, als jullie mij tenminste met hart en ziel zoeken. 14 Ik zal me door jullie laten vinden – spreekt de HEER – en ik zal in je lot een keer brengen. Ik zal jullie samenbrengen uit alle volken en plaatsen waarheen ik je verbannen heb – spreekt de HEER – en je laten terugkeren naar Jeruzalem, waaruit ik je heb laten wegvoeren.
Samenvatting
De ballingen in Babel kregen een bijzondere opdracht. De Babyloniërs
wilden (net als bij Daniël geprobeerd werd) dat het volk zou assimileren:
opgaan in de omgeving. De ballingen wilden zich het liefst afzonderen, wachtend
tot God Babel zou straffen. Daarna zouden ze weer naar het beloofde Jeruzalem
gaan.
De opdracht die ze krijgen is echter: zet je in voor de stad, bid voor haar! In de Bijbel gaat het over twee steden: de hemelse stad en de aardse stad. Christenen zijn gered door Jezus die Zijn heilige stad verliet om zich helemaal te geven ten gunste van ons. Hij verdiende voor ons het hemels stads-burgerschap. Wij kunnen nu doen als Hij: vanuit ons geredde positie, ons inzetten voor de bloei en het welzijn van onze omgeving om zo een hemelse stad in de aardse stad te vormen. Een stad op de berg waarvan het licht op alle mensen afstraalt.
De preek eindigt met twee praktische richtlijnen: ‘leef in de stad’ en ‘leef anders in de stad’.
De opdracht die ze krijgen is echter: zet je in voor de stad, bid voor haar! In de Bijbel gaat het over twee steden: de hemelse stad en de aardse stad. Christenen zijn gered door Jezus die Zijn heilige stad verliet om zich helemaal te geven ten gunste van ons. Hij verdiende voor ons het hemels stads-burgerschap. Wij kunnen nu doen als Hij: vanuit ons geredde positie, ons inzetten voor de bloei en het welzijn van onze omgeving om zo een hemelse stad in de aardse stad te vormen. Een stad op de berg waarvan het licht op alle mensen afstraalt.
De preek eindigt met twee praktische richtlijnen: ‘leef in de stad’ en ‘leef anders in de stad’.
Inleiding
De achtergrond van de Bijbeltekst waarover deze preek gaat
is deze: De Babyloniërs hebben Jeruzalem verwoest en de bevolking meegevoerd
naar Babel. De ballingen troffen daar een grote, vijandige stad aan, boordevol
met allerlei verschillende volken, elk met hun eigen cultuur en verschillende
waarden en normen. Ze werden direct geconfronteerd met de vraag hoe ze hierop
moesten reageren. Wat is de juiste houding als je in een vijandige omgeving
terecht komt met zoveel verschillende culturen? Veel mensen voelen zich vandaag
de dag ook ballingen in hun eigen leefomgeving. In New York (de stad waar Tim
Keller leeft en werkt) hebben zowel de liberalen als de conservatieven het
gevoel dat ze leven in een stad die niet past bij hun idealen. Voor de vele
culturele minderheden is het al net zo: voor iedereen voelt de stad min of meer
unheimisch. Hoe moet je daar nu mee omgaan? Het antwoord dat Jeremia geeft is
verbazingwekkend. De tekst waar deze preek over gaat heeft zeer veel betekend
bij het tot stand komen van de Redeemer kerken in New York. Zonder deze tekst
zou Redeemer nooit zo zijn opgezet als nu wel gebeurd is.
Hoe moet je omgaan
met de ongelovige samenleving waarin je leeft?
1. Hoe het niet moet – de foute manieren
2. Gods manier
3. Hoe je de kracht krijgt die hiervoor nodig
is
1. De foute manieren
Gods woord voor de ballingen geeft twee waarschuwingen wat
de ballingen niet moeten doen. Deze
waarschuwingen komen voort uit twee verschillenden plannen die anderen met de
ballingen hadden. Het eerste plan was het plan van de Babyloniërs zelf. Waarom
brachten zij al die verschillende volkeren naar Babylon? Zij waren expert in
het omgaan met onhandelbare volkeren.
Postmoderne wetenschappers onderscheiden vandaag de dag drie
manieren om te zorgen dat een bepaalde bevolkingsgroep geen invloed meer kan
hebben in een maatschappij:
· Het volk verdrijven.
Maar de Babyloniërs hadden al ontdekt dat als je een volk verjaagt, dat die
groep dan ooit terugkomt én dan nog onhandelbaarder is.
· Het volk onderwerpen.
Je onderdrukt ze met een schrikregime en geeft ze minimale vrijheden. Het
probleem daarbij is dat er van tijd tot tijd opstanden zijn en dat het volk
onhandelbaar blijft.
· Het volk laten assimileren. Je zorgt dan dat ze opgaan in je eigen cultuur. De
overwonnenen krijgen het aanbod: jullie mogen bij ons wonen en jullie krijgen
de beste banen. Jullie zullen het goed hebben bij ons, zolang je maar net als
ons wordt. En dit is de manier die de Babyloniërs gebruikten. Als ze een land
hadden overwonnen, verdreven ze het volk niet of onderwierpen het niet aan hen,
maar ze brachten ze naar Babylon.
Die manier van assimilatie zien we ook in het boek Daniël.
Hij en zijn vrienden krijgen een nieuwe, heidense, naam. Ze krijgen de
allerbeste opleiding aangeboden. Het doel dat de Babyloniërs hiermee hadden was
dat ze hen sociaal, intellectueel en cultureel wilden laten opgaan in hun eigen
cultuur: assimileren. Ze wilden zorgen dat dit volk hun eigen blik op de wereld
zou verliezen. Al na een paar generaties zou het volk niet meer te herkennen
zijn. Hun invloed zou zijn geminimaliseerd. Dat is ook waar vers 6 op doelt,
waar God waarschuwt: “Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen”. De Babyloniërs waren daarop uit: dat het volk
langzaam maar zeker zou verdwijnen doordat het opging in het grote geheel. Dus:
assimilatie is het eerste waarvoor het volk wordt gewaarschuwd.
De profeten die Israël misleidden wezen een andere richting
dan assimilatie. Ze riepen het volk op om zich vooral af te zonderen van
anderen en een eigen groep te vormen. God waarschuwt het volk voor deze valse
profeten (vers 8): “Laat je niet misleiden door je profeten en waarzeggers.
Hecht geen geloof aan hun dromen; ze dromen slechts wat jullie wensen”. Wat
leerden deze valse profeten eigenlijk? Dat is bijvoorbeeld te lezen in
hoofdstuk 28 waar Chananja optreedt. Hij voorspelt dat de Heer het juk van
Babylon zal breken en het volk terugbrengen naar Jeruzalem. Jeremia antwoordt
dan in 28,9: “Van een profeet die voorspoed en vrede profeteert, weten we pas
dat hij inderdaad door de HEER gezonden is als zijn woorden uitkomen.” De
profetie van de valse profeten had als boodschap voor het volk: houd je
afzijdig van de stad. Blijf bij elkaar en probeer nog wat geld te verdienen aan
de Babyloniërs. Ze riepen op tot het vormen van een eigen ‘stam’: hun eigen
zuil dus. Ze waarschuwden tegen assimilatie, maar in de kern komen beide
leefwijzen op hetzelfde neer: wees uit op je eigen belang.
Samenvattend: Hoe moet je omgaan met je ongelovige
leefomgeving? God waarschuwt tegen zowel assimilatie
(helemaal mee doen met je omgeving waardoor je niet meer te onderscheiden bent)
als afzondering (zo min mogelijk met
je omgeving te maken willen hebben, zodat niemand je kent).
2. Gods manier - Wat ‘je verheugen in je lijden’ wel betekent
Gods opdracht aan het volk was verbazingwekkend anders! In
vers 5-7 van onze tekst zegt hij: “Bouw huizen en ga daarin wonen, leg tuinen
aan en eet van de opbrengst, ga huwelijken aan en verwek zonen en dochters,
zoek vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen en dochters
baren. Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen. Bid tot de HEER voor
de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei,
want de bloei van de stad is ook jullie bloei.” Ongelofelijk! God draagt ze op
te bidden en zelfs uit te zijn op het beste voor de bewoners van het land terwijl
zij Israël zoveel onrecht hadden aangedaan!
Deze verbazingwekkende opdracht is alleen te begrijpen als
je hem leest met het zicht op de rol van steden in de Bijbel. Augustinus
schreef ‘De Civitate Dei’: over de stad van God. Hij stelt dat het in de hele
Bijbel eigenlijk gaat over twee steden. Voornamelijk in boeken als Jesaja, de
Psalmen etc. wordt het contrast getekend tussen ‘de stad van de mens’ en ‘de
stad van God’. Over de stad van de mens wordt bijvoorbeeld geschreven in Jesaja
26. Die mensenstad wordt als volgt gekarakteriseerd: mensen gaan daar naar toe
om naam en faam te verwerven. Mensen willen zelf wat bereiken en gaan daarom
naar een stad. Hierdoor is een stad een plek waar uitputting en onderdrukking
aan de orde van de dag zijn. Mensen zijn gericht op het ‘hebben’ van geld,
invloed, status, macht, liefde enzovoort. Ze zijn daar zo intensief mee bezig
dat velen erg vermoeid en uitgeput
raken. Omdat men er op gericht is om het zelf beter te krijgen ontstaat er ook
onderdrukking: mensen proberen het beter te krijgen ten koste van anderen. Iedereen
probeert een goed plekje op de maatschappelijke ladder te krijgen waardoor dus
deze uitputting en onderdrukking ontstaan.
Tegenovergesteld aan deze aardse stad wordt door onder andere Jesaja en de Psalmen de hemelse stad beschreven: de stad van
God. In de stad van God draait het niet om trots, maar om vrede; niet om
menselijke inspanning, maar om Gods genade. In plaats van uitputting is er
vreugde en geluk. Waarom? Omdat de mensen in de stad van God zijn genade hebben
gekregen. Ze weten wie ze zijn en ze komen naar de stad niet om te nemen, maar
om te geven. In plaats van onderdrukking heerst er rechtvaardigheid. In die
stad heb je het niet nodig om je goed te voelen door beter dan anderen te zijn.
Anders gezegd komt het verschil tussen deze twee steden hier
op neer:
·
Aardse stad: Jouw
leven voor mijn belangen
·
Stad van God: Mijn leven om jou te dienen
Door de hele Bijbel heen kom je deze twee steden tegen en
vaak worden ze Jeruzalem en Babylon genoemd. Wij leven vandaag in een aardse
stad. De plicht roept en velen van ons zijn uitgeput van het harde werken wat
nooit écht genoeg is. Wij weten dat Jezus ooit terugkomt en dat we mogen wonen
in het hemelse Jeruzalem. Zo was het ook voor de Israëlieten: zij hoopten op de
stad van God en verwachtten dat God Babylon zou vernietigen. En ondanks die
verwachting krijgen ze dan te horen: ga die stad Babylon in en werk mee aan
haar bloei..! God zou die stad toch oordelen en vernietigen?
Jezus legt in Matteüs 5 in de Bergrede uit hoe het zit:
jullie zijn een stad op een berg. “Zo moet jullie licht schijnen voor de
mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de
hemel.” (Mat. 5,16). Het gaat daarbij niet alleen maar om ‘je netjes gedragen’
maar om daden van dienstbaarheid aan de naaste. Dit is wat Jezus uitlegt: de
stad van God is maar niet alleen toekomstmuziek, maar elke aardse stad kan
zowel aards zijn als tegelijkertijd ook een hemelse stad in zich hebben. Elke
stad is 2 steden. Gods volk vormt een alternatieve stad in de stad. Hoe ziet
die stad er dan uit? De Bergrede vertelt daar alles over: Christenen moeten
geld, macht en seks gebruiken op een ‘leven-gevende’ manier. Dus niet op de
manier zoals het in de aardse stad gebeurt: alleen voor het eigen belang van
mensen, waarbij iedereen er op gericht is om het vooral zelf goed én beter te
krijgen. In de aardse stad zorgen geld, macht en seks er voor dat mensen levensmoe
worden en dat er onderdrukking is. De Bijbel zegt: als jij de stad in trekt
voor je eigen belang, dan zul je assimileren. Je wordt net als de anderen en
gaat dezelfde dingen belangrijk vinden. De juiste leefrichting is echter, dat
je in de stad gaat wonen, niet ten behoeve van jezelf of je eigen groep, maar
ten dienste van de stad – de mensen om je heen. Augustinus zegt: als je
wedergeboren bent krijg je een dubbel stads-burgerschap: van de hemelse stad én
van de aardse stad.
Weet je waar deze mensen aan herkenbaar zijn? Ze zijn de
beste burgers van de stad. Ze komen niet om op te gaan in de rest of zich als
groep af te zonderen met zo min mogelijk contact met anderen. Jeremia zegt:
zoek vrede voor de stad (Jer. 29,5). [noot: in de NBV wordt er gesproken over
‘bloei’. NBG’51 en de oude en herziene Statenvertaling schrijven ‘zoek vrede’. Het bronwoord in het Hebreeuws is Sjalom. In
de hierna volgende uitleg van Keller over Sjalom is te zien waarom de vertalers
van de NBV voor ‘bloei’ zullen hebben gekozen]. Het Hebreeuwse woord ‘Sjalom’
wordt vaak als ‘vrede’ vertaald, maar bij dat woord wordt vooral gedacht aan
‘stoppen van vijandigheid’ of ‘afwezigheid van oorlog’ of ‘innerlijke rust’. Het
Hebreeuwse Sjalom betekent echter veel meer. Sjalom wijst op volledige bloei in
alle dimensies van het leven: lichamelijk, economisch, spiritueel enzovoort.
God woord roept Zijn volk toen, maar ook nu op om je in te
zetten voor de stad waar je woont en te bidden voor die stad. Dat betekent een
aantal dingen.
- Het betekent dat je je wilt inzetten voor sociaal recht in jouw stad. Dat betekent dat je je verantwoordelijk voelt om de verschillende groepen in de samenleving te helpen in harmonie met elkaar om te gaan.
- Ten tweede betekent deze oproep dat je meewerkt aan de economische bloei van je stad. Je werkt niet alleen maar voor jezelf en je eigen groep, maar je zet je in voor de groei en bloei van iedereen in je stad.
Een dergelijke houding is dus heel anders dan assimilatie en
heel anders dan segregatie (afgezonderd leven). We worden opgeroepen om ons
‘anders zijn’ zichtbaar te maken aan de stad. Gebruik je onderscheiden positie
om de stad te dienen. Wat is er zo anders aan jou? Jij gelooft toch dat er één
God is die de wereld maakte en die de wereld verlost? Dan is de opdracht voor
jou in die positie: dien de stad.
Dit is nogal radicaal en misschien ken je wel weinig kerken
die zo werken. Misschien zie je er ook wel weinig van in je eigen leven. Maar
de eerste Christenen leefden al zo. Rodney Stark beschrijft in zijn boek ‘The rise of
Christianity’ [in het Nederlands verschenen als ‘De eerste eeuwen’ (zie link)] wat
de houding van Christenen was in de tijden dat er besmettelijke ziektes
heersten. De situatie in sommige steden was zo afschuwelijk, dat gezonde mensen
wegvluchtten om zelf niet ziek te worden terwijl de zieken zo hulpeloos achter
bleven dat ze niet alleen door de ziekte maar vooral ook door totale
afwezigheid van hulp stierven. Van Christenen in die tijd is bekend dat ze een
heel andere houding aannamen. Met gevaar voor eigen leven bleven zij in de
steden en verzorgden niet alleen hun eigen zieke geloofsgenoten, maar ook
anderen in de stad.
Als je vanuit assimilatie-denken in een stad leeft, waarbij
je gericht bent op je eigen welzijn, dan
zul je zodra er zo iets ergs als een besmettelijke ziekte is, snel wegvluchten,
want anders zul je sterven. En als je alleen gericht bent op je ‘eigen’ mensen,
dan zul je liefst ook zo snel mogelijk de stad uitvluchten. Christenen in die
tijden deden het echter geheel anders: zij stonden klaar voor alle zieken en
hielpen hen hun lasten te dragen. Ze verdroegen niet alleen het lijden dat ze
zelf daardoor kregen, maar waren er zelfs verheugd over dat ze op deze manier
hun naaste mochten dienen.
Rodney Stark analyseert verder wat er gebeurde in die tijd.
Het was een samenleving waarin heel veel verschillende geloofsgroepen in de
samenleving bestonden. Het bijzondere is dat door dit optreden het christendom
enorm bekend werd en er velen tot geloof zijn gekomen. Toen de niet-christenen
beter werden realiseerden ze zich hoe anders (en levensreddend) het gedrag van
de Christenen was geweest. Ze merkten: een Christen leeft niet voor zichzelf of
voor zijn eigen geld, maar is gericht op het dienen van de naaste, zelfs als
dat hun eigen leven in gevaar brengt. Christenen leefden niet vanuit de
gedachte ‘jouw leven ten dienste van mij’, maar ‘mijn leven voor jou’. Het
Christelijke evangelie was op deze manier te zien en te voelen voor de mensen.
De Christenen in die tijd vielen op omdat ze niet er op uit waren het gezag met
geweld over te nemen en de Romeinse bezetter te verjagen. Zij waren er juist op
uit niet de macht te verkrijgen. Ze
kregen invloed door de absolute dienende houding. Als het goed is zijn
Christenen de beste burgers van hun stad.
Eeuwen na onze tekst uit Jeremia komt Jezus aan in
Jeruzalem. We zagen al dat Babylon symbool stond voor alle god-loosheid.
Jeruzalem stond model voor de stad van God. En wat gebeurt er met Jezus als hij
die symbolieke stad van God binnenkomt? Hij wordt terecht gesteld en buiten de
stad gedood. Dat gebeurde buiten de stad vanwege de symboliek: de veroordeelde
werd verbannen en daarna gedood. De onwaardigheid (zoals die ook voor de
kadavers van offerdieren gold) die Jezus vrijwillig droeg wordt ook aangeduid
in Hebreeën 13 vers 11 en 12: “Het bloed dat bestemd is voor het reinigingsoffer
wordt door de hogepriester het heiligdom binnengedragen, de kadavers van de
offerdieren worden buiten het kamp verbrand. Daarom heeft ook Jezus, om met
zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de stadspoort geleden.” De zonde
moest buiten de stad gebracht worden en Jezus deed dat voor ons zodat wij de
hemelse stad kunnen binnengaan. Jezus had het er voor over om de stad van God
in die tijd te verliezen om ons de mogelijkheid te geven om de hemelse stad die
komt, in te gaan.
Wat heeft dat nu met het eerste deel van de preek te maken?
Als je echt van God houdt dan ben je bereid alles in je huidige leven op te
geven omdat je niet meer nodig hebt dan God. Dan is je ‘zelf’ niet meer
afhankelijk van applaus, goedkeuring en aanzien door anderen.
3. Hoe krijg je de kracht die nodig is om zo te leven?
Frank Sinatra had geen gelijk toen hij zong over New York
“There is one city and if you can make it there, you can make it anywhere” (Er
is een stad: als je het dáár kunt maken, dan lukt het je overal). Als je
positieve recensies hebt in New York, als mensen je daar belangrijk vinden en
als je een vooraanstaand persoon bent met een goede functie, dan lukt je dat
overal elders ook. Maar Jezus geeft je iets veel beters: er is een huis in die
écht grote toekomstige stad dat voor jou klaar staat. Daar zul je alles krijgen
aan erkenning waar je hier zo naar snakt. Als je het dáár kunt maken, dan kunt
je het overal op aarde. Stel je eens voor hoe het zou zijn als je kunt zeggen
‘wat kan het mij schelen wat anderen vinden over mijn werk en over hoe ik het
doe?’.
De Franse filosoof Michel Foucault stelde dat we een
probleem hebben bij het vormen van een eigen ik, onze eigen identiteit: we
vergelijken onze situatie met die van anderen en voelen ons vooral belangrijk
door anderen te minachten die niet hebben wat wij hebben of niet kunnen wat wij
kunnen. We voelen ons dus vooral sterker door anderen uit te sluiten en worden
beter ten koste van anderen. Zo werkt dat in de praktijk: als ik me vooral een
goed mens voel doordat ik hard werk, dan minacht ik mensen die niet hard werken
en noem die dus ‘lui’. Hard werken is dus ‘goed’ en daarmee is niet-hard werken
‘fout’. Of als ik me vooral goed voel omdat ik een hoge moraal heb en Christen
ben, dan keur ik mensen af met een slechte moraal of die niet Christen zijn. Of
als ik me vooral goed voel omdat ik zeg ‘Ik ben liberaal en ik ben een goed
mens omdat ik iedereen accepteer’, dan keur ik automatisch mensen af die
onverdraagzaam zijn.
Zo vormt iedereen zich een identiteit en zegt: “ik ben oké
omdat ik niet ben zoals zij!”. Maar wat gebeurt er als je identiteit in
Christus ligt? Ik bedoel niet “in een goede Christen zijn”, maar echt in Christus! Wat gebeurt als jij kunt
zeggen: ‘ik ben geliefd, niet omdat ik een goed Christen ben, of vanwege mijn
hoge moraal, maar omdat Jezus toen ik de verkeerde dingen deed (waarmee ik zijn
Heilige ziel absoluut gekwetst heb) stierf voor mij’. Als dat de basis voor je
hele leven is, hoe zou dan jouw houding zijn ten opzichte van een samenleving die
vol is van mensen die verkeerde dingen doen? Dan ga je niet onzichtbaar op in
de massa (assimilatie) en dan ga je niet je eigen zuil oprichten, maar dan zul
je ze lief hebben. Toen Jezus stierf aan het kruis verschilden jij en ik enorm
van Hem. Toch gaf Hij zijn leven voor ons zoals we toen waren! Dat geeft de kracht
om de samenleving echt in te gaan,
die ten diepste verschilt van hoe wij nu zijn. Wij zijn nu burgers van het
hemels Koninkrijk en kunnen ons juist daardoor geven ten dienste van de burgers
van het aardse koninkrijk.
In de westerse wereld is het gangbare gedachtegoed: denk
niet dat er maar één ware godsdienst is. Er zit in alle godsdiensten wel iets
waars. Ontdoe je van het idee dat iemand exclusief zou weten wat waarheid is,
behalve dan van het idee dat waarheid relatief is... En als je dát gelooft (dat
iedereen zijn eigen waarheid mag hebben), dan word je in onze samenleving
geaccepteerd als een ‘verlicht persoon’. Maar geloof je dit niet? Dan ben je
gevaarlijk intolerant en onverdraagzaam en krijg je steeds meer tegenstand in
onze maatschappij. Men stelt dus: ik wil je wel accepteren, maar dan moet je
mijn levensvisie overnemen. Christus echter geeft mensen een bron om aan mensen
uit te delen die niet geloven wat jij gelooft. Jezus zelf stierf voor mensen
die niet geloofden wat hij gelooft. Bij Hem is een bron te vinden die mensen in
staat stelt om te leven in een gefragmenteerde multiculturele samenleving en
mensen lief te hebben die extreem anders zijn dan jij.
In New York, maar ook in grote delen van onze samenleving, word
je ook als je enorm verschilt van de ander geaccepteerd, zolang je elkaar maar
respecteert in die verschillen. Dat is culturele assimilatie. Het christendom
wijst mensen een weg om anderen te accepteren die niet zoals jij zijn. Toen
Jezus stierf aan het kruis maakte hij mij duidelijk dat ik een zondaar ben,
maar hij hield van mij.
Jezus gaf de aardse stad op om ons de mogelijkheid te geven
het zout en het licht in de wereld te zijn als burgers van de hemelse stad die
zal komen.
Twee praktische toepassingen tot slot:
- Leef in
de stad. Toen Paulus in een gebied kwam om het evangelie te brengen ging hij naar
de grootste stad in die regio, bracht er het evangelie en vertrok als er een
gemeente was. Hij ging niet de regio in. Waarom niet? De stad had zo’n invloed
op de regio dat het evangelie ook daar terecht kwam.
De wereld begon in een tuin en eindigt in een hemelse stad. Kijk maar wat er in Openbaringen staat. Wat daalt er neer vanuit de hemel? Een buitenwijk van God? Nee, er komt een complete, bruisende, veelzijdige en artistieke stad. Heb je nu een hekel aan een stad? Realiseer je waar we naar toe leven. Natuurlijk een stad zonder alle nare problemen van de huidige stad, maar wel: een stad.
De wereld begon in een tuin en eindigt in een hemelse stad. Kijk maar wat er in Openbaringen staat. Wat daalt er neer vanuit de hemel? Een buitenwijk van God? Nee, er komt een complete, bruisende, veelzijdige en artistieke stad. Heb je nu een hekel aan een stad? Realiseer je waar we naar toe leven. Natuurlijk een stad zonder alle nare problemen van de huidige stad, maar wel: een stad.
- Leef anders
in de stad. Laat je niet drijven door je eigen ego. Leef anders dan dat we van
nature zijn, wees dus niet zelfzuchtig. Als je zo gedreven wordt door je eigen
belangen en door de verwachtingen van je familie, dan doe je niets voor de
armen en eenzamen. Je bent in naam dan wel Christen, maar je brengt het
evangelie niet in de praktijk. Zoek jij het goede voor je woonomgeving? Wil jij
helpen de stad tot bloei te brengen? Of gebruik je de stad alleen maar? Als je
het alleen maar gebruikt heb je niet begrepen wat de Bijbel vertelt over de
twee steden…
Het evangelie wijst je een weg waarin je macht mag inleveren
en liefde kunt uitdelen. Dat is ook hoe God in Jezus naar de wereld kwam: niet
door de macht over te nemen, maar door juist zijn macht te verliezen en
zichzelf te geven. Hoe heeft God jou voor zich gewonnen? Niet met een zwaard in
de hand, maar met spijkers door zijn hand. Hij bracht niet het oordeel, maar
onderging het oordeel. Er is een lied dat dit mooi verwoordt:
For not with swords
loud clashing,
nor roll of stirring drums;
with deeds of love and mercy
the heavenly kingdom comes.
nor roll of stirring drums;
with deeds of love and mercy
the heavenly kingdom comes.
(Lead
On, O King Eternal. E.W. Shurtleff 1862-1917)
(Want
niet met kletterende zwaarden
of met het roeren van de trom;
maar met daden van liefde en genade
komt het hemels Koninkrijk.)
of met het roeren van de trom;
maar met daden van liefde en genade
komt het hemels Koninkrijk.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten