maandag 3 december 2012

Lijden: Als God goed is, waarom is er dan zoveel lijden?


Het lijden: als God goed is, waarom is er dan zoveel lijden in de wereld?
Suffering: if God is good, why is there so much evil in the World?
1 Petrus 1: 3-12

Vandaag staat één probleem centraal dat mensen hebben met het christelijk geloof:  het probleem van het kwaad en het lijden.

Een argument om niet te geloven en om geen christen te worden klinkt ongeveer zo:
‘Als God het toestaat dat er kwaad en lijden is, omdat Hij het niet kan stoppen, dan is Hij wellicht wel goed, maar niet almachtig. En aan de andere kant: als God het kwaad en het lijden toestaat, terwijl Hij het wel zou kunnen stoppen, maar dat niet wil, dan is Hij misschien wel almachtig, maar niet goed. Dus: een goede én almachtige God zoals de bijbel die schildert, kan niet bestaan.’

Hoe reageren we hier op?
Kort geleden heeft Tim Keller gesproken op een herdenkingsbijeenkomst voor 9-11 (was toen 5 jaar geleden) over het thema ‘het lijden’. Enkele van de gedachten van die lezing wil hij nu delen.

1 Petrus 1 vertelt ons één ding dat we in elk geval niet moeten doen, één manier waarop we niet met het lijden in de wereld om moeten gaan en daarna drie manieren hoe wel juist wel mee om moeten gaan met het lijden in de wereld.

Wat moet je in elk geval niet doen?
Petrus schrijft zijn brief aan mensen die al veel hebben geleden en die nog veel lijden te wachten staat. Veel mensen reageren op het lijden dat ze mee maken met het loslaten van het geloof in God. Het lijkt haast een natuurlijke reactie.

Maar Petrus zegt in vers 6 en 7:
 
6 Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren. 7 Zo kan de echtheid blijken van uw geloof – zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst – en zo verwerft u lof, eer en roem wanneer Jezus Christus zich zal openbaren.

 Dus: jullie hebben allerlei soorten beproevingen te ondergaan, zodat je door je geloof lof, eer en roem zult ontvangen.
De pijn en het lijden waar je nu door heen gaat, hoeft je geloof helemaal niet te verzwakken of te vernietigen. Het versterkt je geloof juist!
Hoe kan dat?
Petrus zegt, dat in het licht van het lijden het je niet baat om het geloof los te laten, dat helpt je nergens mee. Het helpt je niet het lijden te begrijpen, het helpt je niet het lijden te kunnen hanteren; het verlaten van je geloof helpt je helemaal nergens bij. Waarom niet?

Als er geen God is, als er geen hogere, goddelijke wet is, dan weet je niet wanneer een menselijke wet fout is of niet. Als er geen God is zouden mensen kunnen zeggen dat een wet onjuist is, maar dat zou alleen maar zo zijn volgens hun eigen standaards. En waarom zouden hun richtlijnen boven die van andere mensen gaan?

Nu nog een stap verder. Als er geen God is, dus ook geen goddelijke wet of regel, hoe kun je dan zeggen dat een bepaalde historische gebeurtenis niet juist is? Wat is er dan meer natuurlijk, als er niets anders is dan de natuurlijke wereld, dan geweld? Natuurlijke selectie is gebaseerd op geweld. Het recht van de sterkste.
Dus als er geen God is en de natuur alles is wat we hebben, wat is er dan mis met geweld? Dat is juist perfect natuurlijk.

De filosoof Sartre zei: ‘Als God niet bestaat, dan is er niet langer de mogelijkheid dat iets als goed bestempeld wordt, a priori. Dan staat er nergens geschreven dat iemand eerlijk moet zijn, niet moet liegen. Als God niet bestaat, is alles toegestaan.’
Als er geen God is, kun je wel het gevoel hebben dat iets wel of niet goed is, maar dat zijn maar persoonlijke gevoelens. Op welke basis kun je dan zeggen dat geweld niet natuurlijk is?

Dus zo zie je dat als je niet in God gelooft, het lijden en het kwaad een veel groter probleem is dan dat je wel in God gelooft.
Waarom? Als je er echt mee worstelt waarom je zoveel te lijden hebt als er een God is, en dit niet maar een filosofisch onderwerp voor je is, realiseer je dan dat je een groter probleem hebt als je níet in God gelooft. Op wat voor basis verlang je en vraag je om een betere wereld, als je geen God zou hebben?

Dus: als je het probleem van het lijden wilt begrijpen moet je juist niet je geloof vaarwel zeggen, dat zal je juist niet helpen.

Wat wel dan?
Petrus noemt drie manieren hoe wel het lijden tegemoet kunnen treden in ons leven.

  1. Je moet terug kijken naar iets
  2. Je moet vooruit kijken naar iets
  3. En je moet ergens in kijken
1. Je moet terug kijken.

Petrus vergelijkt het lijden met een vuur waar je goud en metaal in werpt. Problemen en zorgen zijn als een vurige oven waar je metalen in gooit. Het is een prachtige metafoor, maar één keer in de geschiedenis is het echt gebeurd! Ten tijde van Nebukadnezar werden de drie vrienden van Daniel in de oven gegooid omdat ze niet voor hem wilden knielen. In Daniël 3 wordt verteld dat de koning vol verbazing de mannen zag lopen in het vuur. Hij zag er zelfs een vierde man: een ‘zoon van God’. Wie was dat?

In het boek Jesaja 43 geeft God ons een belofte:
 
Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen,
ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
2 Moet je door het water gaan – ik ben bij je;
of door rivieren – je wordt niet meegesleurd.
Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren,
de vlammen zullen je niet verschroeien.


 De belofte is dus niet, dat als je gelooft je niet door diep water of door het vuur hoeft te gaan. De belofte is zelfs niet ‘áls je door water moet gaan’, áls…
De belofte geldt wannéér je door vuur en water gaat. De belofte is dat God zoveel van je houdt en zo goed voor je zorgt, het zal zijn als of God zelf met je mee wandelt. De moeilijkheden, het lijden, de zorgen zullen je niet breken of bitter maken, maar zullen je juiste verfijnen, zullen je karakter geven.

Nu kun je denken dat dit wel heel inspirerend klinkt, maar hoe weet je nou dat dit waar is?
Het Nieuwe Testament geeft een antwoord. Als God in het Oude Testament zegt dat Hij bij je zal zijn in het vuur, kijk dan naar het kruis van Jezus Christus om te zien hoe ver Hij gegaan is om die belofte waar te maken. De profeten voorspelden het lijden van Jezus Christus en de glorie die daarna zou volgen. Jezus werd het kwetsbare object van lijden, pijn en zelfs dood.

Aan het kruis zien we tot onze verbazing God hangen, onrechtvaardig veroordeeld. Hij is gelyncht!
Heb jij iemand verloren van wie je hield? Tot je verbazing zie je aan het kruis de Vader zijn Enige Zoon verliezen.
Schreeuw je het uit in je pijn: ‘God, waarom, waarom!?” Kijk naar het kruis en hoor Jezus het uitroepen van pijn: ‘waarom, waarom?”
Verbazingwekkend! Hij leed aan alles waar wij ooit aan hebben geleden. En meer. Veel meer. Er zijn mensen die veel erger hebben geleden dan Jezus en ook die veel sterker waren in hun lijden, bv de martelaars van de Makkabeeën. Die stierven met een glimlach op hun mond.

Jezus leed niet zo maar zoals wij lijden. Zijn lijden was niet voornamelijk fysiek. Hij kreeg wat wij verdienden.
De logische consequentie van dat je niet bij iemand wil zijn, is dat je bij diegene weggaat. Wij willen als mensen zelf de controle hebben over ons leven en niet dat God het voor het zeggen heeft. De natuurlijke consequentie is dat God bij ons vandaan gaat. Maar als Hij bij je weg gaat dan verlies je de bron van al het leven en het licht in je leven. Jezus ervoer dat. Hij droeg een eindeloos lijden. Het was veel erger dan het door het vuur moeten gaan, zoals in de oven van Nebukadnezar. Dat vuur was een kijkje vooruit voor Jezus, dat Hij zicht zou krijgen wat Hij zou moeten lijden voor ons.

Voor ons!

Ga met je vragen naar het kruis en stel daar je vraag: ‘God, waarom staat u het toe dat wij lijden?’ En al kan het kruis je niet het antwoord geven op de vraag waarom dat lijden gebeurt, het kruis kan je wel vertellen waarom het niet is. Het is niet omdat Hij niet van ons houdt. Dat Hij niet voor ons wil zorgen. We weten niet de reden waarom Hij ons laat lijden, maar wel dat het niet is omdat Hij niet van ons houdt!
Omdat Jezus al voor jou door het vuur is gegaan, mag je weten dat Hij bij je is in jouw persoonlijke vuur, waar jij doorheen moet gaan. Of je hem nu voelt of niet, Hij loopt naast je.

Dus het eerste wat je moet doen wil je het lijden kunnen hanteren: terug kijken, naar het kruis.

  1. Het tweede wat je moet doen: vooruit kijken.
Petrus spreek tot mensen die veel lijden en die nog veel lijden te wachten staat. Hij zegt in vers 3:

3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop. 4-5 Er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd omdat u gelooft, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt. U ziet de redding tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden.

Je kunt niet door het vuur gaan zonder een levende hoop. En levende hoop is een kracht. Het is iets in de hemel, een erfenis, iets dat weelde brengt, maar het is niet iets strikts geestelijks. Want het voorproefje ervan, het teken dat je het zeker gaat krijgen, is de fysieke opstanding van Jezus Christus uit de dood. Dat laat zien dat er een nieuwe hemel en aarde gaat komen.

51 Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen. 53 Want het vergankelijke lichaam moet worden bekleed met het onvergankelijke, het sterfelijke lichaam met het onsterfelijke. 54 En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen. 55 Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ 56 De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. 57 Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft.

 God maakt geen geestelijk nieuw leven als compensatie voor wat wij in dit leven hebben verloren. Nee, de opstanding is geen compensatie, maar de restauratie van ons leven. Deze wereld, dit lijf, zal worden hersteld. Alles komt terug, maar dan puur, paradijselijk, gaaf.

Dus je moet vooruit kijken en een levende hoop hebben op wat gaat komen.

  1. Je moet ook ergens in kijken.
Vers 12:

12 Er werd hun geopenbaard dat deze boodschap niet voor henzelf bestemd was maar voor u, en nu is deze boodschap u verkondigd door hen die u het evangelie hebben gebracht, gedreven door de heilige Geest die vanuit de hemel werd gezonden. Het zijn geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen.

De engelen kijken heel graag, gepassioneerd, obsessief in het evangelie. Ze kennen het verhaal van de redding door Jezus Christus, en blijven er maar mee bezig. Steeds weer het evangelie van de redding door Jezus. Daar worden ze nooit moe van. Dat doen ze steeds weer. Waarom? Ze willen steeds nieuwe diepten zien van het evangelie. Wat zien zij?

Hoe kwam Jezus door zijn vuur heen? Hebr. 12: doordat Hij wist welke vreugde er op Hem wachtte. Hij had een levende hoop. Wat was zijn hoop? De liefde van de Vader? Nee. Die dreef hem juist naar de aarde en naar zijn vurige oven. Wat was zijn hoop? Waar kon Hij naar uitkijken dat Hij niet al lang had?

Wíj waren zijn hoop. Dat is wat Hij niet had. Jij! Mooi gemaakt, zonder fouten, perfect, hersteld, opgewekt, verheerlijkt. JIJ! In zijn armen.

Dat vulde hem met zoveel hoop dat Hij zijn vurige oven inging en er met goud uitkwam.
De gedachte dat jij zijn levende hoop was, maakt dat Hij jouw levende hoop wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten