maandag 4 februari 2013

Zoektocht naar God


Zoektocht naar God
Search for God
Tim Keller

Gehouden op zondag 4 oktober 1998
Ex. 3:1-14 Mozes bij de brandende braamstruik
Te beluisteren in het Engels op: http://sermons2.redeemer.com/sermons/search-god

Samenvatting

We hebben allemaal behoefte aan een 'brandende braambos, een brandende struik'. Zo’n ‘brandende braambos’ verstoort ons leven en laat ons stevig nadenken over onze paradigma’s*, onze denkpatronen over God. Als we God ontmoeten zien we dat hij zowel absoluut heilig is als liefdevol. Hij spreekt tot ons door Christus, die voor ons verteerd werd in het vuur.

* Paradigma´s zijn denkpatronen die je ondersteunen de werkelijkheid, zoals jij die ervaart, te begrijpen en verklaren, door de realiteit te kaderen. Men spreekt van een nieuw paradigma of een paradigmaverandering wanneer men op een geheel nieuwe wijze gaat denken over oude onderwerpen.

Exodus3:1- 10
Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. 2 Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. 3 Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. 4 Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes. 5 ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. 6 Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.
7 De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, ik weet hoe ze lijden. 8 Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. 9 De jammerklacht van de Israëlieten is tot mij doorgedrongen en ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. 10 Daarom stuur ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’
11 Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ 12 God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’
13 Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ 14 Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’

Preek
Zelfs in een wereldse stad als New York City is, is het momenteel acceptabel om op zoek te gaan naar spiritualiteit. Het wordt geaccepteerd als je zegt dat je een spirituele zoeker bent. Ga eens naar een grote boekhandel en kijk bij alle non-fictie boeken. 25% van de boeken die je daar in één oogopslag ziet liggen heeft iets te maken met God, met spiritualiteit, met je ziel. Voorbeeld van een titel: ‘Cyber Grace, searching for God in a digital age’ (Zoeken naar God in het digitale tijdperk). En nog één: Beside still waters, Searching for meaning in a age of doubt” ( Aan stille wateren, zoeken naar betekenis in een eeuw vol twijfel). Als je deze boeken leest valt er iets op. De schrijvers van die boeken zijn enorm tegenstrijdig. Wat is er dan zo tegenstrijdig?  Zo’n 10, 20 jaar geleden was het voor een modern mens niet acceptabel en werd het niet gerespecteerd om te zeggen dat je een spirituele zoeker was. Nu krijg je daar juist heel veel respect mee. Het is juist nobel en het getuigd van innerlijke wijsheid om dat toe te geven. Maar als je die boeken leest wordt het wel gerespecteerd als je zegt dat je zoekt, maar niet als je zegt dat je iets hebt gevonden. Geen enkel boek dat op die tafels ligt in de boekhandel heeft een titel als ‘God vínden in een eeuw vol vertwijfeling’ of ‘God vinden in het digitale tijdperk’. Over vinden hebben ze het niet.

Het intrigerende is dat ze heel hard zoeken maar een enorme angst hebben om te vinden.
Eigenlijk een heel akelige situatie. Je zou denken dat men er de voorkeur aan zou geven zowel niet te zoeken als niet te vinden.

Wat is de reden hiervoor? Mensen willen wel zeggen dat ze zoeken, maar willen niet vertellen dat ze God hebben gevonden. ‘Ik hoor niet bij de mensen die zeggen dat je ergens zekerheid over kan hebben’. Hoe komt dat? Veel spirituele zoekers zijn betrokken geweest bij religieuze instituten, zoals kerken of synagogen. Ze hebben een religieuze achtergrond. Ze hebben ondervonden dat in die religieuze instituten religieuze mensen trotser, hypocrieter, bozer, onzekerder, veroordelender zijn en dat er meer ruzies, trots, haat en ga zo maar door, zijn dan buiten die religieuze instituties. En religieuze mensen zeggen dat ze God hebben gevonden en daar willen de zoekers juist niet meer bij horen.

Ik geef toe dat er in religieuze instituten meer boosheid, ruzie, misbruik, hypocrisie is dan daarbuiten. Daarom is het ook goed begrijpbaar dat mensen die zoekende zijn zeggen dat ze geen zin hebben in de zelfgenoegzaamheid van de religieuze mensen. Op die manier hoeft het van hen niet. Er zit een groot gat tussen hun diepe spirituele leegheid en die zelfgenoegzaamheid

Is er een uitweg? Ja! Eerst moet je een denkfout onderkennen. Een illustratie: verbeeld je de situatie van Jan met de Pet, die op maandag dronken wordt door gin met soda water te drinken, op dinsdag van wodka met soda water, op  woensdag wordt hij dronken van whisky met soda water. Wat maakt hem dronken? Da’s duidelijk, steeds dezelfde factor: soda water. Natuurlijk niet! In de kerk zijn er allemaal mensen die zeggen dat ze God hebben gevonden. Maar de associatie daarmee betekent niet dat het de oorzaak ervan is. Als iemand zegt dat hij God heeft gevonden wil dat niet zeggen dat zijn wellicht veroordelende houding wordt veroorzaakt door dat hij God heeft gevonden. Dat is de denkfout. Het kan zijn dat je gaat inzien dat er iets anders kan zijn dat die zekere houding van die gelovigen bepaalt. Als je dat kan erkennen, als je die denkfout inziet, kun je open staan voor het boek dat jou het beste iets kan vertellen over God. Dat is de bijbel, waarin je God kunt leren kennen en waarin je Hem kunt hem vinden. Je hoeft in de bijbel niet alleen te zoeken naar God, je kunt hem daarin ook vinden! En het gedeelte waar de preek over gaat, waarin Mozes God vindt, is heel belangrijk. Het bevat alle basis principes hierover. Je ziet drie dingen, maar eigenlijk gaat het steeds over hetzelfde punt, maar we kijken er steeds dieper naar.


1. De brandende struik is een gebeurtenis die Mozes van zijn normale werkzaamheden afleidt, het onderbreekt hem daarin.
2. Als hij dichterbij komt ziet hij dat het een onhandelbare kracht heeft
3. En nog dichterbij ziet hij een brandende engel in het midden van de struik.


Als je door deze drie punten heen gaat, dan ga je de stadia door om God te vinden. Jij moet dezelfde drie dingen ervaren.

1. De brandende struik is een afleidende plek.
Wat bedoelt hij met afleiden, onderbreken? Merk op wat er in vers 3 en 4 wordt gezegd:

Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes.

De vertaling van ‘ik ga van dichtbij bekijken’ laat niet meer goed zien dat er in de oorspronkelijke tekst staat ‘zich afwenden van’, ‘buiten de gebaande paden gaan’, ‘van de hoofdweg afgaan’. Wat was Mozes aan het doen? Hij was zijn kudde aan het weiden, hij was bezig met zijn gewone leven. En als er niet iets was gebeurd waardoor hij van zijn gewone werk was afgeleid, was hij nooit met zijn zoektocht naar God begonnen. Hij had niet besloten vandaag op zoek te gaan naar God. Iets moest hem afleiden, zijn gewone leven onderbreken, hem van zijn gebaande pad afhalen. De bijbel zegt ons dat wij in het gewone leven te druk zijn en dat het gewone leven ons er afkering van maakt om naar God te zoeken.

Wat wordt hiermee bedoeld? Het boek ‘Brieven uit de hel’ van C.S. Lewis is een grappig, snel te lezen boek. Het is fictie en gaat over een senior-duivel, Schroefstrik, die brieven schrijft naar zijn neefje Galsem, een junior-duivel, die nog veel moet leren in hoe hij mensen moet verleiden. Schroefstrik geeft hem allerlei adviezen. Eén van zijn adviezen is te zorgen dat de mens zich niet gaat richten op andere dingen dan het gewone leven. De beste manier voor Galsem om ervoor te zorgen dat zijn ‘patiënt’ niet in de handen valt van de ‘Vijand’ (Jezus) is ervoor te zorgen dat hij niet gaat nadenken. Citaat van p. 23, 24:

‘Het gevaar van argumenteren is, dat het de strijd verlegt naar het eigen terrein van de Vijand. Hij kan ook redeneren, terwijl Hij toch op het gebied van werkelijk praktische propaganda, zoals ik die voorstel, nu al eeuwen lang ver de mindere is gebleken van Onze Vader Beneden. Juist door redeneren maak je het denken van een pateint wakker en als het eenmaal ontwaakt is, wie kan dan vooruit zeggen, wat de gevolgen zijn? (…) Ik heb een patiënt gehad, een atheïst van het zuiverste water, die de gewoonte had om in het Britse Museum te gaan lezen. Op een goede dag, toen hij er weer zat, zag ik zijn gedachtegang een verkeerde wending nam. Natuurlijk was de Vijand ogenblikkelijk aan zijn zijde. Ik zag mijn arbeid van twintig jaar al wankelen. Als ik mijn hoofd verloren had en met hem was gaan redeneren, zou ik het loodje hebben gelegd. Ik deed onmiddellijk een beroep op dat deel van de man, waar ik het best vat op had en hield hem voor dat het net zo ongeveer tijd voor koffiedrinken was. Blijkbaar stelde de Vijand daartegenover dat dit belangrijker was dan koffiedrinken. (…) Toen ik zei: ‘Precies, inderdaad veel te belangrijk om aan het eind van de morgen af te doen’ leefde de patiënt zichtbaar op, en toen ik er aan had toegevoegd: ‘Veel beter om na de koffie terug te komen en er fris aan te beginnen’ was hij al halverwege de deur. Toen hij eenmaal op straat was, was de slag gewonnen.’

Wij gaan nooit op zoek naar God als we te druk zijn met het gewone leven. Allerlei zintuiglijke ervaringen houden ons ervan af ons af te vragen waarom we nou eigenlijk zo druk zijn, waar we nou eigenlijk mee bezig zijn. Hoe worden we vervuld door die drukte, wat is het doel ervan? Die vragen stellen we ons zelf niet, want we zijn te druk met het gewone leven. Iets moet ons uit dat gewone leven halen, dat doen we nooit vanuit onszelf. Iets moet ons van de gebaande paden afleiden. Zo niet, dan blijven we eraan vast zitten.
En wat is dat dan, wat ons moet afleiden en van de weg af moet leiden, zoals bij Mozes? Een brandende struik! Wat is voor ons een brandende struik? Het is iets dat in tegenspraak is met het model van de werkelijkheid dat jij in je hoofd hebt. Het moet iets zijn dat de vaste gedachten die jij vanbinnen hebt over hoe de dingen moeten gaan met een knal uit elkaar doet spatten. Een paradigma bom!

Ik zal uitleggen hoe een brandende struik werkt: als ik geloof dat ‘dit en dat’ waar is, kan ‘dit en dat’ niet gebeuren. Maar als het wel gebeurd, kan ‘dit en dat’ niet waar zijn.

Als jij iemand bent die alleen in het hier en nu geloofd en niet in het bovennatuurlijke, wat is dan jouw brandende struik? Het tegenovergestelde daarvan: want een struik die in brand staat wordt verteerd door de hitte, maar deze struik staat in brand en verteerd toch niet. Dat betekent dat er iets meer is in het leven dat een realiteit is. De brandende struik is een paradigma bom. Het is dus iets dat de gewone realiteit tegenspreekt. Er gebeurt iets waarvan jij dacht dat het niet kan gebeuren. Er is dus blijkbaar meer dan jij je voorstelde. Je realiteit verandert. Denk hierover na en stel je zelf er vragen over.
Op wat voor manieren kun je een brandende struik tegenkomen? Op heel veel verschillende manieren. Maar realiseer je dat je uit dit Bijbelgedeelte leert dat je God niet vindt door op een dag heel abstract te zeggen dat het nu wel eens tijd voor je is om God te vinden, je bent al 53…Dat zal nooit gebeuren. Je zit vast in de stroom van het gewone leven, tot je van je weg wordt afgehaald door bijvoorbeeld één van deze dingen:

1. Een onverklaarbaar mens. Een voorbeeld hiervan vertelde een vrouw die Redeemer kwam. Ze werkte voor een tv zender. Op een dag had ze een groet fout gemaakt die haar haar baan kon kosten. Maar haar baas nam haar schuld voor zijn rekening. Zijn baan stond niet op de tocht als hij zo’n fout maakte, de hare wel. Ze was daar heel verbaasd over. Ze had al heel wat bazen gehad die haar van van alles de schuld gaven. Maar ze had nog nooit een baas gehad die de schuld bij haar wegnam. Ze vroeg aan hem waarom hij dat nou deed, maar hij hield de boot een beetje af, maar toen ze bleef aandringen naar wat zijn beweegredenen waren zei hij uiteindelijk dat hij christen was. Ze vroeg hem wat dat er nou mee te maken had. Hij legde uit dat in zijn geloof zijn God Zijn schuld op zich had genomen en dat hij daarom nu de schuld voor andere mensen op zich kon nemen. Dit was voor haar een paradigma bom. Want in haar hoofd waren religieuze mensen juist mensen die iedereen beschuldigen, want dat waren de mensen die zijn tot dan toe alleen maar had ontmoet. Ze had nog nooit meegemaakt dat een religieus mens je schuld wegnam in plaats van je een schuld gevoel te geven. Tot haar baas haar schuld op zich nam en ze met hem in gesprek kwam en vroeg waar hij naar de kerk ging. Dat was Redeemer.

2. Een onverklaarbare rij gedachten. Veel spirituele zoekers beginnen na te denken over dat er meer moet zijn in het leven. Ze denken na over de implicaties van wat het betekent seculier te zijn, dat er geen leven na dit leven is, dat alleen de natuurlijke wereld reëel is. Is alles er per ongeluk? Is alles biologisch en chemisch te verklaren?  Jack Miles schreef in 1997 een artikel in de New York Times onder de titel: Religion makes a comeback, beliefe to follow’ (http://www.nytimes.com/1997/12/07/magazine/faith-is-an-option-religion-makes-a-comeback-belief-to-follow.html?pagewanted=all&src=pm). Hij zegt dat voor seculiere mensen er geen absolute moraal is. Als zijn visie op de wereld en het leven waar is, zegt hij, dan kunnen er geen absolute waarden zijn over wat mooi, rechtvaardig, goed is. Maar hij concludeert dat die er wel zijn. Hij ziet dat hij een moreel goed leven moet leiden al geeft zijn seculiere mening hem daar geen basis voor.

Deze man zit dus niet meer onder de controle van Schroefstrik, want hij is aan het nadenken!
En het betekent dat alles waar hij nu over aan het nadenken is een brandende struik is. Hij zegt ook dat als zijn aannames leiden tot gedachten die niet waar zijn, hij zijn aannames moet veranderen. Er is een God!

3. Onverklaarbare problemen. Wat wordt er mee bedoeld dat problemen een ‘brandende struik’ kunnen zijn? Vooral in een stad als New York zijn veel jonge mensen met goede opleidingen, die alles in de hand lijken te hebben, die heer en meester over hun eigen leven lijken te zijn. Kom maar op wereld, ik ben er klaar voor! Het paradigma dat hier achter zit is: "Als ik hard werk, als ik me wijs en voorzichtig gedraag en goed mijn best doet, ben ik in staat om mijn leven te hanteren ". Het leven is beheersbaar.

O nee, dat is het niet. Eerst zie je jezelf als iets dat groot is en de problemen als iets dat klein is. Tot er echte problemen op je pad komen en je je heel klein en nietig voelt. De problemen zijn dan jouw brandende struik. Jouw idee dat jij je eigen leven kunt beheersen wordt te niet gedaan. De meeste mensen denken op die manier, totdat ze te maken krijgen met problemen. Je kunt je eigen Redder niet zijn. Je kunt je eigen Heer niet zijn.

4. Een onverklaarbare leegte. Tim Keller haalt een schrijfster aan, Cynthia Heimel, die in een column beschreef dat de rijke, beroemde en succesvolle mensen die ze tegen kwam vaak zo depressief en boos zijn. Zij zegt in haar column dat als God een wrede grap met je uit wil halen, hij je diepste wens moet vervullen. Je voelt je daarna dus niet gelukkig, al had je gedacht van wel. Je had gedacht dat dan je leven geweldig zo zijn, maar het gebeurt niet. En als een resultaat van die ervaring zie je dat er een enorm vacuüm is in je leven. Hun paradigma over wat een geweldig leven is, is totaal vernietigd. Misschien is dit wel de krachtigste brandende struik die je tegen kan komen.

Je moet een brandende struik tegen komen, anders zul je God nooit vinden. Valt het je wel op dat zo’n ervaring nooit leuk is? Tenzij je baas jouw baan redt ;)

Maar als jij een brandende struik tegenkomt, want dat kan gaan gebeuren, wil je dan alsjeblieft van je gebaande weg afgaan? Wat houdt dat in?
Wat zou er gebeurd zijn als Mozes ’s avonds tegen zijn vrouw zou hebben gezegd: “ik zag een brandende struik, maar ja, ik moest op de schapen passen’? Dan zouden we nooit van Mozes hebben gehoord. Hij zou God niet hebben ontmoet, want hij ging verder met zijn gewone leven. Hij moest een stap opzij doen, hij moest er tijd in gaan steken. Dat geldt ook voor jou. Je moet gaan lezen, gaan nadenken, praten met mensen. Dat kost je tijd, dat moet wel.

Dit geldt niet alleen voor de zoekers onder ons, net zo goed voor mensen die al christen zijn. Deze boodschap is wellicht niet leuk voor je om te horen. Als jij meer van God wilt ervaren, meer van God wilt vinden, dan moet je dezelfde principes volgen, want dat is de manier waarop Hij zich laat vinden. De principes hoe je meer van God kunt vinden, zijn dezelfde principes hoe je überhaupt God kunt vinden. Daar zit geen verschil tussen. Als je doorgaat op je gewone weg van het dagelijks leven, kom je nooit tot een diepere ervaring van God. Tenzij er iets je leven binnenkomt dat je paradigma’s kapot laat knallen.

De reden dat we niet groeien en gelijkvormiger worden aan Christus is niet omdat we gewoon beter ons best moeten doen. Het komt altijd doordat ons verstaan en begrijpen van de het evangelie, van Jezus, van de bijbel onjuist is. We lezen het en denken dat we het snappen. We zeggen dat Jezus onze Redder is en zin geeft aan ons leven. Tot we tegenslag krijgen. Je dacht dat Hij de zin was van je leven, dat Hij jouw glorie was, dat je gered was door wat Jezus had gedaan en niet om wat jij zelf hebt gedaan. Maar dan komt er een paradigma bom die jouw gedachten opblaast en het helemaal niet zo blijkt te zijn. Jij dacht dat je God begreep, maar dan gebeurt er iets waarvan je zegt dat God zoiets nooit zou laten gebeuren. In jouw idee over God zou dat nooit gebeuren, maar het gebeurt wel. Een brandende struik! Dat betekent dus dat jouw mening, jouw zicht op God fout is. Het ligt niet aan God, maar aan jouw model van de werkelijkheid.

2. Als hij dichterbij komt ziet hij dat het een onhandelbare kracht heeft


Nadat Mozes van de weg was afgegaan, realiseerde hij zich dat God hem iets wilde zeggen. Veel mensen stappen wel van de weg, maar horen God niet. Je hebt maar een kleine tegenstrijdigheid ten opzichte van je eigen denkbeelden nodig om al te beginnen met zoeken. Maar om zeker te weten of je op de goede weg zit om uiteindelijk God te vinden, moet je kijken naar een grote tegenstrijdigheid. Kleine tegenstrijdigheden leiden tot grote tegenstrijdigheden. Als je dit hebt gevoeld, hier mee hebt geworsteld, kun je de levende God gaan ontmoeten.
De brandende struik was een kleine tegenspraak in het leven, vergeleken deze tegenspraak God roept Mozes:

Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes. ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER.

Dit is een enorme tegenspraak in zichzelf en ik zal je uitleggen waarom.
Aan de ene kant zegt God: ‘Mozes, Mozes’. In het Hebreeuws betekent het twee keer zeggen van een woord emotionele intensiteit, heftige relatie. Bijvoorbeeld als David zegt in 2 Samuel 19:1:

Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Was ik maar dood in plaats van jij! Absalom, mijn zoon, mijn zoon!

Of Jezus tegen Marta in Lucas 10:41:

‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk

Het dubbel uitspreken van een naam betekent dus een emotionele intensiteit en duidt een diepe relatie aan. Het betekent altijd: ‘ik wil een relatie met jou’, het betekent liefde.
God zegt dus eigenlijk tegen Mozes, als hij dichterbij komt: “Ik wil je dichtbij me hebben, ga weg!”. Kom dichterbij- stop! Doe je schoenen uit, dit is heilige grond.
Wat gebeurt hier? Aan de ene kant zegt God dat Hij een heilig God is. Dat is de reden waarom God een God van vuur is. Vuur betekent heiligheid, rechtvaardigheid, majesteit. Vuur betekent: ‘Ik ben die Ik ben, en niet wie jij wilt dat ik ben’. Mozes vraagt naar Gods naam. En God zegt niet: “Ik ben die jij graag wilt dat ik ben.” God zegt: “Ik ben die ik ben.”


Als zijn naam was ”Ik ben die jij wilt dat ik ben’ zou het geen vuur zijn geweest in de struik, maar klei, waar mee je kunt doen wat je wilt.
Dit is wat mensen steeds aan het doen zijn. Ze zeggen dat ze het prima vinden dat ik mijn God heb omdat Hij bij mij past. Maar ik zoek een geloof dat de waarheid is voor mij. Ze willen geen christen worden want dan moeten ze dit en dat doen en daar hebben ze geen zin in , dus worden ze geen christen. Dat is een klei-god, nie teen God van vuur.
Je zoekt dan een god die gevormd kan worden zoals jij dat wil. Klei wordt gevormd door degene die het aanraakt, maar vuur vormt degene die het aanraakt.
God zegt, dat als je de echte God wilt leren kennen, je te maken krijgt met dingen die je niet zou willen horen. Als je echt op zoek bent naar God, dan moet je er rekening mee houden dat je dingen gaat horen die je niet wilt horen. Als mens zeg je dat jij weet wie jij bent, zelfs zonder dat je Hem kent. ‘Ik heb God nooit ontmoet, maar ik weet wat ik nodig heb, wat mijn behoeften zijn’. Hoe kun je dat zeggen voor je God hebt ontmoet? Als God de schepper is, hoe kan je als mens dan zeggen dat je je eigen leven wel vorm geeft, zonder dat je de schepper kent of wilt kennen? Dit betekent dat je je zoektocht naar God niet eens kunt beginnen, zonder eerst je schoenen uit te trekken. God zegt niet: “Ik wil je ontmoeten en daarna moet je je schoenen uit doen.’ Je moet als eerste je schoenen uit doen, als je Hem wilt ontmoeten. Wat dat betekent is dat je moet zeggen: ‘God als u er bent, ben ik bereid dingen te doen die ik niet leuk vind.’ Als je dat niet bereid bent te zeggen, zoals de meeste moderne mensen, maar je zegt wel op zoek te zijn naar God, dan ben je niet op zoek naar de echte, levende God. De realiteit ontstaat niet doordat jij bepaalt hoe die realiteit eruit ziet. Jij bepaalt de realiteit niet. De realiteit is van zichzelf, jij kunt die niet veranderen. Ook al zou je zakken met geld krijgen en 24 uur per dag trainen, dan nog wordt je niet zo maar een professionele voetballer. Dat is nou eenmaal de realiteit. Als iemand naar je toekomt en zegt dat hij je wil leren kennen en jij vindt dat goed en dan hij zegt dan dat hij het leuk vindt om aan jouw te denken als een veeleisend, dominant persoon, dan word je boos. Want hij wil helemaal niet weten wie jij bent. Je kunt me niet leren kennen door te zeggen hoe jij over mij wilt denken.
Als je zegt dat je geen God wil vinden die dit of dat doet, dan wil je God niet leren kennen zoals jezelf wel door iemand gekend zou willen worden.
Zonder je schoenen uit te trekken en te erkennen dat je een God wil leren kennen die dingen van je kan vragen die je niet wilt horen, kun je de zoektocht niet beginnen. Je kunt de zoektocht niet objectief beginnen in de hoop God ergens te vinden. Je moet beginnen met zeggen: ‘God, als u er bent, ben ik bereid om ermee in te stemmen dat U heilig bent, dat u vuur bent’.

Het kan heel goed zijn dat je op dit punt zegt dat je helemaal niet zo’n God wilt hebben.
Als je dat afstoot, bedenk dan dat dezelfde God die tegen Mozes zegt stil te blijven staan omdat Hij heilig is en je niet zomaar naar Hem toe kunt lopen, die zegt dat je bereid moet zijn je over te geven als je Hem wilt vinden, is ook de God die zegt: ‘Mozes, Mozes!’ Vul daar dan eens je eigen naam in. Hij wil dichtbij komen! Hij wil een deel zijn van jou. En dat is weer zo’n tegenspraak. Hij wil zijn heiligheid in jou. Hij is liefde, majesteit en heiligheid, hoe kan dat ooit in mij komen! Zie je wat hier de brandende struik is? De brandende struik vormt het hart van de bijbelse geloof: Hij is én heilig én liefdevol. Het een sluit het ander niet uit. Hij is zelf een brandende struik. Veel mensen weigeren er naar te luisteren wie Hij echt is. Religieuze mensen zeggen dat Hij een heilig God is en dat je door goed je best te doen in de hemel kunt komen. Zij omarmen wel Gods heiligheid, maar niet zijn liefde en dat is de reden waarom veel mensen niet van hen houden. Daarom hebben zij niet een God waar ze van genieten, maar die hen zal oordelen. Zij hebben ook niet een God waar ze echt gepassioneerd van raken, want hun God is een God van controle. Hun God is geen God van vuur, maar een God bij wie je de hemel zelf kunt verdienen.

Aan de andere kant zijn er mensen die niet naar Zijn heiligheid kijken, maar alleen naar zijn liefde. Ze houden van het idee dat God hen gewoon accepteert. En dat is ook geen God van vuur. Dat is een sentimentele God. Daar raak je ook niet gepassioneerd van. Er is pas vuur als beide kanten er zijn. De echte God is een vurige God die zegt dat Hij een relatie met je wil hebben.
Dat is de reden dat Jezus zegt in Lucas 7:32

“Toen we voor jullie op de fluit speelden, wilden jullie niet dansen, toen we een klaaglied zongen, wilden jullie niet treuren.”

Het christelijke geloof is veel meer optimistisch dan pessimistisch. God is de heilige God die van uit de hemel naar de aarde komt. Hij is liefdevoller, genadiger en veeleisender dan goden in andere religies. Geen andere god is zo heilig dat hij van je vraagt perfect te zijn, anders kom je niet in de hemel. God zegt dat in de bijbel. Maar aan de andere kant is er geen enkele religie waarin God naar de aarde neerdaalde. En dat is de oplossing! De kleine tegenspraken brengen je bij God, de grote tegenspraak staat dan voor je. Ga daar niet bij weg! Ga niet bij Hem weg, wat Hij ook zegt.

3. En nog dichterbij ziet hij een brandende engel in het midden van de struik.
Hoe kan die heiligheid in je leven komen? Het antwoord is dat in het midden van de brandende struik een engel is. Nee, niet EEN engel. Heel belangrijk om dat te onderscheiden in het OT. Elke keer dat in het OT mensen EEN engel proberen te aanbidden, zegt hij dat ze daarmee moeten stoppen, omdat hij ook een schepsel is, net als de mens zelf. In het OT is er een heel mysterieus figuur die DE engel van de Heer genoemd wordt. In de tekst in vers 2:

Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde.

Ook dit lijkt een tegenspraak te zijn: de engel verscheen in het vuur en God sprak tot Mozes. God of engel? Hoe krijg je dat bij elkaar? Dat kan doordat de Heer door de engel sprak. Er was een mediator, een bemiddelaar in de struik. Er was een engel in de struik en God sprak uit de struik, door de middelaar. Die middelaar lijkt een mysterieus figuur die omhuld werd door de rook van het vuur. Waarom was dat zo? Het antwoord kennen we. In het OT maakt God duidelijk dat de manier waarop je kunt leven met een heilige God en een persoonlijke relatie met Hem kunt hebben, is door de tussenkomst van iemand of iets dat jou vervangt en voor jou straf op zich neemt. Daarom zijn er steeds weer offers gebracht, in het vuur van Gods heiligheid. Als je schuldig was ergens aan, moest je een offer brengen en om vergeving vragen. Er moest iets vervangend worden gedood worden en verbrand worden in het vuur. Maar het Nieuwe Testament vertelt ons waarom dat zo is. Er was één Iemand die met één offer het vuur in ging. Hij werd verteerd, zodat wij niet hoefden te worden verteerd. En omdat Jezus Christus werd verteerd door de heilige woede van God, is het voor ons mogelijk zelf brandende struiken te worden. Weet je wat een brandende struik is? Dat is dat je de heiligheid van God in je hebt, maar die heiligheid vernietigt je niet. Weet je wat dat betekent? Een christen is iemand die gevuld is met kracht, met schoonheid. In feite is er geen betere illustratie van wat Maarten Luthers het hart van het evangelie noemt: simul justus et peccator’( tegelijk rechtvaardig en zondaar).  Als je christen wordt, omdat je gelooft dat Jezus Christus voor  je is gestorven, ben je tegelijk gerechtvaardigd en zondaar. Gelijktijdig ben je mooi, maar ook een struik. Weet je, je bent geen reuzensequia, zo’n gigantische mammoetboom als je net een christen bent. Je bent dan een brandende struik, je bent nog een zondaar. En toch krijg je deel aan de rechtvaardigheid van Jezus en ben je gevuld met de schoonheid van Jezus. En je kunt alleen veranderen in een gepassioneerd persoon met een brandend hart als je ziet dat God niet slechts een God is van waarheid óf van liefde, maar als je ziet dat de wet door Jezus is vervuld. En het woord dat daar het best bij past is: herscheppen. Een slaaf wordt herschapen in een kind, en plicht in keus. Snap je?

Laat de kleine tegenstrijdigheden je voortdrijven naar de grote tegenstrijdigheid. En blijf daar dan bij stil staan. Als dit de eerste keer is dat je deze boodschap hoort, dan vat je het vast nog niet in één keer. Zo duidelijk was ik niet ;) Maar alsjeblieft, ga van de gebaande paden af. En christen-vriend, realiseer je dit: als jij het nodig hebt dat jouw struik weer in brand gaat, ga terug naar Jezus en kijk naar wat hij heeft gedaan. Ga terug en zie hoe hij verteerd werd door het vuur. Ga terug en bedenk dat Hij brandde en verteerd werd zodat jij kan branden zonder verteerd te worden door de heiligheid van God. Als je Hem ziet in de brandende struik kun je een brandende struik worden die niet wordt verteerd.


Gebed

We vragen u, Vader, om ons te helpen deze dingen toe te passen. Velen van ons lijden en daar worden we mopperig van. We worden er zo zat van, in plaats van dat we inzien dat u deze dingen gebruikt om ons van onze gebaande paden weg te leiden. Met alle tegenstrijdigheden wilt u ons naar het hart brengen van de grote tegenstrijdigheid, dat is dat de wet werd vervuld door uw liefde, in Jezus Christus. We vragen u of u ons hart wil veranderen door deze dingen en of u ons wilt helpen ze toe te passen in ons leven door Jezus. In zijn naam bidden wij u dit. Amen.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten