Het lijden: als God
goed is, waarom is er dan zoveel lijden in de wereld?
Suffering: if God is good, why is there so much
evil in the World?1 Petrus 1: 3-12
Vandaag staat één probleem centraal dat mensen hebben
met het christelijk geloof: het probleem
van het kwaad en het lijden.
Een argument om niet te geloven en om geen christen te
worden klinkt ongeveer zo:
‘Als God het toestaat dat er kwaad en lijden is, omdat Hij
het niet kan stoppen, dan is Hij wellicht wel goed, maar niet almachtig. En aan
de andere kant: als God het kwaad en het lijden toestaat, terwijl Hij het wel
zou kunnen stoppen, maar dat niet wil, dan is Hij misschien wel almachtig, maar
niet goed. Dus: een goede én almachtige God zoals de bijbel die schildert, kan
niet bestaan.’
Hoe reageren we hier op?
Kort geleden heeft Tim Keller gesproken op een
herdenkingsbijeenkomst voor 9-11 (was toen 5 jaar geleden) over het thema ‘het
lijden’. Enkele van de gedachten van die lezing wil hij nu delen.
1 Petrus 1 vertelt ons één ding dat we in elk geval niet
moeten doen, één manier waarop we niet met het lijden in de wereld om moeten
gaan en daarna drie manieren hoe wel juist wel mee om moeten gaan met het
lijden in de wereld.
Wat moet je in elk geval niet doen?
Petrus schrijft zijn brief aan mensen die al veel hebben
geleden en die nog veel lijden te wachten staat. Veel mensen reageren op het
lijden dat ze mee maken met het loslaten van het geloof in God. Het lijkt haast
een natuurlijke reactie.
Maar Petrus zegt in vers 6 en 7:
Hoe kan dat?
Petrus zegt, dat in het licht van het lijden het je niet baat om het geloof los te laten, dat helpt je nergens mee. Het helpt je niet het lijden te begrijpen, het helpt je niet het lijden te kunnen hanteren; het verlaten van je geloof helpt je helemaal nergens bij. Waarom niet?
Als er geen God is, als er geen hogere, goddelijke wet is,
dan weet je niet wanneer een menselijke wet fout is of niet. Als er geen God is
zouden mensen kunnen zeggen dat een wet onjuist is, maar dat zou alleen maar zo
zijn volgens hun eigen standaards. En waarom zouden hun richtlijnen boven die
van andere mensen gaan?
Nu nog een stap verder. Als er geen God is, dus ook geen
goddelijke wet of regel, hoe kun je dan zeggen dat een bepaalde historische
gebeurtenis niet juist is? Wat is er dan meer natuurlijk, als er niets anders
is dan de natuurlijke wereld, dan geweld? Natuurlijke selectie is gebaseerd op
geweld. Het recht van de sterkste.
Dus als er geen God is en de natuur alles is wat we hebben,
wat is er dan mis met geweld? Dat is juist perfect natuurlijk.
De filosoof Sartre zei: ‘Als God niet bestaat, dan is er
niet langer de mogelijkheid dat iets als goed bestempeld wordt, a priori. Dan
staat er nergens geschreven dat iemand eerlijk moet zijn, niet moet liegen. Als
God niet bestaat, is alles toegestaan.’
Als er geen God is, kun je wel het gevoel hebben dat iets
wel of niet goed is, maar dat zijn maar persoonlijke gevoelens. Op welke basis
kun je dan zeggen dat geweld niet natuurlijk is?
Dus zo zie je dat als je niet in God gelooft, het lijden en
het kwaad een veel groter probleem is dan dat je wel in God gelooft.
Waarom? Als je er echt mee worstelt waarom je zoveel te
lijden hebt als er een God is, en dit niet maar een filosofisch onderwerp voor
je is, realiseer je dan dat je een groter probleem hebt als je níet in God
gelooft. Op wat voor basis verlang je en vraag je om een betere wereld, als je
geen God zou hebben?
Dus: als je het probleem van het lijden wilt begrijpen moet
je juist niet je geloof vaarwel zeggen, dat zal je juist niet helpen.
Wat wel dan?
Petrus noemt drie manieren hoe wel het lijden tegemoet kunnen
treden in ons leven.- Je moet terug kijken naar iets
- Je moet vooruit kijken naar iets
- En je moet ergens in kijken
Petrus vergelijkt het lijden met een vuur waar je goud en
metaal in werpt. Problemen en zorgen zijn als een vurige oven waar je metalen
in gooit. Het is een prachtige metafoor, maar één keer in de geschiedenis is
het echt gebeurd! Ten tijde van Nebukadnezar werden de drie vrienden van Daniel
in de oven gegooid omdat ze niet voor hem wilden knielen. In Daniël 3 wordt
verteld dat de koning vol verbazing de mannen zag lopen in het vuur. Hij zag er
zelfs een vierde man: een ‘zoon van God’. Wie was dat?
In het boek Jesaja 43 geeft God ons een belofte:
ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
2 Moet je door het water gaan – ik ben bij je;
of door rivieren – je wordt niet meegesleurd.
Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren,
de vlammen zullen je niet verschroeien.
Nu kun je denken dat dit wel heel inspirerend klinkt, maar
hoe weet je nou dat dit waar is?
Het Nieuwe Testament geeft een antwoord. Als God in het Oude
Testament zegt dat Hij bij je zal zijn in het vuur, kijk dan naar het kruis van
Jezus Christus om te zien hoe ver Hij gegaan is om die belofte waar te maken.
De profeten voorspelden het lijden van Jezus Christus en de glorie die daarna
zou volgen. Jezus werd het kwetsbare object van lijden, pijn en zelfs dood.
Aan het kruis zien we tot onze verbazing God hangen,
onrechtvaardig veroordeeld. Hij is gelyncht!
Heb jij iemand verloren van wie je hield? Tot je verbazing
zie je aan het kruis de Vader zijn Enige Zoon verliezen. Schreeuw je het uit in je pijn: ‘God, waarom, waarom!?” Kijk naar het kruis en hoor Jezus het uitroepen van pijn: ‘waarom, waarom?”
Verbazingwekkend! Hij leed aan alles waar wij ooit aan hebben geleden. En meer. Veel meer. Er zijn mensen die veel erger hebben geleden dan Jezus en ook die veel sterker waren in hun lijden, bv de martelaars van de Makkabeeën. Die stierven met een glimlach op hun mond.
Jezus leed niet zo maar zoals wij lijden. Zijn lijden was
niet voornamelijk fysiek. Hij kreeg wat wij verdienden.
De logische consequentie van dat je niet bij iemand wil
zijn, is dat je bij diegene weggaat. Wij willen als mensen zelf de controle
hebben over ons leven en niet dat God het voor het zeggen heeft. De natuurlijke
consequentie is dat God bij ons vandaan gaat. Maar als Hij bij je weg gaat dan
verlies je de bron van al het leven en het licht in je leven. Jezus ervoer dat.
Hij droeg een eindeloos lijden. Het was veel erger dan het door het vuur moeten
gaan, zoals in de oven van Nebukadnezar. Dat vuur was een kijkje vooruit voor
Jezus, dat Hij zicht zou krijgen wat Hij zou moeten lijden voor ons.
Voor ons!
Ga met je vragen naar het kruis en stel daar je vraag: ‘God,
waarom staat u het toe dat wij lijden?’ En al kan het kruis je niet het
antwoord geven op de vraag waarom dat lijden gebeurt, het kruis kan je wel
vertellen waarom het niet is. Het is niet omdat Hij niet van ons houdt. Dat Hij
niet voor ons wil zorgen. We weten niet de reden waarom Hij ons laat lijden, maar
wel dat het niet is omdat Hij niet van ons houdt!
Omdat Jezus al voor jou door het vuur is gegaan, mag je
weten dat Hij bij je is in jouw persoonlijke vuur, waar jij doorheen moet gaan.
Of je hem nu voelt of niet, Hij loopt naast je.
Dus het eerste wat je moet doen wil je het lijden kunnen
hanteren: terug kijken, naar het kruis.
- Het tweede wat je moet doen: vooruit kijken.
3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus
Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen
worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in
hoop. 4-5 Er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd
omdat u gelooft, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit
verwelkt. U ziet de redding tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker
geopenbaard zal worden.
Je kunt niet door het vuur gaan zonder een levende hoop. En
levende hoop is een kracht. Het is iets in de hemel, een erfenis, iets dat
weelde brengt, maar het is niet iets strikts geestelijks. Want het voorproefje
ervan, het teken dat je het zeker gaat krijgen, is de fysieke opstanding van
Jezus Christus uit de dood. Dat laat zien dat er een nieuwe hemel en aarde gaat
komen.
51 Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet
allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, 52
in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde
inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een
onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen. 53
Want het vergankelijke lichaam moet worden bekleed met het onvergankelijke, het
sterfelijke lichaam met het onsterfelijke. 54 En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed
met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat
geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen. 55
Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ 56
De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. 57
Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de
overwinning geeft.
Dus je moet vooruit kijken en een levende hoop hebben op wat
gaat komen.
- Je moet ook ergens in kijken.
12 Er werd hun geopenbaard dat deze boodschap niet
voor henzelf bestemd was maar voor u, en nu is deze boodschap u verkondigd door
hen die u het evangelie hebben gebracht, gedreven door de heilige Geest die
vanuit de hemel werd gezonden. Het zijn geheimen waarin zelfs engelen graag
zouden doordringen.
De engelen kijken heel graag, gepassioneerd, obsessief in
het evangelie. Ze kennen het verhaal van de redding door Jezus Christus, en
blijven er maar mee bezig. Steeds weer het evangelie van de redding door Jezus.
Daar worden ze nooit moe van. Dat doen ze steeds weer. Waarom? Ze willen steeds
nieuwe diepten zien van het evangelie. Wat zien zij?
Hoe kwam Jezus door zijn vuur heen? Hebr. 12: doordat Hij
wist welke vreugde er op Hem wachtte. Hij had een levende hoop. Wat was zijn
hoop? De liefde van de Vader? Nee. Die dreef hem juist naar de aarde en naar
zijn vurige oven. Wat was zijn hoop? Waar kon Hij naar uitkijken dat Hij niet
al lang had?
Wíj waren zijn hoop. Dat is wat Hij niet had. Jij! Mooi
gemaakt, zonder fouten, perfect, hersteld, opgewekt, verheerlijkt. JIJ! In zijn
armen.
Dat vulde hem met zoveel hoop dat Hij zijn vurige oven
inging en er met goud uitkwam.
De gedachte dat jij zijn levende hoop was, maakt dat Hij
jouw levende hoop wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten