zaterdag 16 februari 2013

De liefde van Jezus

De liefde van Jezus
The love of Jesus
Tim Keller
Zondag 26 april, 1998
Johannes 13: 1-21 Jezus wast de voeten van zijn discipelen
In het engels te beluisteren op: http://sermons2.redeemer.com/sermons/love-jesus

Samenvatting
In het leven van Jezus Christus zien we een levend voorbeeld van de vrucht van de Geest. Jezus liet ons zien hoe  liefde eruit moet zien, maar Hij deed dat op zo’n manier dat het een uitdaging is voor onze cultuur om over het begrip van liefde na te denken. In deze tekst laat Jezus zien dat liefde meer is dan romantiek of een gevoel. Fundamenteel gezien is liefde een actie. Jezus toont Zijn liefde voor de discipelen door zijn aandacht te richten op hun minst aantrekkelijke plek: hun voeten. We hebben de neiging om minder aantrekkelijke mensen te vermijden en om niet van hen te houden. We willen graag van mooie mensen houden, zodat we beter ons beter kunnen voelen over onszelf. Jezus toonde ons Zijn liefde doordat Hij ons bediende, ondanks dat hij niet iets nodig had van ons. Hij hield van ons omdat Hij een visie had voor hoe wij zouden kunnen zijn zonder zonde.

Johannes 13:1-21
1 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. 2 Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. 3 Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, 4 stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om 5 en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. 6 Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ 7 Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ 8 ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’ 9 antwoordde hij: ‘Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ 10 Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ 11 Hij wist namelijk wie hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren.
12 Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. 13 ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. 14 Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. 16 Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. 17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. 18 Ik doel niet op jullie allemaal: ik weet wie ik heb uitgekozen. Wat in de Schrift staat zal in vervulling gaan: “Hij die at van mijn brood heeft zich tegen mij gekeerd.” 19 Ik zeg het jullie nu al, voor het gaat gebeuren; wanneer het dan gebeurt, zullen jullie geloven dat ik het ben. 20 Ik verzeker jullie: wie iemand ontvangt die door mij gezonden is ontvangt mij, en wie mij ontvangt ontvangt hem die mij gezonden heeft.’
21 Nadat hij dit gezegd had werd Jezus diepbedroefd, en hij verklaarde: ‘Waarachtig, ik verzeker jullie: een van jullie zal mij verraden.’

Preek

Inleiding
Hoe kan God een diepgaande, blijvende verandering in ons leven op gang brengen? Dat is het onderwerp van een serie preken waar dit er één van is.
Waar is Jezus bezorgd over, in zijn laatste nacht met de discipelen, de nacht voor Hij ging sterven? In vers 1 en 17 lezen we daar een aanwijzing voor:

1 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.

17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt.

Jezus zegt dat de discipelen Hem veel dingen hebben horen vertellen en ze hebben daarvan veel geleerd. Maar ze hebben niet gekeken naar wie Hij is en ze zijn nog niet geworden zoals Jezus is. ‘Je bent nog niet echt veranderd. Ik heb je het voorbeeld gegeven, maar je hebt het niet nagevolgd. Ik heb jullie onderwezen, maar ben alleen maar jullie leraar gebleven. Het heeft je leven niet veranderd’.

Daar gaat het hier over en dat doet me denken aan psalm 40: 6-8

7 Offers en gaven verlangt u niet,
brand- en reinigingsoffers vraagt u niet.
Nee, u hebt mijn oren voor u geopend
8 en nu kan ik zeggen: ‘Hier ben ik,
over mij is in de boekrol geschreven.’
9 Uw wil te doen, mijn God, verlang ik,
diep in mij koester ik uw wet.

Het verrassende is dat de psalmist zegt dat God geen offers verlangt, maar natuurlijk vraagt God die wel. Maar als je het vergelijkt met wat Gods bedoeling is, zou je kunnen zeggen dat Hij geen offers wil. Wat Hij echt wil is ons hart. Je hebt het over de wet, maar wat Hij echt wil is dat de wet in ons hart geschreven staat. En hier heeft Jezus het óók over, net als de psalmist. In de wet staat dat je niet mag liegen. Maar achter die wet zit de vraag om een hart dat integer is. In de wet staat dat je armen moet helpen. Maar daarachter zit de vraag om een hart dat vrijgevig en nederig is. Er is een wet die zegt dat je je geen zorgen moet maken en dat je niet jaloers moet zijn. Maar daar zit de gedachte achter aan een hart vol vrede en tevredenheid.

Dus wat Jezus en de psalmist zeggen is dat ze willen dat je hun onderwijs ook toepast in je leven. Dat je de wet in je hart laat landen. De bedoeling van de wet is dat je een bepaald soort mens wordt. Dus geeft Jezus in die laatste nacht aanwijzingen en doet hij bijzondere en interessante dingen, om hen te laten zien wat er gaat gebeuren als ze inzien dat Hij niet alleen hun leraar is, maar ook hun Heer. Ze moeten daardoor gaan zien dat hij hun niet alleen mooie informatie heeft gegeven, maar dat ze zijn boodschap moeten toepassen in hun leven, zodat dat hen verandert.

Die lessen van Jezus vertellen veel aan ons hoe dat ook bij ons kan gebeuren. Hoe kan God dat soort verandering ook in ons leven laten plaatsvinden? Er zijn 4 diepgaande lessen over hoe de vrucht van de Geest in ons leven kan gaan groeien en in het bijzonder de vrucht van de liefde.

  1. Het belang van de vrucht van de Geest
  2. De samenhang binnen de vrucht van de Geest
  3. Het karakter, de aard van de vrucht van de liefde
  4. Hoe ontwikkel je dan die liefde die je in staat stelt tot voeten wassen?
1.    Deze tekst leert ons het belang van de vrucht van de Geest, van karakterverandering, het belang van de vrucht van de liefde.

In dit tekstgedeelte valt het op dat Johannes veel aandacht geeft aan het feit dat Judas, de verrader, aanwezig is. Alles wat Jezus doet, doet Hij net zo goed bij Judas als bij de andere aanwezigen. Ik zou wel een mooie preek over alleen Judas kunnen houden, maar dat doe ik nu niet. Dat is al genoeg gedaan door anderen. Opvallend in die preken is dat men Judas of ziet als een beroemd persoon die wel alles heeft gehoord van het evangelie maar vond dat dat niet bij hem paste. Of Judas werd juist gedemoniseerd en neergezet als een heel slecht mens. Er wordt dan verwezen naar vers 2:

De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden.

Ja, het klopt dat er iets heel slechts aan de hand was met Judas. Maar we vergeten dan dat Jezus in Mattheüs 16: 23 tegen Petrus zegt, als Petrus meent dat Jezus niet hoeft te sterven:

Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je zou me nog van de goede weg afbrengen. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’

Het is niet zo dat iemand die iets doms, slechts, kwaads doet in de macht is van kwade machten. Jezus noemt Petrus ‘satan’, omdat Petrus zegt dat hij niet naar het kruis moet gaan.
Je bewijst er dus niemand een dienst mee als je naar Judas kijkt als naar een beroemd of hoogmoedig persoon. Ik zal je uitleggen waarom dat zo is. Wat leren we van Judas over de vrucht van de Geest?
Judas Iskariot heeft de beste ervaringen gehad die je maar kan mee maken in de kleine groep rond Jezus. Hij heeft de beste prediker gehad die iemand ooit kan hebben. Hij heeft een ongelooflijk mooi moreel voorbeeld gehad, het mooiste dat iemand ooit heeft gehad. Hij heeft de beste training ooit gehad. Dat is de ongelooflijke input die hij heeft gehad. Nu de output: hij is met de andere discipelen erop uit gestuurd om te preken en te genezen, te dienen. Dat betekent dat hij getraind en uitgerust was met de kracht van de Heilige Geest om betrokken te raken op het leven van andere mensen om ze te helpen, raad te geven, ze te onderwijzen en te genezen naar lichaam én ziel! Ze dreven demonen uit! En steeds staat er dat alle discipelen dat deden. Dus Judas heeft dat ook gedaan. Dat betekent dat de Heilige Geest de talenten van Judas gebruikte en hem kracht gaf om de mensen om hem heen te dienen en dat het leven van mensen is veranderd door Judas. Ik durf wel te zeggen, vanwege de kracht die er was, dat het heel goed mogelijk is dat Judas bij meer mensen het leven heeft zien veranderen door zijn handelen, dan dat ik of iemand anders hier dat heeft zien gebeuren.

We hebben hier dus te maken met een man die de meest ongelooflijke input en de meest ongelooflijke output heeft gekregen en toch werd hij nooit een christen of een kind van God. De Heilige Geest gebruikte zijn talenten om de mensen om hem heen te bereiken, maar Hij woonde nooit in Hem, maakte geen woning in hem. Wat betekent het dat hij het evangelie nooit echt heeft begrepen?

Ik vraag je: is God in jouw leven aanwezig? Ben je een geestelijk mens? Waar kijk jij naar? Kijk je naar je theologische kennis? Judas zou ons daar allemaal de baas in zijn. Kijk je naar hoeveel mensen zeggen dat jij hun leven hebt veranderd? Je bent betrokken op mensen, je helpt ze, je geeft ze raad. Al die fantastische dingen doe jij voor andere mensen. Kijk je daarna? Stop daar maar mee. Een echte christen kent de bijbel, is wijs, doet allerlei goede dingen voor andere mensen, natuurlijk. Ik zeg niet dat daar iets mis mee is. Maar wat mijn punt is, is dat als er geen genade (grace) in je hart is, dan zijn deze dingen geen waarheid voor je. Zowel je input als je output kan fantastisch zijn. Maar Judas laat ons zien dat het absoluut belangrijk is om jezelf de vraag te stellen of de vrucht van de Geest in je leven groeit. Het is niet de vraag hoeveel ik weet of hoeveel mensenlevens er zijn veranderd door mij, maar of jouw eigen leven is veranderd! Judas Iskariot had geen liefde, vrede, blijdschap…dat is onmogelijk. Die vrucht moet groeien en hij had die vrucht niet. Hij was hebzuchtig en verdacht mensen, lezen we over hem in de bijbel.

Wat we nu hebben ontdekt is dat Judas kracht en kennis had en mooie dingen meemaakte. Maar we moeten dus niet naar die dingen kijken om te weten of de Geest echt in ons werkt en of we Jezus echt begrijpen of niet. We moeten naar de vrucht kijken. De echte vraag is of iemand anders, bijvoorbeeld een vriend van je, aan je kan zien dat je veranderd bent. Vraag dat eens aan een vriend van je. Ben je een betere luisteraar geworden dan je was? Probeer je mensen minder onder controle te houden? Ben je als vriendelijk, sympathiek mens meer direct geworden en als direct type mens meer vriendelijk en sympathiek? Zeggen jouw vrienden dat je veel geduldiger bent geworden en genadiger als mensen kritiek op je hebben? En zeggen ze dat je evenwichtiger reageert als je een fout maakt, of scheld je jezelf dan uit en geef je jezelf er flink van langs? Zeggen ze dat als jij moet toegeven dat je iets fout hebt gedaan dat je dat nu veel sneller doet op een natuurlijke, makkelijke, vreugdevolle manier en dat het niet direct traumatisch is voor je? Vind je het nu minder belangrijk om mensen te plezieren en kun je ook eens ‘nee’ zeggen? Maak je je minder zorgen?

Ben je veranderd? Is de vrucht van de Geest in je gegroeid? Daar gaat het om! Niet hoe slim je bent, niet hoeveel je weet, niet hoeveel mensen je helpt…ben jíj veranderd?! Judas laat ons zien wat het belang is van de vrucht van de Geest.

2.    De samenhang binnen de vrucht van de Geest.

Je leert hier niet alleen iets over het belang van de vrucht van de Geest en over het belang van karakterverandering, maar ook iets over de samenhang, de eenheid die er is binnen de vrucht van de Geest. Wat bedoel ik met samenhang? Ik zal iets uitleggen wat er met mij gebeurd is. De titel van deze preek heb je gelezen: de liefde van Jezus. Als ik een preek voorbereid vind ik het altijd goed om te lezen wat andere mensen over dezelfde tekst hebben gezegd en daarom heb ik lees ik altijd zo’n 12 tot 15 preken over het betreffende tekstgedeelte. Die preken hebben altijd een titel. En iets wat me steeds weer in verwarring brengt is dat elke preek een heel andere titel heeft. Ik zou denken dat de titels bij dit tekstgedeelte allemaal iets zouden zeggen over de liefde van Jezus, maar dat is dus niet zo. Een deel van de schrijvers zegt dat het in deze tekst vooral gaat over de nederigheid van Jezus. Dat is omdat zij zeggen dat Jezus Christus zijn leerlingen diende, hun voeten waste, ondanks dat Hij wist wie Hij zelf was. In de Romeinse, Griekse of oude literatuur kom je verder nergens een meester tegen die de voeten wast van zijn leerlingen. Hoe komt dat? Wij hebben hier niet veel ervaring mee want wij leven niet in een heet, stoffig klimaat. Als je in die tijd een huis binnenkwam had je een voetwassing hard nodig. Misschien ken je wel het heerlijke gevoel dat je krijgt als je na een lange wandeling je voeten in een bak water kan zetten. Dat is heerlijk voor jou, maar een vies, stinkend karweitje voor wie jouw voeten dan moet wassen. Het was in die tijd zo’n vernederend werkje om voeten te moeten wassen, dat de joodse rabbijnen ervan overtuigd waren dat je het niet kon maken om je joodse knecht dit te laten doen. Voor een heiden was dat werk niet te min. Dus een meester die de voeten van zijn leerlingen wast is echt ongehoord, dat kwam gewoon nooit voor. Vandaar de reactie van Petrus ”wat bent ú aan het doen!” Maar God doet dat dus wel. Hij vernedert zich voor mensen.

Dan heb je een andere groep mensen die in hun preken insteken op de duldzaamheid van Jezus. Zij zeggen dat Jezus niet diende ondanks wie Hij is, maar dat het juist ongelofelijk is dat hij diende, terwijl hij wist waarmee hij geconfronteerd zou gaan worden. Gister, zaterdag, zei een van mijn zonen tegen mij dat ik aan het dagdromen was, maar ik zei dat dat niet zo was. Ik was aan het nadenken over een probleem in Johannes 13. Als je geconfronteerd wordt met ziekte, kwellingen, dood of nog grotere dingen merk je verder niet veel op, dan ben je daar helemaal op gericht. Jezus werd geconfronteerd met zonden. Hij kwam echter niet om te sterven voor zijn eigen zonden maar om te sterven voor de zonden van de hele wereld. Alle ongerechtigheid zou op Hem neerkomen. Dat wist Hij. En toch ging Hij voeten wassen. Die voeten zouden je alleen opvallen als je met je gedachten helemaal bij het hier en nu zou zijn. En als je bezorgd zou zijn om het welzijn van de mensen om je heen, of die zich wel comfortabel en makkelijk voelden. Met andere woorden: ondanks wat Hem te wachten staat, denkt Hij aan de mensen om zich heen. Ondanks waarmee Hij geconfronteerd gaat worden denkt Hij aan het welzijn en de behoeften van zijn leerlingen. Hij is zo weinig gericht op zijn eigen behoeften. Zijn hart gaat helemaal uit naar ons. Daarin zie je de duldzaamheid van Jezus, zijn trouw, ongeacht wat wij doen.

Dan is er nog een andere groep mensen die weer ergens anders de nadruk op legt. Verbazingwekkend genoeg zegt deze groep dat dit verhaal gaat over de vergevingsgezindheid en het geduld van Jezus met mensen. Dit zie je aan het feit dat Jezus niet de voeten van tien of elf mannen wast, maar van alle twaalf. Hij wast de voeten van Judas, degene van wie Hij weet dat hij er voor gaat zorgen dat Hij gevangen wordt genomen, gemarteld en gedood gaat worden. Hij wast de voeten van de verrader, de leugenaar. Hij dient niet alleen ondanks wie Hij is of ondanks wat Hem te wachten staat, maar ook ondanks wie zij zijn! Ondanks wat zij gaan doen of al hebben gedaan. De vraag hierbij is wat Jezus dan bedoeld als Hij zegt dat Hij hen een voorbeeld geeft. Een voorbeeld van wat? Een voorbeeld van liefde? Of van nederigheid, integriteit, moed, geduld? Welk van de vruchten wil Jezus ons laten zien?

Wat ik je nu ga uitleggen kan heel zweverig klinken, maar het is heel praktisch. We hebben hier te maken met een voorbeeld waar Paulus het in Galaten 5 over heeft.

Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof…

Hij gebruikt daar het enkelvoud om te beschrijven wat liefde, geduld, vrede.enzo inhoudt. Hij zegt niet dat de vruchten van de Geest liefde, blijdschap, vrede zijn. Hij heeft het over de vrúcht van de Geest. En dat is exact hetzelfde als waar Paulus het over heeft in 1 Cor. 13:

Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.

Er zijn er dus drie. Maar in de voorgaande verzen van hoofdstuk 13 zegt Paulus dat liefde alles gelooft en alles hoopt. Eerst zegt hij dat er drie dingen zijn, maar dan zegt hij dat ze elkaar zijn. They are each other. En dat is het punt: in de echte vrucht van de Geest komt alles bij elkaar, want ze horen bij elkaar. ‘If they are not all there, they are not there at all.’ Als ze er niet allemaal zijn, zijn ze er allemaal niet.

Als het lijkt alsof iemand liefdevol is maar geen zelfbeheersing heeft, is hij niet echt liefdevol. Als iemand vol vrede lijkt te zijn, maar niet vriendelijk is, is hij niet echt vol van vrede.

Nu zullen er mensen zijn die zeggen: ‘Ho, wacht eens eventjes. Ik ken wel degelijk mensen die echt heel vredelievend zijn en heel gedisciplineerd, maar dat zijn ze niet altijd en overal. Dus dat kan best samengaan. Kijk maar naar je eigen leven. Sommige aspecten van de vrucht van de Geest zul je herkennen in je eigen leven, maar niet alle aspecten zijn even duidelijk aanwezig.’

Ik wil je proberen uit te leggen wat ik bedoel. Wat Jezus ons leert, wat Paulus zegt, wat de bijbel vertelt, steeds weer, is dat deze dingen één geheel vormen. En alleen als je gaat inzien dat als één er niet is, er helemaal niets is, zul je begrijpen hoe groots de vrucht is dat aan ons is gegeven.

Een voorbeeld: je zegt dat jij mensen kent die wel heel zachtaardig zijn, misschien ben je zelf wel zo, maar die niet moedig en trouw zijn. Ze zijn niet goed in het confronteren van mensen. Dat betekent dat de zachtmoedigheid, door het gebrek aan moed en zelfwaardering, niet een uiting is van nederigheid. Ik ken iemand die zichzelf heel goed kan beheersen, maar die totaal niet vreugdevol is. Zelfbeheersing is één aspect van de vrucht van de Geest, maar een ander aspect, vreugde, is afwezig. Dan is er geen sprake van zelfbeheersing, maar van trots-beheersing. Dan heb je te maken met iemand die zonder vreugde zelf wil laten zien hoe hij alles beheerst. En eigenlijk wordt je dan beheerst en heb je zelf helemaal niet de controle in handen. Ander voorbeeld: er zijn mensen die heel geduldig lijken te zijn, maar die niet vriendelijk zijn. Ze klagen nooit, zullen nooit met stemverheffing praten, als ze zien dat anderen fouten maken, zullen ze er niets van zeggen. Deze mensen lijken komen heel geduldig over, maar als je wat dieper met ze in gesprek gaat, blijken ze vol boosheid te zitten en heel minachtend te praten over de mensen waar ze zo geduldig tegen doen.

Echt geduld betekent dat je vergeeft, maar deze mensen laten zien dat ze superieur zijn en willen niet laten zien aan anderen waar ze zo’n moeite mee hebben.’Ik laat je niet weten hoeveel pijn je mij hebt gedaan. Ik voel me superieur aan jou want ik laat me door jou niet plat krijgen.’

Weet je, als jij denkt dat één van de vruchten er is zonder dat de anderen aanwezig zijn, dan zal er niets van de vrucht aanwezig zijn. Als ze er niet allemaal zijn, zijn ze er allemaal niet. 

Misschien komt dit heel zweverig op je over en vraag je je af wat je hier mee moet.
Het eerste wat je dan moet bedenken is dat een echt christelijk karakter een organisch geheel is. Het is best mogelijk om je gedrag te veranderen zonder dat dat invloed heeft op je karakter. Je kunt best een zacht mens proberen te zijn zonder dat je dat ook echt bent. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom je je zachtaardig gedraagt, zonder dat de Heilige Geest aanwezig is. Misschien heb je op sommige punten in je leven wel zo weinig zelfcontrole dat je zelfverdedigingssysteem ervoor zorgt dat je dat nooit van je leven ook maar aan iemand anders zult laten zien. Zo heb je geleerd om te gaan met je slechte geweten. Er zijn allerlei manieren om zacht en lief te doen zonder dat er sprake is van de Heilige Geest. Zo kun je in je werk besluiten om meer direct te zijn naar mensen toe. Dan doe je dat omdat het je helpt promotie te maken, niet omdat je hart is veranderd. Dat is heel onnatuurlijk, het kan je zelfs pijn doen als je het doet.

Het christelijk geloof zegt dat er een kracht in je hart aanwezig kan zijn waaruit zowel durf als zachtheid voortkomt. En dat komt voort uit het feit dat je jezelf niet hoeft te bewijzen omdat je gevuld bent met de wetenschap hoe enorm geliefd je bent. Als je wel liefdevol bent maar iemand niet ergens op aan durft te spreken, kun je God niet alleen om meer durf vragen. Je moet zowel je liefde als je durf in een heel nieuw plan, een nieuw ontwerp zien, met een heel andere basis. En dan ondersteunen ze elkaar, ze vormen een geheel, ze laten elkaar groeien. Dat is iets heel anders dan de benadering waar het gaat om alleen maar moedig zijn, om een benadering waar het om jouw trots gaat.

God wil van de wereld een veel betere plaats maken dan dat zij zou zijn als er alleen maar sprake zou zijn van ‘gemeenschappelijke en natuurlijke deugden’. Mensen zijn vriendelijk omdat ze behoeftig zijn. Mensen zijn eerlijk omdat ze denken dat dat hen het best helpt. Mensen beheersen zich vanuit trots, omdat niemand iets over hun binnenste hoeft te weten. Al die deugden zijn echt wel behulpzaam om de maatschappij leefbaar te houden. Maar het christelijk geloof geeft je iets dat veel dieper gaat dan stoïcijns leven, dan zelfbeheersing vanuit trots, of vriendschap omdat je behoeftig bent. Er komt iets van binnenuit, iets dat een geheel vormt.

Maar we kunnen er nog iets anders van leren. We zien hier ook hoe hard we de Heilige Geest en Jezus nodig hebben om mensen te worden met een veranderd karakter. Toen ik hier deze week over nadacht, realiseerde ik me dat ik, als ik wil weten hoe geestelijk vernieuwd ik ben, ik niet moet kijken naar mijn sterke punten maar juist naar mijn geestelijk zwakke punten. Mijn krachtige punten zijn een mix van mijn natuurlijke temperament, hoe mijn hersenen werken, hoe ik gericht ben op zelfbehoud. Kijk juist naar de zwakste punten in je leven, naar die aspecten van de vrucht van de Geest die nog niet er ontwikkeld zijn, want daaraan kun je zien hoe de Heilige Geest aan het werk is in je leven. En dan zie je hoe diep jouw problemen zijn. We hebben de neiging om te denken dat we al best wel aardig volwassen zijn, want we weten al heel veel en veel mensen hebben al veel aan ons gehad. Maar kijk je naar je zwakste punten, dan zie je hoe ver je daar nog bij vandaan bent. Tenzij je grote veranderingen ziet op je zwakke punten, zijn je sterke punten helemaal niet sterk. Als jij veel sterke kanten hebt, maar geen groei ziet in die gebieden waarin je zwakke punten liggen – en wellicht weet je dat van jezelf en houd je die kanten heimelijk verborgen voor anderen, blijven ze in het donker, je kunt jezelf niet stoppen omdat je jezelf niet kunt beheersen- dan zijn je sterke kanten dus ook niet sterk. Dat zijn de plekken waaraan je kunt zien of God wel of niet aan het werk is in je leven. En als Hij daar niet aan het werk is, is Hij misschien helemaal niet aan het werk.

3.    Het karakter, de aard van de vrucht van de liefde

Wat is het karakter van de vrucht van de liefde? Toen ik aan het nadenken was over deze preek en een titel eraan gaf, vroeg ik mezelf af hoe ik het in mijn hoofd kon halen om de preek deze titel mee te geven. Waarom zouden duizend mensen willen luisteren naar een preek over liefde, hoe kun je daar nog iets nieuws over zeggen? Het is zo’n triviaal onderwerp. Tja, en dat kan ik ook niet vermijden. Misschien ga ik wel triviale dingen zeggen. Maar wat ik graag duidelijk wil maken is dat Jezus op die laatste avond met zijn discipelen hen fysiek en zichtbaar wilde laten ervaren, op een manier die ze zich altijd zouden herinneren, wat liefde is. Daarom waste Hij voeten. En als jij de rest van je leven hierover zou mediteren, dan denk ik dat dat jouw grootste hulpbron zal zijn in het begrijpen van wat liefde nou eigenlijk inhoudt. Dieper kun je niet gaan. Jezus zei dat hij wilde laten zien wat liefde is. ‘Ik wil laten zien wie ik ben en ik wil laten zien wie jij moet zijn. Ik wil je liefde laten zien.’ Liefde? En wat doet Hij? Van alle voorbeelden die Hij zou kunnen gebruiken, kiest Hij voeten wassen. Want daar zit alles in.

Ik wil je met een paar punten laten zien dat ‘Liefde = voeten wassen’.

1. Liefde betekent niet alleen maar tolerantie. In onze moderne cultuur definiëren mensen liefde als het accepteren van alles wat iedereen zegt. Liefde is dat je alle praktijken van alle geloven accepteert, haat is dat je dat afkeurt. Maar liefde = wassen. Echte liefde is betrokkenheid op iemand anders zonder alles goed te keuren en leuk te vinden wat hij zegt en doet. Echte liefde maakt je betrokken en geeft je een visie welke kant diegene op zou moeten gaan, hoe hij weer schoon kan worden en wie hij dan kan zijn als alle viezigheid eraf is gewassen, alle infecties weg zijn. Want voeten waren in die dagen niet alleen maar vies, maar vol wondjes, misschien wel geïnfecteerd. Liefde = wassen, dat betekent dat je betrokken raakt.

Eén van mijn meest favoriete citaten is van Becky Pippert uit haar boek ‘Hope has its reasons’, waarin ze zegt dat hoe meer je van iemand houdt hoe bozer je op zo iemand wordt, als hij iets doet wat hemzelf kwetst. Als je iemand zichzelf ziet kwetsen en je houdt niet heel veel van iemand, dan ben je meestal heel tolerant naar zo iemand toe. Hoe minder ik om iemand geeft, hoe minder het me interesseert als ze iets doen dat niet goed is voor henzelf. Maar hoe meer je van iemand houdt, hoe minder tolerant je bent ten opzichte van hem.

Wat zij bedoelt te zeggen is dat ze iemand wel door elkaar wil schudden en wil toe roepen: “Zie je dan niet wat je jezelf aandoet! Elke keer als ik je zie is er weer minder van jou zelf overgebleven.” Je bent dan niet boos omdat je iemand haat, maar juist omdat je van hem houdt. Als je niet van hem hield, zou je gewoon doorlopen. Echte liefde staat op tegen misleiding en tegen vernietigende leugens. Hoe meer een vader van zijn zoon houdt, hoe meer zich boos maakt om de leugen, de dronkenschap, het verraad die hij in zijn zoon ziet. Boosheid is niet het tegenovergestelde van liefde. Dat is haat. En haat loopt uit op onverschilligheid.

Liefde = wassen. Als iemand je toestaat zijn voeten te wassen, wees dan betrokken op zo iemand en laat weten dat je hem helpen wil te worden zoals de bedoeling is.

2. Liefde betekent voeten wassen en dat is niet iets romantisch. Naast tolerantie is de tweede grote namaak-liefde, om het even zo te zeggen, romantiek. Is tolerantie dan ook namaak? Natuurlijk maakt echte liefde je heel open, maar louter tolerantie is wel namaak-liefde. Dan zeg je van alles en iedereen dat je het prima vindt. Echte liefde is betrokken op mensen, het is voeten wassen.

En ook romantiek kan onder de namaak liefde vallen. Nu goed opletten, want anders begrijp me misschien verkeerd. Ik denk niet alleen maar over romantische liefde in de seksuele betekenis van het woord. Ik heb het over het romantiseren van liefde. Als wij aan liefde denken dan denken we aan aantrekkingskracht. Ik ben verliefd op iemand als ik me tot die persoon aangetrokken voel. Romantische liefde heeft een fysieke kant. Maar dat is niet de enige kant die ik bedoel als ik het over romantische liefde heb. Je kunt ook van iemand houden omdat je je aangetrokken voelt door zijn succes, zijn persoonlijkheid, zijn geest, zijn gevatheid. Je voelt je aangetrokken tot zo iemand omdat zo iemand een aantrekkelijk persoon voor jou is. En veel mensen zeggen dat dát liefde is.

Jezus Christus zegt: Liefde = voeten wassen. En als je aan wie dan ook vraagt wat zijn of haar minst aantrekkelijke lichaamsdeel is, dan zal vrijwel iedereen zeggen: mijn voeten. Voeten zijn meestal niet echt aantrekkelijk. En waarom gaat Jezus nou juist voeten wassen? Hij probeert ons duidelijk te maken dat dienen de essentie van liefde is en dienen vraag om actie, en heeft niets te maken met een gevoel van aantrekkelijkheid. In feite wil hij er mee zeggen dat wat de wereld vaak liefde noemt, geen liefde is maar honger. Honger. Honger zegt: ‘Ik houd van je”, maar het bedoelt: “Jij zorgt ervoor dat ik mezelf beter voel. Jij vult me aan. Door jou voel ik dat ik er toe doe. Ik wil je bezitten. Ik wil je hebben. Ik wil jou, want daardoor voel ik me en echt mens. Ik wil door jou mezelf worden.”

Stel je eens voor dat je een prachtige fruitboom ziet staan op een moment dat je je heerlijk gevuld voelt en geen honger hebt. Hoe geniet je dan van die prachtige boom? Je zegt dat je hem prachtig vindt en geniet van elk onderdeel van de boom. Je waardeert de boom om de schoonheid die hij in zichzelf heeft. Maar als je die boom ziet op het moment dat jij bijna sterft van de honger, geniet je op een heel andere manier van die zelfde boom. ‘O, wat houd ik van die fruitboom. Ik ga hem helemaal leeg plukken. Of trekken. Hoe maakt me niet uit.” Je houdt dan niet van die fruitboom om hem zelf, maar om wat die boom voor jou kan betekenen.

Jezus zegt: liefde = voeten wassen. Liefde komt voort uit een hart en leven dat al gevuld is. Het gaat om het dienen van mensen, ondanks hun onaantrekkelijkheid. Als jij iemand aantrekkelijk vindt, dan is dat omdat die persoon ervoor zorgt dat jij je goed voelt. De taal van de honger is: ik houd van je, ik wil je bezitten,  ik wil je eten, ik wil jou in mij  om met de leegheid in mijzelf om te kunnen gaan. En de taal van de liefde is niet dat ik jou wil om zelf iemand te worden, dat is honger. Maar de taal van de liefde is: ‘hoe maak ik jou tot iemand. Hoe kan ik jou aanvullen, hoe kan ik jou laten groeien?’

Voeten wassen heeft dus niet met tolerantie te maken, maar met dienen en met betrokken zijn op mensen. Dus, liefde heeft niets met gevoel te maken? Ik kan je vertellen dat als jij er voor kiest om je te richten op mensen, zonder onderscheid, op basis van wat jij hen hebt te geven en niet op basis van wat zij jou hebben te geven en ze te zien, gewoon als waardevolle mensen, en je zoekt hen op, dat je dan de taal van liefde leert spreken. Bedenk dat voeten wassen betekent dat je nederig bent, voorzichtig bent, maar er soms niet aan ontkomt om iemand pijn te doen, dat hangt ervan af hoe vies de voeten zijn. Hoe kan ik zachtmoedig, met het risico op pijn, nederig en zonder onderscheid, aan jouw toegewijd zijn om jou te laten glansen, te laten groeien en bloeien. Hoe kan ik dat doen? En als je je dát afvraagt, is dat de taal van de liefde die je spreekt.

4. Hoe ontwikkel je dan die liefde dat je in staat bent tot voeten wassen?

Het laatste punt, dat laat zien dat liefde = voeten wassen. Hoe ontwikkel je dat dan? Het antwoord daarop is echt verbazingwekkend. Jezus Christus heeft ons hiervan het voorbeeld gegeven. Als je een beetje verderop in dit hoofdstuk leest, in vers 34:

Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.

Dit is exact hetzelfde als Hij in vers 14 en 15 zei:

Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.

Ik houd zo van deze tekst, want het vertelt me alles wat ik moet weten. In de eerste plaats vertelt het me dat Jezus bij de voetwassing, die metafoor, die manier om te begrijpen wat liefde is, dat het leuke eraan is dat je er direct mee kunt beginnen. Voeten gaan wassen betekent dat je een vies, niet aantrekkelijk werk gaat doen, maar je kunt gewoon beginnen. Toe! Waar wacht je nog op!

Hoe begin je daar dan mee? Je hoeft in elk geval niet eerst te wachten tot je fantastische gevoelens hebt. Of tot je iemand aantrekkelijk vindt. Hoe doe je dat dan, voeten wassen? Nou, gewoon het eerst volgende paar voeten aanpakken. Kijk naar de mensen om je heen. Was voeten. Luister. Voeten wassen heeft te maken met je bezorgdheid over mensen laten zien, over hun behoeften. En dat is heel praktisch. Let op dat je je niet alleen richt op mensen die voor jouw aantrekkelijk zijn, die ervoor zorgen dat jij je goed voelt over jezelf. Want je houdt dan niet van hen, maar je houdt van de liefde die ze jou geven. Stop ermee te zorgen dat jij liefde krijgt, dat jij van andere mensen neemt wat jij nodig hebt. Net als bij de fruitboom. Dat is het eerste punt: ga gewoon aan de slag! Dus begin maar gewoon.

En dat brengt me bij het mooiste hiervan: de gouden regel. De gouden regel zegt: zet je zelf op de plek van iemand anders. Behandel een ander zoals jij wilt dat jij wordt behandeld. Er zijn mensen in je leven met wie je niet meer wilt praten en mee om wilt gaan, omdat ze je pijn hebben gedaan, dom zijn, je teleurgesteld hebben, je hebben mishandeld en je hebt hen opgegeven. Je moet jezelf in hun plaats zetten.

Als jij dom bent, zou jij dan willen dat er iemand van je houdt en jou zou dienen op wat voor manier dan ook?
Als jij onverstandig en slecht bent, zou jij dan willen dat iemand jou ging dienen en van jou zou houden?
Als jij op het punt staat naar beneden te vallen omdat je aan de rand van een kloof hangt, doordat iemand jou achternazit om je te doden, zou jij het dan fijn vinden als diegene tegen je zou zeggen dat hij jou wel wil redden? De gouden regel zegt: ‘you owe whatever you want’, behandel een ander zoals jij wilt dat hij jou behandelt. Het is absoluut onrechtvaardig om jezelf niet op de plek van de ander te zetten. Denk eens aan de mensen waar jij niet meer mee wilt omgaan.

Wil jij geliefd en gediend worden, ook al ben je niet aantrekkelijk? Tuurlijk wil je dat!
Wil jij geliefd en gediend worden, ook al ben je dom? Tuurlijk wil je dat!
Wil jij geliefd en gediend worden, ook al heb je al die slechte dingen gedaan? Tuurlijk!

En toch kun jij dat niet voor andere mensen doen. Ook al doen andere mensen het wel voor jou, jij geeft hen dat niet terug, dat ga jij niet doen. Je kan het niet. Weet je waardoor dat komt? Omdat je hongerig bent. Omdat wij andere mensen nodig hebben. Wij hebben de liefde van mensen nodig die aardig tegen ons zijn, zodat we ons zelf goed kunnen voelen. En daardoor kunnen we de gouden regel niet toepassen. En daardoor kunnen we ons zelf niet opgeven en kunnen we ons zelf niet op de plek van anderen zetten. We kunnen geen liefde geven aan mensen die dom, slecht en onaantrekkelijk zijn omdat we hongerig zijn. We zoeken naar mensen bij wie we ons goed kunnen voelen over onszelf.

Tenzij…

Jezus Christus kwam naar de aarde om iets prachtigs te doen. Wat deed Hij? Zei Hij: ‘Ik ben jullie leraar en Heer en ik zie dat jullie de gouden regel niet volgen en dat je jezelf niet op de plek van de ander zet. Stop daarmee en begin nu de gouden regel te gehoorzamen!?’ Zegt Jezus dat? Nee! Wat Hij zegt is: ‘Ik zie dat je hongerig bent, de zonde heeft je hongerig gemaakt. De zonde heeft ervoor gezorgd dat jij mensen wilt gebruiken voor jouw doeleinden. Je houdt niet van hen maar houdt van de liefde die je van hen krijgen kan. Je kúnt jezelf niet op de plek van andere mensen zetten. Je kúnt de gouden regel niet naleven. Je kunt niet voor een ander doen wat jij wilt dat ze bij jou doen. Dat kún je niet.’

Maar Jezus heeft daar iets aan gedaan. ‘Jij kunt jezelf niet op de plek van iemand anders zetten, daarom heb Ik mijzelf jou plek gegeven. Ik ben gestorven. Ik heb het leven geleefd dat jij had moeten leven en ben de dood gestorven die jij had moeten sterven. Ik, God zelf, kniel neer bij jouw voeten. Er is geen enkele profeet die dat eerder heeft gedaan, maar zeker geen andere god die dat deed. Ik, God, kniel neer bij jouw voeten en was ze schoon. Ondanks wie ik ben, ondanks wie jij bent, ondanks wat Ik bij je zie. Ik heb mijzelf jouw plaats gegeven, zodat jij andere mensen lief kunt gaan hebben.’

Hoe is dat mogelijk? Dat is heel eenvoudig. Jezus Christus houdt van jou zonder dat jij daar iets voor hebt gedaan. Hij houdt gewoon van jou om wie je bent. Hoe zou jij Hem daar ook ooit bij kunnen helpen? En als het waar is dat Hij niets nodig heeft van onze toewijding aan Hem, dan betekent dat dat Hij ons zo hoog waardeert om onszelf. En alleen als je liefde ervaart die bevrijdt en alleen als je voelt dat je geliefd bent alleen om wie je bent, ben je in staat om van andere mensen te houden gewoon om wie ze zijn. Alleen als je helemaal bevrijd bent van honger-liefde doordat je gevuld bent met wat Jezus voor jou heeft gedaan, ben je in staat echte liefde te geven.

Aan de ene kant zegt Jezus over het voeten wassen dat je het gewoon moet gaan doen. Je kunt het gaan doen. Maar aan de andere kant geeft Hij ons een voorbeeld. En het mooie daaraan is de reden waarom Jezus dat doet: omdat wij het nodig hebben iets te kunnen zíen. Jij kunt tegen mij zeggen dat je dit soort preken wel vaker hebt gehoord. ‘Heel interessant allemaal, maar straks loop ik weer naar buiten en alles gaat z’n gangetje. Ik voel me er niet beter door. Ik voel niet meer liefde. Ik kan niet houden van onaantrekkelijke mensen. Ik heb er echt moeite mee wat je nu van me vraagt’.

Ik wil je vragen hier dan eens over na te denken: Jezus gaf ons een voorbeeld, Hij liet iets zí en. Hij liep niet naar het schoolbord om een lesje te geven. Hij liet iets zíen. Als jij je hart wil laten genezen, wilt laten helen, dan moet je naar Jezus kijken, het evangelie lezen en er diep over nadenken wat Hij doet.

Ignatius Loyala (http://www.ignatianspirituality.com/) gaf in zijn beroemde spirituele oefeningen als opdracht één week niets anders te doen dan berouw te hebben van je zonden. De volgende twee weken bestonden niet uit het vragen van vergeving voor die zonden, maar hij gaf 51 tekstgedeelten over het leven Jezus, om daar over te mediteren. De start van de wedergeboorte gaat altijd via de dood en de opstanding. Hij spoort je zo aan naar Jezus te kijken en niet alleen abstract om vergeving te vragen. Kijk naar Jezus! Er staat dat Jezus hun zijn liefde liet zíen. En alleen als je er echt over mediteert (letterlijk: contemplatie) dat Jezus dit voor jou heeft gedaan, ben je in staat dit voor andere mensen te doen. Ben jij er klaar voor?

Er zijn twee dingen die je moet doen wil dit gaan gebeuren. In de eerste plaats heb je een bad nodig. Bedenk dat Petrus tegen Jezus zegt dat Hij zijn dan ook maar zijn hoofd en handen moest wassen, maar dat Jezus zegt dat hij al schoon is. Als je christen wordt, krijg je een bad: je wordt gerechtvaardigd door geloof. Je hebt niet steeds weer een bad nodig. Heb jij al een bad gehad? Heb jij jezelf al op die manier aan Christus gegeven?

In de tweede plaats: als je een bad gehad hebt, als je gerechtvaardigd bent in Jezus Christus, heb je elke dag Jezus nodig om je voeten te komen wassen. Je hebt geen heel bad meer nodig, maar je hebt het wel nodig dat Hij dagelijks je voeten wast. Kom je elke dag bij Hem om je voeten te laten wassen? Van daaruit ben je ook in staat om uit liefde de voeten van andere mensen te wassen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten